Op eigen benen
We hebben een niet al te positief beeld van onze puberende medemens. Volgens dr. Eveline Crone heeft dit gedrag echter niets te maken met de aftakeling van de huidige jeugd. Door de eeuwen heen is namelijk precies eenzelfde puberaal gedrag vele malen beschreven. Het onbezonnen puberale gedrag hoort bij de ontwikkeling van kind tot adolescent en heeft daarmee een functie. 'Maar', benadrukt Crone, 'het puberale gedrag heeft ook vele positieve kanten.' De adolescentie is de tijd waarin hechte vriendschappen worden gesloten. Het is een periode van uitdagingen, creativiteit en sportprestaties. Een periode waarin talenten worden ontdekt.
De ontwikkeling van kind tot volwassene valt onder de noemer van adolescentie. De adolescentie heeft een duidelijk aanwijsbaar begin, de pubertijd waarin de hormoonhuishouding verandert. Wanneer de pubertijd eindigt rond het 15e jaar loopt de adolescentie echter nog door tot omstreeks het 25ste levensjaar. Het einde van de adolescentie is niet zozeer door biologische markers bepaald, maar is cultuur afhankelijk. Tijdens deze adolescentie treden er vele veranderingen op, waaronder veranderingen in controle vaardigheden, sociale en emotionele vaardigheden en vindt de ontwikkeling van creativiteit, passies en sportprestaties plaats.
De hersenen spelen een grote rol in al deze veranderingen tijdens de adolescentie. Om de ontwikkeling van kind tot adolescent beter te kunnen begrijpen, is het van belang dat de ontwikkeling van de hersenen tijdens deze periode goed wordt begrepen. Het helpt het gedrag van jongeren beter te verklaren en daar beter op in te springen. Belangrijker nog is dat onderzoek naar de ontwikkeling van de hersenen ook een bijdrage kan leveren aan kennis over ontwikkelingsachterstanden en hersenletsels.
Onderzoek naar de ontwikkeling van hersenen kon tot tien jaar geleden alleen post-mortem en via observatie van gedrag. Met de opkomst van functionele MRI (fMRI) heeft het hersenonderzoek echter een vogelvlucht genomen. Terwijl de proefpersoon in de scanner ligt en bepaalde taken uitvoert, wordt de hersenactiviteit gemeten. Wanneer bepaalde hersengebieden actief worden bij het uitvoeren van een taak stroomt daar zuurstofrijk bloed naar toe. Gebieden met zuurstofrijk bloed lichten op in de scanner en op deze manier kan worden bepaald welke hersengebieden bij welke taak zijn betrokken. Momenteel is er al veel onderzoek gedaan naar hersengebieden betrokken bij leren, emoties, sociale vaardigheden en creativiteit.
De prefrontale cortex is voornamelijk betrokken bij het aanleren van gedrag. Dit deel van de hersenen is bij mensen sterk ontwikkeld en kent veel connecties met andere gebieden. Uit onderzoek met fMRI is gebleken dat dit gebied zich relatief laat ontwikkeld in de adolescentie. In tegenstelling tot de late ontwikkeling van de prefrontale cortex worden meteen bij de start van de pubertijd bepaalde hersengebieden betrokken bij beloning - het striatum en de nucleus accumbens - extra gestimuleerd door de hormonale veranderingen. Deze overactiviteit van de beloningsgebieden resulteert in emotionele gevoeligheid. De combinatie met de relatief laat ontwikkelende prefrontale cortex zorgt voor 'ongebalanceerde hersenen', wat gedeeltelijk het onbezonnen en impulsieve puberale gedrag verklaart.
De toename van grijze stof zorgt voor een bepaalde disbalans in de hersenen, maar biedt ook veel mogelijkheden. De productie van grijze stof gebeurt in piekmomenten. In eerste instantie ontstaat er overproductie van grijze stof, waarna de grijze stof weer iets afneemt. De piekmomenten zie je op verschillende momenten in verschillende hersengebieden. Ze bieden enorm veel potenties. Het is het ideale moment voor training en het eigen maken van bepaalde vaardigheden.
Tot slot kan worden geconcludeerd dat de adolescentie een periode is van kwetsbaarheden, maar ook een periode voor unieke mogelijkheden. Het is een periode waarin jongeren experimenteren en risico's nemen. Een periode waarin jongeren keuzes kunnen maken die lange termijn gevolgen kunnen hebben en waarin zij begeleiding nodig hebben. Maar het is ook een periode waarin jongeren hun passies en talenten kunnen ontdekken. En een periode met een verhoogde potentie tot het leren van vaardigheden.