Het ultieme geluk als doel

Bruto Nationaal Geluk: een term die de afgelopen jaren steeds meer genoemd wordt.
Leestijd 3 minuten — Di 15 maart 2011
Vrijheid en verplichting

Zowel door instanties als het CBS en de WRR, als in de politiek, in wetenschappelijk onderzoek en bij colleges aan Amerikaanse universiteiten. Geluk zou veel meer als een indicator voor de welvaart van een land gebruikt moeten worden dan enkel en alleen geld. Nadenken over geluk is niets nieuws. De econoom en filosoof John Stuart Mill, ook wel gezien als de meest invloedrijke denker van de negentiende eeuw, deed dit ook, zo bleek bij de zesde lezing van prof. dr. mr. Philipse in de reeks Vrijheid en verplichting, over Darwin, Mill en Nietzsche.

Utilisme
Mill, die rond zijn derde levensjaar al het Griekse alfabet kon opdreunen, heeft zijn ideeën verwoord in het werk Utilitarianism. Utilisme streeft naar het grootste geluk voor het grootst aantal mensen. Geluk wordt hierbij gezien als de aanwezigheid van genot en de afwezigheid van pijn. Mill maakt onderscheid tussen hoge en lage vormen van genot. Stel dat je kunt kiezen tussen een eeuwig leven als goed verzorgd konijn zonder bewustzijn of een eindig bestaan als weldenkend mens met alles wat daarbij komt – succes, eenzaamheid, falen, tegenslagen en meevallers. De meeste mensen zullen kiezen voor de laatste optie. Mill zei hierover: 'It is better to be a human being dissatisfied than a pig satisfied; better to be Socrates dissatisfied than a fool satisfied.'

Moord kunnen we met ons gezond verstand in geen geval goedkeuren. Op welke wijze kan men dan toch verdedigen dat het ombrengen van bijvoorbeeld Pim Fortuyn moreel verantwoord is? Mill redeneert vanuit het doel van de handeling: al het menselijk handelen heeft als enige doelstelling geluk. De goed- of afkeuring van een daad hangt af van de mate waarin deze daad het geluk van de betrokkenen vergroot of verkleint. In het geval van Pim Fortuyn zou de berekening gemaakt kunnen worden dat Fortuyn met zijn acties op langere tijd meer kwaad zou doen dan goed. Het geluk van de betrokken mensen, het Nederlandse volk, zou in gedrang komen.

Felicific calculus
Maar Mill stuitte al snel op het rekenprobleem. We kunnen vaak niet alle consequenties van onze daden overzien en hebben vaak geen inzicht in de impact van ons handelen op het geluk van anderen en op individuele gevallen, met name op de langere termijn. Een vrije economie kan nu bijvoorbeeld voor een gelukzalig gevoel zorgen, maar wat betekent dit voor toekomstige generaties? Bovendien hebben we op het moment van handelen vaak ook niet de tijd om deze berekening op te maken. De vraag is dan ook: hoe meet je geluk? Is geluk wel te meten? Mill definieerde dit ook wel als de felicific calculus.

Voor het berekenen van het Bruto Nationaal Geluk worden verschillende meetmethoden geopperd. Zo zijn er bijvoorbeeld wetenschappers die mensen vragen hun geluksgevoel een rapportcijfer te geven. Op basis hiervan worden landen gerangschikt op hun gelukspeil en een database bijgehouden met gelukscijfers. Maar opnieuw speelt de vraag of een subjectief gevoel als geluk in een cijfer is te vangen en of de culturele context van een land niet meespeelt bij de toekenning van een cijfer. Opvallend is in ieder geval dat men in landen als Japan en Nigeria aangeeft even gelukkig te zijn, terwijl het BNP per inwoner van Japan zo'n vijfentwintig keer hoger is.

Belasting
In Nederland wordt er dus wel gekeken naar alternatieven voor het BNP. Toch zal laatstgenoemde nooit helemaal verdwijnen. Zoals Mill al schreef: er zijn verschillende middelen om een doel – geluk – te bereiken. Soms moeten we de nieuwste auto kopen om gelukkig te worden of verhuizen naar een groter en luxer huis; ook de geldzuchtige heeft geluk als doel. Voor een land geldt hetzelfde: er is geld nodig om initiatieven op te zetten om het geluk van het volk te vergroten. Laat nou net het BNP de graadmeter zijn voor de hoogte van de belastingen.

Alle lezingen worden opgenomen, kijk de lezing van gisteren hier terug.