Illegale wilde dierenhandel is Europeser dan je denkt

Stroperij verwoest ecosystemen en bedreigt exotische diersoorten met uitsterven. Dat voelt minder als een Europees probleem, meer als gesodemieter in tropische landen. Maar onze rol in de wilde dierenhandel drijft het aanbod uit andere landen. De oplossing begint met dat inzicht.
Leestijd 4 minuten — Do 1 april 2021
Weg van de weerstand

Door illegale dierenhandel wordt de lijst met bedreigde diersoorten in een rap tempo langer en dreigen hele ecosystemen verloren te gaan. Vanuit Europa hebben we de neiging om arme landen met een grote biodiversiteit en een hoge mate van corruptie aan te wijzen als schuldige. Maar zo simpel is het niet. Criminoloog dr. Daan van Uhm onderzoekt de illegale handel in wilde dieren, en laat zien dat dit geen ver-van-je-bed-show is. Hoe houden wij de illegale dierenhandel in stand? En hoe kan deze bestreden worden?

Een leeuw op je studentenkamer

De handel in wilde dieren is niets nieuws. De mens heeft al eeuwenlang een fascinatie voor exotische diersoorten. Zo hadden de heersers van het oude Egypte privé-dierenparken, en gaf Cleopatra ooit een giraf als diplomatieke gift aan Julius Caesar. Ook in het Romeinse rijk was het hebben van exotische dieren een symbool van macht, en de handel erin een winstgevende onderneming. Wilde dieren waren dus een product voor de elite, totdat in de 20ste eeuw een transformatie optrad. Professionele handelaren gingen zich specifiek richten op de handel in diersoorten. De prijs ging omlaag, waardoor ook de middenklasse exotische dieren kon houden. Studenten kochten bijvoorbeeld in een warenhuis een leeuw als huisdier voor op hun kamer.

Onder meer door de toenemende handel begonnen diersoorten uit te sterven. Om exotische dieren te beschermen kwamen de eerste initiatieven voor natuurbehoud op, zoals national parks. Deze national parks waren gebaseerd op een geheel nieuwe filosofie: dieren moesten beschermd worden en weggehouden van de handelaar. Om de handel in bedreigde diersoorten te reguleren werd in 1975 het CITES-verdrag geïntroduceerd, met gevolg dat veel soorten niet meer verhandeld mochten worden zonder juiste documentatie. Dit verdrag betekende het begin van de criminalisering van de dierenhandel. De dierenhandelaar week uit naar de zwarte markt.

Dierenhandel via Whatsapp

Hoewel er in de afgelopen decennia allerlei maatregelen zijn genomen om de handel in bedreigde diersoorten aan banden te leggen, is de illegale handel steevast gegroeid. Van Uhm onderzoekt criminele netwerken van over de hele wereld, en stelt dat de omstandigheden voor illegale dierenhandel nu zeer gunstig zijn. Door schaarste zijn bepaalde diersoorten soms per kilo meer waard dan drugs of goud. De handel heeft zich kunnen professionaliseren door de toenemende mogelijkheden van infrastructuur en communicatie. Deals kunnen nu worden afgesproken via Whatsapp, en dieren kunnen gemakkelijk met het vliegtuig worden gesmokkeld. De pakkansen en boetes zijn laag, en de winsten zijn hoog. De grote vraag en het lage risico maakt het een aantrekkelijke onderneming.

“Meer inzicht in de volledige marktwerking van vraag en aanbod is essentieel om de illegale dierenhandel te bestrijden.”

Een spiegel voorhouden

Vanuit Europa hebben we er een handje van om Aziatische en Afrikaanse landen aan te wijzen als verantwoordelijken van deze illegale dierenhandel. We denken erbij snel aan stropers in jeeps op de Afrikaanse savanne, of exotische dieren in kooitjes op markten in Aziatische steden. Die stropers en handelaren opzoeken en arresteren, om zo het risico van hun vak te verhogen, is dan de vaak geopperde oplossing. Maar Europa moet ook wat meer in de spiegel kijken, stelt Van Uhm.

Aan de kaviaar is niet meer te merken of ze van illegale steuren komt.

De rol van Europa in het globale handelscircuit is namelijk groter dan je misschien zou verwachten. Voor bepaalde diersoorten of dierlijke producten is Europa dé belangrijkste afzetmarkt. Denk bijvoorbeeld aan kaviaar, de delicatesse van eitjes van de met uitsterven bedreigde steur. De steur is opgenomen in het CITES-verdrag, en terwijl kweeksteuren zijn toegestaan is vissen op wilde steur verboden. Toch gebeurt het, want vanuit de elite in Europa is er vooral vraag naar kaviaar van échte wilde steuren. Die zou beter smaken. De grote vraag vanuit Europa houdt de illegale handel grotendeels in stand.

Ook is Europa een grote afzetmarkt voor bepaalde exotische huisdieren, zoals vogels of reptielen. Veel van deze huisdieren zijn illegaal verhandeld, hoewel die informatie hier gemakkelijk wordt vergeten. Bovendien heeft Europa een cruciale transitrol. Dieren of dierproducten worden bijvoorbeeld vanuit Afrika met een tussenstop in Europa richting Azië gebracht. Europa is zelfs een herkomstregio voor illegale dierenhandel. Zo zijn er in Nederland stropers die zich richten op Nederlandse inheemse soorten en deze verhandelen naar mensen in binnen- en buitenland.

Europa heeft dus een kritieke positie bij het in stand houden van de dierenhandel. “Het is belangrijk dat we dat erkennen,” zegt Van Uhm. “Meer inzicht in de volledige marktwerking van vraag en aanbod is essentieel om de illegale dierenhandel te bestrijden.”

Van egocentrisch naar ecocentrisch

Wat volgens Van Uhm vooral moet plaatsvinden is een cultuuromslag. Er is een andere kijk nodig op de relatie tussen mens en dier. De handel in wilde dieren is een reflectie van hoe we met de natuur omgaan in bredere zin. Waar we nu nog vaak egocentrisch de mens centraal stellen, zouden we meer ecocentrisch met de wereld moeten omgaan. Er moet erkend worden dat de natuur een hele andere betekenis heeft dan enkel een handelsproduct. “We moeten mondiaal meer waarde toekennen aan ecosystemen en diersoorten, en dit ook implementeren in nieuwe internationale verdragen”, stelt Van Uhm. De natuur krijgt zo meer rechten, en grootschalige misdaden tegen het milieu worden harder bestraft. Alleen dan kunnen we het natuurverlies elders hier tegengaan.