De waarheid over klimaatcomplotten

Zijn complotdenkers die klimaatopwarming ontkennen gevaarlijke wappies? Nee. Sterker nog, volgens socioloog dr. Jaron Harambam werkt dit vervreemdend woordgebruik en wij-zij-denken ons tegen in de weg naar een duurzame wereld.
Leestijd 3 minuten — Ma 29 maart 2021
Weg van de weerstand

Bijna alle wetenschappers zijn het erover eens: de aarde warmt op, en de mens is hier de oorzaak van. Toch wordt deze wetenschappelijke kennis in twijfel getrokken en klinkt er steeds luider een tegengeluid van klimaatsceptici en complotdenkers. 'Gaat de temperatuur op aarde niet altijd op en neer?' vragen zij. 'En kloppen de wetenschappelijke modellen over klimaatverandering wel?' De strijd om de waarheid over wat er nu aan de hand is met het klimaat draait op volle toeren. Toch blijkt het complotdenkers en klimaatsceptici om meer te gaan dan alleen de waarheid.

Gevaarlijke gekkies?

In de media en wetenschap worden complotdenkers vaak weggezet als irrationele mensen met een paranoïde wereldbeeld, die bovendien gevaarlijk zouden zijn voor de democratie. En er wordt vooral veel óver complotdenkers gepraat, in plaats van mét hen. Socioloog dr. Jaron Harambam vond dat dit anders kon en ging met hen in gesprek. Hij dompelde zich twee jaar onder in de online en offline wereld van de complotdenkers, onderzocht hun motieven en vroeg ze wat de complottheorieën voor hen betekenen.

Veel complotdenkers en klimaatsceptici zien zichzelf als kritische denkers.

De wereld van klimaatsceptici en complotdenkers blijkt enorm divers. Harambam zag dat er veel verschillende groepen in de samenleving zijn die twijfels hebben over klimaatverandering, en dat dit niet alleen “extreme” groepen zijn die nergens meer in geloven. Mensen hebben uiteenlopende redenen om complottheorieën aan te hangen. Naast het wantrouwen in instituten zoals de academie, heerst er bij veel groepen ook een gevoel niet gehoord te worden. Ook zou complotdenken voor steeds meer mensen een manier zijn om woede te kanaliseren en zich af te zetten tegen de elite.

Van geocide tot gele hesjes

Naast motieven voor complotdenken onderzocht Harambam ook de verschillende inhoud van complottheorieën over klimaatverandering. In een aantal van die theorieën wordt klimaatopwarming ontkend. Zo is er bijvoorbeeld de theorie over geocide; de wereldelite zou klimaatopwarming bedacht hebben om grote groepen mensen dood te krijgen, om zo de overbevolking tegen te gaan. Vanuit andere complottheorieën is er kritiek op wetenschappelijke meetmethoden en modellen die klimaatverandering aantonen. “In sommige gevallen is deze kritiek terecht”, stelt Harambam. “De modellen zijn vaak erg complex en wetenschappers zijn soms niet transparant over hun meetmethoden.” Ook zijn klimaatsceptici beïnvloed door het maatschappelijk debat, waarin de fossiele industrie met grote campagnes flink twijfel heeft gezaaid over het bestaan van klimaatopwarming.

Er zijn ook groepen die klimaatverandering erkennen, maar ideologische bezwaren hebben bij de maatregelen die nodig zijn om klimaatopwarming tegen te gaan. Denk aan de ‘gele hesjes’-protestbeweging, die in 2018 op gang kwam naar aanleiding van de verhoging van de brandstofaccijns in Frankrijk. Het gaat deze groepen niet zozeer om de waarheid over klimaatverandering, maar meer over wie hiervoor moet opdraaien. Mensen willen niet hun manier van leven opgeven of de overheid laten bepalen hoe zij zouden moeten leven.

De ‘gele hesjes’-protestbeweging ontstond naar aanleiding van de verhoging van de brandstofaccijns.

In gesprek

De weerstand blijkt aan beide kanten te zitten. Veel complotdenkers en klimaatsceptici zien zichzelf als kritische denkers, en de anderen als goedgelovige massa. Anderen vinden complotdenkers juist goedgelovig, en zichzelf kritisch. Maar door enig persoon als gevaarlijke gek weg te zetten wordt een wij-zij-denken versterkt. En dit wij-zij-denken helpt ons niet vooruit in de weg naar een duurzame wereld. Die weg heeft immers al onze samenwerking nodig.

Vandaar is het belangrijk om minder te polariseren en meer te verbinden. Dit kan volgens Harambam op verschillende manieren gebeuren. In gesprekken met mensen die anders denken over klimaatverandering dan jij, is het volgens hem vruchtbaarder om nieuwsgierig te zijn naar de beweegredenen van de ander dan om een welles-nietes-spelletje te spelen over de waarheid. Om het vertrouwen in de wetenschap te verhogen en te behouden zouden wetenschappers transparanter moeten zijn over hoe ze tot hun conclusies komen. Ook zouden wetenschappers wat meer uit hun ivoren toren moeten stappen om de afstand tussen de wetenschap en verschillende groepen in de samenleving te verkleinen. Harambam doet dit zelf door in verschillende media te spreken. Zo was hij onlangs te gast in het programma van een complotdenker.

Als laatste ligt er op institutioneel vlak een mogelijke oplossing bij het meer betrekken van burgers bij besluitvorming over klimaatverandering en de bijbehorende maatregelen. Harambam geeft als voorbeeld het burgerforum rond klimaatbeleid in Frankrijk (Convention Citoyenne pour le Climat). In Nederland zijn er ook plannen voor zo’n forum, waarin een representatieve groep burgers over klimaatvraagstukken kan meepraten. Door meer in gesprek te gaan met elkaar kunnen tegenstellingen rond klimaatverandering gemakkelijker overbrugd worden.