Too big to fail

Banken nemen te veel risico en komen ermee weg
Leestijd 3 minuten — Wo 8 oktober 2014
Money, money, money

Financiële crises zijn niets nieuws. Toch was de impact van de crisis van 2008 groter dan ooit. Dit heeft te maken met de ontwikkeling die banken de laatste decennia hebben doorgemaakt. Hoe konden banken uitgroeien tot de bijna almachtige instellingen die het nu zijn? En wat betekent dat voor de consequenties van crises? Prof. Dr. Joost Jonker (Economische en Sociale Geschiedenis, UU en Bedrijfsgeschiedenis, UvA) stelt dat we crises goed kunnen omschrijven, maar nooit volledig kunnen verklaren. Voorspellen is al helemaal een stap te ver.

Ingrediënten van een crisis

“De ene crisis is de andere niet”, zegt Joost Jonker, “maar er zijn wel overeenkomsten.” Zo zijn er een aantal standaard ingrediënten die je in elke crisis terug ziet. Eerst is er een kunstmatige piek in de prijzen van een vermogensbestanddeel, bijvoorbeeld van tulpen tijdens de tulpenmanie in 1637, of de internetbubbel eind jaren '90. De prijzen worden omhoog gestuwd door beleggers naar een prijs die het product helemaal niet waard is. Totdat er een kantelpunt komt, dan knalt de prijs naar beneden. Door de prijsval ontstaat er een loop op contant geld, dat waardevast is, en lenen mensen elkaar geen geld meer uit. Het krediet droogt op waardoor financiële instellingen failliet gaan. Dan volgt er een neerwaartse spiraal van prijzen, vertrouwen en krediet en loopt de economische activiteit terug: recessie.

Maar wat gaat er nu mis? Volgens Jonker is er vaak fraude in het spel. Er wordt gespeculeerd, moeilijke constructies worden bedacht om risicovolle financiële producten te verhandelen en er worden valse verwachtingen gewekt. Wat er precies aan de hand was, wordt vaak achteraf pas duidelijk. Dan pas komt er openheid dankzij hoorzittingen, enquêtes en onderzoeken. Warren Buffet, voor de crisis van 2008 de rijkste man van de wereld, daarna 18 miljard dollar armer, vatte dit samen in de metafoor: “Pas als het eb wordt, zie je wie er naakt zwom.”

Crises in de toekomst

Crises kunnen we niet voorkomen, die zijn inherent aan ons financiële systeem. En ons financiële systeem is inherent instabiel, stelt Jonker. Maar we kunnen wel de gevolgen van de crises inperken, denkt hij. Een van de oplossingen die vaak wordt genoemd, is een strenger toezicht op banken en meer overheidsingrijpen. Jonker: “Maar het is lastig vast te stellen of een bank éven niet meer aan haar verplichtingen voldoet, of dat ze helemaal niet meer te redden is. Als er te vroeg wordt ingegrepen, veroorzaakt dit paniek. Wanneer er te laat wordt ingegrepen, moet de belastingbetaler voor de gevolgen opdraaien.” De oplossing die Jonker het meest ziet zitten is het koppelen van rendement aan risico zodat de consequenties van een crisis eerlijker verdeeld worden. Banken, beleggers en consumenten die meer risico nemen in hun jacht op rendement, zullen voor de gevolgen op moeten draaien als het fout gaat.

Klein, groot, groter, te groot

Banken ontstonden uit kassiers en wisselaars in muntgeld in de 18/19e eeuw. Klanten legden geld in, en met dat geld werden kleine leningen verstrekt. Kassiers gingen in toenemende mate ook met elkaar handelen, wat de geldcirculatie bevorderde. Er werd voor het eerst gehandeld in kredieten. Deze kleine firma's gingen wel eens failliet maar omdat de klantenkring klein was, bleef de schade beperkt. Alleen rijke mensen deden immers aan bankieren.

In de jaren '60 maakten de banken een enorme groei door. Steeds meer mensen openden betaalrekeningen en banken concurreerden om het spaargeld van de consumenten. In de jaren '80 vond er een hernieuwde groei plaats en bleef er door fusies en concentratie maar een handjevol banken over, die alle financiële diensten in Nederland beheerden. Met de opkomst van het internet in de jaren '90 werd het voor deze banken mogelijk om makkelijker te handelen en verbanden aan te gaan met de VS, Japan of Australië.

Door hun nauwe relaties met overheden, internationale karakter en grote verwevenheid met financiële markten, worden de banken langzamerhand 'too big to fail'. Banken mogen simpelweg niet failliet gaan, want dat is een enorme klap voor de maatschappij. Door de jacht op rendement, gevoed door de sterke concurrentie, en de wetenschap dat ze wel gedekt zullen worden door de overheid, gaan banken steeds grotere risico's nemen.

Overigens vraagt Jonker zich hardop af of banken niet hun beste tijd hebben gehad. Door de opkomst van nieuwe initiatieven als Paypal, Peer2Peer en Bitcoins zijn banken straks misschien wel overbodig. Deze diensten kunnen betalingsverkeer reguleren en krediet verstrekken overnemen. Misschien bestaan banken over tien jaar helemaal niet meer. Hoe zou crisis er zonder banken uitzien?

De lezing 'Banken en crises' kwam uit de serie Money Money Money. Je kunt de lezing ook terugkijken.