Weg van de weerstand
Je zou de transitie naar een duurzamere wereld kunnen vergelijken met de moeilijkste groepsopdrachten uit het tv-programma Wie is de mol? Net zoals de transitie zijn de spellen geheel nieuwe uitdagingen; geen van de deelnemers heeft ze ooit eerder gespeeld. De kandidaten moeten optimaal samenwerken om het doel te bereiken. Maar door de aanwezigheid van de mol, een onzichtbare, te betrappen tegenstander, ligt sabotage altijd op de loer. Het gevolg van die weerstand: onderling wantrouwen, stress en botsende belangen.
Zes wetenschappers uit verschillende disciplines analyseerden in de lezingenreeks Weg van de weerstand het spel van de transitie. We vroegen hen uit te leggen wie of wat een duurzamere wereld in de weg staat. Wat schreven de wetenschappers in hun mollenboekje?
KLIMAATONTKENNERS, DE SABOTEURS?
In de jacht op wie de duurzaamheidstransitie tegenwerken zijn klimaatontkenners en twijfelzaaiers een makkelijke prooi. Met hun onnavolgbare complottheorieën halen ze wetenschappelijke feiten onderuit. Maar volgens interdisciplinair socioloog dr. Jaron Harambam (KU Leuven) moeten we complotdenkers niet zomaar als ‘wappies’ wegzetten. Voor zijn promotieonderzoek had hij diepgaande gesprekken met tientallen complotaanhangers. Stuk voor stuk waren hun kritieken uniek. Het wegzetten van deze kritieken is begrijpelijk volgens Harambam, maar het werkt contraproductief. Alleen begrip voor deze ongenoegens leidt tot een betere samenwerking.
DE GROTERE MACHTEN
Het zijn eerder de grotere machten in onze maatschappij die de huidige impasse in stand houden. Politicoloog dr. Herman Lelieveldt (UU) vertelde in zijn lezing hoe het naoorlogse adagium van ‘zo veel mogelijk productie voor zo weinig mogelijk geld’ de landbouw nog steeds in haar greep houdt. Zowel boeren, consumenten als de aarde zijn daar het slachtoffer van. De oplossing ligt volgens Lelieveldt bij de politiek, die bijvoorbeeld boeren zou kunnen belonen voor duurzame grondbewerking.
Hoewel de illegale dierenhandel de afgelopen tijd vanwege corona even in de aandacht stond, zijn stropers en smokkelaars voor ons normaal gesproken een ver-van-mijn-bed-show. Ook de EU kijkt voor de oplossing van wilde dierenhandel vaak naar betere handhaving in tropische landen, vertelt criminoloog dr. Daan van Uhm (UU) in zijn lezing. Volgens hem wordt het tijd dat de EU de hand in eigen boezem steekt. Het aanbod van beschermde diersoorten op de zwarte markt mag dan wel voor het grootste gedeelte uit verre landen komen, het is vaak de Europese vraag naar wilde dierproducten (zoals kaviaar en reptielen) die de prijs opdrijft en zo stroperij stimuleert. Handhaving begint dus in Europa.
HET RECHT SPREEKT
Maar wat als de politiek en bedrijven niet genoeg doen om de natuur te redden? Dan kun je naar de rechter gaan, bewezen Urgenda en Milieudefensie. Zij boekten allebei belangrijke overwinningen tegen respectievelijk de Nederlandse staat en Shell. Volgens jurist mr. dr. Laura Burgers (UvA) weerspiegelen deze klimaatrechtszaken een bredere trend in het rechtssysteem: de erkenning van het belang van de natuur zelf. In de klimaatzaak van Urgenda beargumenteerden de pleiters dat de mens recht had op een leefbare omgeving, en de staat de plicht had meer te doen tegen CO2-uitstoot. De natuur is hier een mensenrecht: ze wordt beschermd in dienst van de mens.
Burgers wijst ook op een andere, parallelle trend die steeds zichtbaarder wordt in het recht: de natuur als rechtspersoon. Dat wil zeggen: de natuur, een van de slachtoffers die continu het onderspit delft in klimaatverandering, heeft dan eigen rechten en heeft niet alleen gebruikswaarde voor de mens. Zo kan een rivier het recht krijgen om schoon te zijn, of een diersoort om te blijven bestaan. Maar ook hier stuiten we op weerstand. En misschien terecht, zegt Burgers, maar we kunnen niet onverholen vast blijven houden aan het idee dat de mens gescheiden is van de natuur.
DIEPGEWORTELDE OVERTUIGINGEN
Het beschermen van de natuur was ook een centraal thema in het verhaal van antropoloog dr. Genner Llanes Ortiz (LEI). Economische progressie lijkt het aan de onderhandelingstafels te winnen van de natuur, en dat is ook zo in landen als Peru en Ecuador. Een vervuilend mijnbedrijf dat winst oplevert, krijgt daardoor macht over een Inheemse gemeenschap die van origine stagnatie handhaaft. Ondanks mooie beloftes blijft het uitputten van natuurgebieden lonken. Maar simpelweg mijnbedrijven aanwijzen als schuldige werkt niet, want ook de groene industrie neemt junglegebieden over voor windmolenparken en zonnepaneelvelden. Volgen Llanes Ortiz moeten we eerst af van de diepe overtuiging dat groei goed is, voordat het zal lukken onze natuur te behouden.
Ecologisch econoom prof. Julia Steinberger (University of Lausanne) weet ook hoe moeilijk het is om diepgewortelde overtuigingen los te laten. Ze illustreerde aan de hand van flitsende reclames hoe de auto-industrie de verkoop van zwaarvervuilende SUV’s blijft stimuleren door ze verbinden met avontuur, privacy en veiligheid. “But no one actually needs a SUV,” stelt Steinberger. Onze maatschappij wordt niet beter van snelle en grote auto’s, maar ons verlangen naar wat ze vertegenwoordigen is simpelweg te groot. Slechte zaak, zegt Steinberger. En bovendien eentje waarbij de rijke autokoper die zwaar in de minderheid is, opnieuw zorgt voor de meeste vervuiling.
GEEN WANHOOP
Als je goed kijkt zit in elke weerstand zo’n diepgewortelde overtuiging verborgen. Andermans frustratie kun je gewoon negeren (Harambam), productiegroei kent geen prijs (Lelieveldt), enkel de verkoper is verantwoordelijk voor illegale handel (Van Uhm), natuur heeft geen stem in de rechtszaal (Burgers). De weerstand is dus dieper en sterker dan gedacht, en bovendien niet zo makkelijk op te lossen als de spellen in Wie is de mol?. Toch zag geen van de sprekers de zin in van wanhoop. “Het gaat om kleine stapjes,” vertelt Llanes Ortiz, “en je mag elke overwinning vieren.”