Waarom dromen we?

Op de vraag of jouw droom over draken berijden betekent dat jij een vrije geest hebt, heeft de wetenschap geen antwoord. Wel weet droomonderzoeker Martin Dresler (RU) steeds beter waarom we dromen. Zijn ze pure hersenspinsels, of hebben dromen nut?
Leestijd 5 minuten — Di 15 juli 2025

Wiskundeles van Nelson Mandela, of broodjes smeren voor een theekransje op Saturnus. Dromen slepen ons moeiteloos mee naar werelden die tijdens de nacht volkomen logisch lijken. Maar zodra we wakker worden, vervagen die taferelen als mist in de ochtendzon. We dromen allemaal: elke nacht beleven we gemiddeld vijf tot zeven dromen. Gemiddeld dromen we zelfs twee uur per nacht. Toch gek dat we ons daar vaak maar een glimp van herinneren. 

De wetenschap tastte lange tijd in het duister over het nut van dromen. Neurowetenschapper Martin Dresler van de Radboud Universiteit probeert het raadsel te ontrafelen en feit van fictie te scheiden. “Droomonderzoek had lange tijd een wat zweverig imago”, vertelt Dresler. “Dit kwam onder andere door de symbolische benaderingen van ‘droomduiders’ zoals Freud en Jung.” Nu de neurowetenschappen zich weer meer bezighoudt met dromen is er meer geld beschikbaar gekomen voor onderzoek. In het Donders Sleep + Memory Lab kijkt Dresler met zijn collega’s naar de functie van dromen, lucide dromen en hoe we dit het best kunnen onderzoeken.

Dromen vangen in het lab

Hoe gaat dit in zijn werk? “Een van de manieren is het rapporteren van dromen”, vertelt Dresler. Proefpersonen blijven logeren in het lab en worden ’s nachts bijna elk uur gewekt om hun droom te vertellen. Deze methode werkt, maar zorgt wel voor complicaties. Het herhaaldelijk wekken van de deelnemers zorgt voor lange, slapeloze nachten bij de onderzoekers. Deelnemers moeten nog wennen aan slapen in een lab, vanwege alle apparatuur en de nieuwe omgeving. 

Omslachtig, want Dresler en zijn collega’s weten niet precies wanneer een droom begint en eindigt. Ze komen halverwege binnenvallen, en deelnemers herinneren zich volgens Dresler hun dromen vaak maar gedeeltelijk. Daarom experimenteren ze nu met lucide dromen. 

Dat is het moment waarop de dromer zich bewust is dat hij droomt en invloed heeft op wat er gebeurt. Dresler: “Het lukt nu om in het lab te communiceren met lucide dromers via oogbewegingen. De dromer beweegt dan zijn ogen op een afgesproken manier, zodat wij onderzoekers weten dat hij lucide is. Het lukt de deelnemers zelfs om simpele rekensommetjes, zoals twee plus drie, te maken.” Die mogelijkheid om tijdens de slaap met een dromer te communiceren, laat een geheel nieuw onderzoeksveld zien. Eén waarin we misschien wel een antwoord kunnen vinden op de volgende vraag: waarom dromen we eigenlijk?

Dromen als virtual reality speeltuin?

“Op die vraag hebben we eigenlijk nog geen antwoord”, vertelt Dresler. “Wel zijn er een aantal dominante theorieën binnen de wetenschap. Zoals de threat simulation theory, die stelt dat dromen dienen als evolutionair oefenrondje. Stel je voor: je rent door een donker bos, achtervolgd door een hongerige leeuw. Je hart bonkt, je adem stokt. Dan word je wakker, veilig in bed. Dresler legt uit: “De theorie stelt dat onze hersenen tijdens de slaap bedreigende situaties naspelen, als mentale training voor échte gevaren. Dromen over sociale situaties, vluchten of vechten, zouden ons al sinds de oertijd helpen om overlevingsstrategieën aan te scherpen.” 

De theorie zou verklaren waar we nooit over alledaagse dingen dromen, zoals urenlang achter een scherm zitten voor werk of studie. “Zelf droom ik daar nooit over”, zegt Dresler glimlachend. “Wél over ongemakkelijke of spannende (sociale) gebeurtenissen. Dit laat zien dat dromen niet per se dienen als informatieverwerking van de dag, zoals men vaak denkt, maar om ons lastige situaties te laten oefenen.

Toch vinden niet alle wetenschappers dat deze evolutionaire benadering alles verklaart. Iemand die piekert over werkdruk droomt misschien niet letterlijk over zijn computerscherm of inbox, maar wel over te laat komen of iets vergeten. Hier komt een andere benadering in beeld: de continuïteitstheorie. Deze stelt dat dromen nauw aansluiten bij ons dagelijks bewustzijn om gedachtes, zorgen en emoties te verwerken. In tegenstelling tot de threat simulation theory, benadrukt deze theorie de persoonlijke betekenis van dromen. 

Rationaliteit uit, emoties aan

Recente onderzoeken kunnen al wel meer zeggen over onze breinactiviteit tijdens het dromen. De activiteit verandert dan in verschillende hersengebieden. De prefrontale cortex, die je overdag helpt om rationele beslissingen te nemen, schakelt een tandje terug. Tegelijkertijd worden andere gebieden juist actiever. Zoals het zogeheten limbisch gebied. Dit is de plek voor emoties, instincten en herinneringen in ons brein. Dit zou kunnen verklaren waarom dromen vaak irrationeel, levendig en emotioneel geladen zijn. 

Deze afbeelding is gemaakt met kunstmatige intelligentie

Maar naast dat dromen gekke wendingen hebben of beladen onderwerpen bevatten, voelen ze vaak ook echt aan. “Overdag is het heel duidelijk waar prikkels vandaan komen, want we voelen, ruiken en horen met onze zintuigen”, vertelt Dresler. “Deze prikkels kunnen we ook ervaren wanneer ze er niet echt zijn en door onze hersenen worden gefabriceerd.” Dit komt doordat wanneer je droomt over het horen van muziek, het hersengebied dat geluid verwerkt actief is. Hetzelfde patroon werd waargenomen bij dromen over beweging, denkprocessen, ruimten en gezichten: de hersenactiviteit weerspiegelde nauwkeurig wat er in de droom gebeurde, alsof de persoon het daadwerkelijk meemaakte. 

Dromen als medicijn?

Dit soort wetenschappelijke inzichten openen nieuwe deuren, die op meerdere vlakken relevant kunnen zijn. Want hoewel droomonderzoek nog in de kinderschoenen staat, ziet de toekomst er veelbelovend uit. Lucide dromen - waar Dresler onderzoek naar doet - worden inmiddels onderzocht voor verschillende medische toepassingen. Zo wordt bij narcolepsie, waarbij mensen plotseling in slaap vallen, gekeken of patiënten zichzelf kunnen wekken zodra ze beseffen dat ze dromen. Ook bij psychische klachten, zoals chronische nachtmerries en angststoornissen, lijken lucide droomtechnieken soms perspectief te bieden.

Met de ontwikkelingen van het SleepLab zou droomonderzoek in de toekomst niet langer alleen het mysterie van dromen kunnen ontrafelen, maar ook een waardevol hulpmiddel bieden voor onze mentale én lichamelijke gezondheid.