Het recept voor creativiteit

Neurowetenschapper Ysbrand van der Werf neemt een kijkje in het brein van Arnon Grunberg. Is dit de demystificatie van creativiteit?
Leestijd 3 minuten — Vr 21 februari 2014
Creativiteit

Een badmuts met electroden, een gezichtslezende camera, een hartslagmeter, heel veel draden en snoeren, een excentrieke schrijver en een aantal neurowetenschappers. Het nieuwste recept voor het ontrafelen van het creatieve proces in de hersenen.

Neurowetenschapper dr. Ysbrand van der Werf legt uit waarom de badmuts op het hoofd van Arnon Grunberg tijdens het schrijven van zijn nieuwe boek ons inzicht kan geven in het creatieve hersenproces. Het project, waarvan de Grunbergmeting de eerste fase is, zal naast wat Van der Werf 'scheppende creativiteit' noemt, na publicatie van Grunbergs boek eveneens de hersenactiviteit van de lezers meten, de zogenoemde 'ontvankelijke creativiteit'. Welke emoties ervaart het publiek tijdens het lezen van het boek? Komen die overeen met de emoties waar Grunbergs hersenactiviteit op duidde tijdens het schrijven van de desbetreffende passage?

Vragen en nog meer vragen
Het is een ambitieus project waarmee Van der Werf vragen hoopt te beantwoorden zoals: wat gebeurt er tijdens een creatief proces? Is de beleving van zowel de schrijver als de lezer af te lezen uit hersenactiviteit? Hoe verhouden de emoties in het geschrevene en de emoties van de schrijver zich tot elkaar? Komen zijn emoties overeen met het beschrevene of zijn het emoties over het geschrevene? Zal het schrijven van een agressieve passage boosheid bij Grunberg opwekken, of een afspiegeling weergeven van zijn tevredenheid met of ergernis aan de passage? Is er überhaupt identificeerbare emotionele beleving waar te nemen op het niveau van de hersenen?

Maar er zijn meer vragen. Zowel Arnon Grunberg zelf als de media en het publiek in de Aula van het Academiegebouw zijn kritisch wat betreft wat Van der Werf de 'demystificatie' van creativiteit noemt. Leidt het ontleden van creatieve processen op hersenactiviteitniveau niet tot opheffen van de mystiek rondom creativiteit? Doet interpretatie in de vorm van neurale transmissie en activatie geen afbraak aan de schoonheid van creativiteit? Moeten we wel willendat we scheppende creativiteit kunnen begrijpen?

Demystificatie?
Van der Werf antwoordt met een volmondig 'ja'. Hij haalt daarbij wis- en natuurkundige Robbert Dijkgraaf aan die stelt dat beter begrip van het heelal het niet minder mooi, maar juist prachtiger maakt. Maar er is een belangrijk verschil tussen het heelal en scheppende creativiteit, namelijk het bewustzijn van het creatieve individu. Het heelal heeft weinig bewust scheppend vermogen; het feit dat wij beter begrijpen hoe de oerknal tot stand is gekomen, zal weinig feedback van het heelal of aanpassing van het 'gedrag' opleveren. Met creativiteit werkt dat anders; scheppende creativiteit is een proces dat bewust gemaakt kan worden in haar actoren, wat op haar beurt kan leiden tot feedback en aanpassing. Het feit dat je weet dat creativiteit onderhevig is aan bepaalde emotionele en rationele processen zou deze processen wellicht kunnen beïnvloeden wat doorwerkt in het creatieve product. De vraag is dan, zal dat scheppende creativiteit begunstigen of juist in de weg zitten? Kan je nog wel een goede agressieve passage schrijven als je weet dat je daar zelf boos van wordt, en als je moeder zo op bezoek komt, en je je dus bedenkt dat het toch misschien handiger is die passage over te slaan? Of is het juist effectief omdat je je realiseert dat je na het eindelijke vertrek van je moeder juist perfect die agressieve passage op papier zal kunnen zetten?

Zoals Van der Werf aangeeft, de neurowetenschap naar creativiteit staat nog in de kinderschoenen, en met elke vraag die beantwoord wordt, zullen er vijf nieuwe opborrelen. We hebben er nu in ieder geval genoeg gesteld om de neurowetenschappers een jaartje mee vooruit te helpen.

Kijk hier de lezing Zichtbaar in het brein van neurowetenschapper Ysbrand van der Werf terug. Volgende week zoomen we weer uit van het brein en zal stadsgeografe Irina van Aalst creativiteit op het niveau van de stad onderzoeken. Wat maakt een stad creatief? Zijn het de mensen die erin wonen of is er meer?