Een verhaal van een verhaal over verhalen

Onze herinnering is selectief en de geschiedenis kent uiteenlopende verhalen. Hoe komen representaties van het verleden tot stand? En hoe breng je daar als onderzoeker orde in aan?
Leestijd 3 minuten — Do 9 maart 2017
Spiegeltje, spiegeltje

Wetenschappers proberen met modellen de werkelijkheid zo goed mogelijk te benaderen. Eerder in de serie Spiegeltje, spiegeltje hoorden we hoe een aardwetenschapper Mars nabootst met een zandbak, hoe een econoom cijfermodellen gebruikt om voorspellingen te doen en hoe bij dierproeven de muis model staat voor de mens. De geesteswetenschap voegt daar nog een extra laag aan toe, daar zijn representaties niet alleen het onderzoeksinstrument, maar ook het onderzoeksobject. “Wij bestuderen producten van de menselijke geest,” zegt literatuurwetenschapper prof. dr. Ann Rigney (UU). Mensen gebruiken verhalen om orde te scheppen in hun leven. Waar ervaringen vaak rommelig en tegenstrijdig zijn, helpen verhalen een eenduidige plotstructuur aan te brengen. Rigney: “Verhalen zijn experimenten, simulaties van de ervaring van het leven zelf. Ze helpen ons met grote levensvragen: wat betekent het om mens te zijn? Hoe moet ik handelen?” Door verschillende interpretaties kan dezelfde gebeurtenis leiden tot de meest uiteenlopende verhalen. Daarnaast gaat het benadrukken van een bepaald verhaal ook met macht en belangen gepaard. Hoe schets je als onderzoeker toch een zo rijk en solide mogelijk beeld van de geschiedenis?

Foto: Frans de Wit via Flickr.com

Geschiedenis: een subjectief verhaal?

Historicus Hayden White benadrukte als een van de eersten die benadrukte dat het verleden een subjectief verhaal is. Historici zijn wetenschappers, volgens hem, maar vooral verhalenvertellers. Je moet ze eerder met romanschrijvers vergelijken, dan met natuurkundigen. De geschiedenis heeft geen verhaalstructuur, wij brengen die achteraf aan. We zijn geen ontdekkers van een verhaal, maar scheppen verhalen. Dat betekent niet dat de geschiedkundigen feiten verzinnen, maar wel dat ze keuzes maken. Neem bijvoorbeeld de Slag bij Waterloo. Beschrijf je die vanuit Frans, Nederlands of Brits perspectief? Kijk je naar de leiders, of naar de gewone soldaten? Wat neem je als startpunt van 'het verhaal'? Je kan de veldslag zien als het einde van Napoleon, maar ook als het begin van het Koninkrijk der Nederlanden. Rigney: “Een objectief verhaal, dat bestaat niet. Het beste wat je kan doen is een verhaal maken dat overtuigend is, met kloppende feiten.”

Ons 'culturele geheugen' is selectief. Waterloo werd 'gevierd' als een overwinning, gesymboliseerd door een monument van een leeuw op een 45 meter hoge berg. Voor de slachtoffers van de veldslag was weinig aandacht. Tegenwoordig is dat anders. Rigney: “Kijk naar het Holocaustmonument in Berlijn of het monument voor Vietnamveteranen in Washington, daar zie je een compleet andere beeldtaal. De nadruk ligt op het herdenken van de slachtoffers. Dat is een fundamenteel verschil met hoe we eerst naar de geschiedenis keken.” Volgens Rigney is er sprake van een 'democratisering van de herinneringscultuur', waarbij steeds meer aandacht is voor de 'gewone man' en het dagelijks leven. Tegelijkertijd is er in onzekere tijden ook een hernieuwd verlangen naar heroïsche verhalen en beelden. Zoals Trump, met zijn: “Make America great again.” Maar de tijd waarin slechts helden de dienst uitmaakten is voorbij.

Het Holocaust monument in Berlijn. Foto: Marino Mantel via Flickr.com

Nieuwe verhalen

Collectieve verhalen veranderen. In Nederland maakte de toenemend multiculturele samenleving dat er behoefte komt aan andere verhalen. Steeds andere groepen eisen aandacht voor hun versie van de geschiedenis. Historici dragen daaraan bij door mythes te doorbreken en onwaarheden te ontkrachten. Zo komt er ook voorzichtig aandacht voor de zwarte bladzijden uit de Nederlandse geschiedenis. (red: In april besteden we hier bij SG aandacht aan in de serie 'Duister verleden') De literatuurwetenschap heeft daarbij een speciale rol in, door het ontstaan van verhalen, de macht van verhalen en de macht van media te onderzoeken.

De cultuurwetenschapper maakt representaties van representaties, duidt verhalen door ze van context te voorzien en gebruikt concepten om verhalen te analyseren. Het zijn kritische representaties, zegt Rigney, de onderzoeker is zich bewust dat hij niet alleen waarnemer is, maar ook participant. Schepper van een verhaal. Zij maken duidelijk dat de geschiedenis geen eenduidig verhaal is, maar berust op veranderende interpretaties en representaties van het verleden.

Kijk de lezing 'De verbeelding van het verleden' terug.

Volgende week spreekt taalwetenschapper prof. dr. Franciska de Jong over Big Data in de taalwetenschap. Met de rekenkracht van computers is het nu mogelijk voorheen onbekende verbanden tussen teksten op het spoor te komen. Maar de computer kan het niet alleen: er is ook kennis nodig van de historische context.