Ode aan onzekerheid
Jouw brein functioneert waarschijnlijk prima. Moeiteloos manoeuvreer je je de dag door. Dat kan omdat je hersenen constant kleine voorspellingen doen en verbanden leggen: de wekker gaat af op het tijdstip dat je invoerde. Als ik op de lichtknop druk, gaat het licht aan. Je fiets staat waar je hem gisteravond gelaten hebt. Onze verwachtingen sturen zo onze handelingen. Ze geven ons controle. Of, in ieder geval, een gevoel van controle. Want die controle, zo blijkt, is vaak illusoir.
Hersenwetenschapper dr. Michiel van Elk (UvA) vertelt hoeveel van onze aannames en verklaringen vormen van ‘magisch denken’ zijn. We zien patronen en intenties als ze er niet zijn, leggen voortdurend verbanden die nauwelijks te rechtvaardigen zijn en eigenen ons magische krachten toe. Het is wijdverspreid. Magisch denken is niet typisch voor mensen op paranormaalbeurzen of voor mensen die religieus zijn. Het is simpelweg typisch voor mensen. En het maakt ons nog gelukkig ook.
Zien wat er niet is
In 2004 werd op eBay een tosti voor $28.000,- verkocht. Inderdaad, een tosti. De Heilige Maagd Maria had zich gemanifesteerd in deze tosti, en dat betekende de jackpot voor de eigenaar. Dit is misschien een extreem voorbeeld, maar we zijn allemaal geneigd tot ‘hyperactive agency detection’: het zien van intenties en patronen in objecten terwijl die er niet inzitten. Er is sprake van willekeur of toeval, maar dat willen we niet erkennen. Het ‘gezicht’ op Mars is een bekend voorbeeld. 'Pareidolia' is de term voor dit fenomeen, en er zijn veel voorbeelden van. De illusie de zaken in eigen hand te hebben heeft evolutionaire voordelen. Als je door een donker steegje loopt, kan je beter een keer een gezicht zien als die er niet is en wegrennen, dan geen gezicht zien als die er wel is. Better safe than sorry.
Toeval staan we maar mondjesmaat toe in ons leven. We willen geloven in controle, ook al weten we dat dit een illusie is. Van Elk vertelt over onderzoek naar het gooien van dobbelstenen. Je kan hard of zacht gooien, veel of weinig schudden, het resultaat van je worp blijft een kwestie van kans. "Toch blijkt uit het onderzoek dat mensen meer kracht zetten en meer moeite doen bij het gooien van de dobbelstenen als er veel op het spel staat", aldus Van Elk. Het kan geen kwaad en misschien helpt het. Afkloppen is hier ook een voorbeeld van. ‘Nothing ventured, nothing gained’ is het evolutionaire principe hierachter. In tegeltjeswijsheid van Van Elk: beter een blauwtje lopen dan een groentje blijven.
Er is nog een derde manier waarop we onszelf graag voor de gek houden. Zelfoverschatting. Wat goed gaat, schrijven we aan onszelf toe. Wat slecht gaat heeft een oorzaak buiten ons om. Het is wat psychologen de ‘zelf-attributie bias’ noemen. Als je op tijd bent, ben je op tijd vertrokken, maar als je te laat bent, had je wind tegen, een zachte band of stonden alle stoplichten op rood. Je ziet het ook bij de sporter die zich op de borst klopt bij winst, en zeurt tegen de scheids of klaagt over het materiaal bij verlies. Onredelijk misschien, maar belangrijk voor je psychologisch welbevinden. “Mensen die zichzelf systematisch overschatten, leven in positieve zelfillusies, zijn gelukkiger, hebben meer eigenwaarde, zijn productiever en gezonder”, stelt Van Elk. “Mensen die depressief zijn, hebben goed inzicht in wat ze wel en niet kunnen, ze hebben een realistisch zelfbeeld. Maar die zijn daar niet per se gelukkiger onder.”
Vanuit evolutionair perspectief is realistisch denken niet zo relevant. Voorspelbaarheid en het idee invloed uit te kunnen oefenen, daar gaat het om. Onzekerheid en toeval matchen hier niet mee. En dus zitten we met neurologische mechanismen die ons weerhouden die fenomenen toe te laten.