Nobelprijzen
Aanstaande zondag is het vijf jaar geleden dat de Amerikaanse bank Lehman Brothers viel en vervolgens de financiële crisis in alle hevigheid begon. Hoe kon het dat die crisis kwam als een donderslag bij heldere hemel, waarom zagen we de donkere wolken niet van ver aankomen? Onze economie draait immers op basis van modellen, waar economen en bankiers heel veel vertrouwen in hebben. Maar is dit wel terecht? Hoe zijn deze modellen ontstaan en kunnen we nog wel zonder? In de tweede Nobellezing vertelt Rens van Tilburg (Econoom, USI) hoe de Utrechtse Nobelprijswinnaar Tjalling Charles Koopmans en vele andere Nobelprijswinnaars uit de economie door het ontwikkelen van modellen ons leven beter wilden maken, maar uiteindelijk een schijnzekerheid hebben gecreëerd waaruit de crisis voortkwam.
Van hulpmiddel naar leidraad
De voormalig natuur- en wiskundige Tjalling Charles Koopmans werkte aan manieren om de economie voorspelbaarder te maken. Dat deed hij door economische modellen te maken, met een achtergrond in cijfers en formules was dat een logische keuze. Koopmans kreeg voor zijn werk in 1970 de Nobelprijs, toch is zijn nalatenschap niet altijd juist gebruikt. Economische modellen waren in eerste instantie bedoeld als hulpmiddel, maar werden door hun succes al snel een leidraad. Het probleem van modellen, legt Van Tilburg uit, wordt in de studie economie als volgt geformuleerd: 'alle modellen zijn een onderschatting van de werkelijkheid, behalve fotomodellen, die zijn een overschatting'. Helaas vergeten de meeste mensen die werkzaam zijn in de financiële sector deze wijze raad uit hun studietijd, zij werken zo intensief met modellen dat ze denken dat deze simplistische weergave waarheid is. Antropologe Gillian Tett merkt in haar analyse van de crisis, het boek Fools Gold: The Inside Story of J.P. Morgan and How Wall St. Greed Corrupted Its Bold Dream and Created a Financial Catastrophe(2009), op dat bankiers en economen tijdens bijeenkomsten alleen maar praten in wiskundige termen, alle context is verdwenen. Toch is economie mensenwerk en mensen zijn nu eenmaal geen rationele actoren.
Negeren van risico
Een kenmerk van deze modellen is dat risico's vaak ontbreken, omdat ze klein en dus verwaarloosbaar zijn. Een voorbeeld: de meeste mensen kiezen ervoor hun geld op de bank te zetten in plaats van in een sok of in de matras. We doen dit omdat we vertrouwen hebben in een bank, deze garandeert dat ons geld veilig is en we krijgen rente. Blijkbaar hebben deze banken weer zoveel vertouwen in 'het systeem' dat ze dat kunnen doen. Echter, stel dat iedereen tegelijk gaat pinnen, dan heeft de bank een probleem, want dat geld is er niet. Ook durven zij, net als pensioenfondsen, ons geld te gebruiken om te beleggen. De risico's daarvan zijn zo 'klein' dat het niet verwerkt is in de modellen. Elke bank of financiële innovatie is gebaseerd op deze modellen, maar doordat zij allen de risico's weglaten wordt het collectieve risico groter.
Ineenstorting van de huizenmarkt
Banken hebben een balans tussen activa en passiva, activa zijn het totaal bezit en passiva de verplichtingen van de bank. De activa bestaan voor een klein deel uit eigen vermogen, maar ook uit hypotheken. Banken lenen geld aan huishoudens om een huis te kunnen kopen op basis van een hypotheek. Hoe groot de hypotheek is wordt bepaald door modellen, daarin zit o.a. verwerkt hoeveel iemand verdient en hoe de huizenprijzen zijn. Voor de crisis werd dit allemaal heel positief ingeschat, een dip in de huizenprijs was er al heel lang niet geweest. Totdat mensen in Amerika hun hypotheek niet meer konden betalen, dat was vreemd want de variabelen uit de modellen waren vrijwel gelijk gebleven, zoals de rente en werkeloosheid. De huizenmarkt stortte daar in en bezit van de banken werd in rap tempo minder waard. Blijkbaar was de werkelijkheid toch iets anders dan men had berekend. Banken leenden elkaar geen geld meer en de problemen verspreidden zich wereldwijd, overheden moesten bijspringen om banken te redden. Dit is natuurlijk niet de enige reden van de crisis, daarvoor is het te complex, maar het blinde vertrouwen in modellen heeft een leidende rol gespeeld.
Afscheid nemen of toch niet?
Het lijkt logisch om na het lezen van bovenstaande af te stappen van de modellen, maar het gebruik is wijdverspreid. Ze spelen nog steeds een grote rol in wet- en regelgeving. Verandering is moeiijk want volgens Van Tilburg kunnen we niet zonder deze modellen; de relatieve zekerheid die modellen bieden, is nodig om snel te kunnen handelen. Onze hele wereldeconomie en dus samenleving is hier op gebaseerd. Het is een schijnwerkelijkheid, maar er lijkt geen haalbaar alternatief. Besef van de beperkingen is de enige remedie tegen misbruik van modellen.
Voor meer informatie en een uitleg van financiële termen die je vaak bij het nieuws hoort, maar waarvan je eigenlijk niet weet wat ze betekenen (een hedgefonds, derivaten?) kijk je de hele lezing 'Exact verkeerde economische modellen' terug. Volgende week gaan we het naar aanleiding van de Nobelprijs voor Nicolaas Bloembergen, hebben over MRI en fMRI. Te gast is prof. dr. Iris Sommer die vertelt wat hersenscans van schizofrene patiënten ons kunnen leren. Als iemand stemmen hoort die er niet zijn, kun je die dan zien op een scan?