Creativiteit
Creativiteit en wetenschap. Een moeilijke combinatie. Intuïtief lijken het tegenpolen, maar tegelijkertijd kan wetenschap niet zonder creativiteit. Hoe zit dat? Hoe verhouden de begrippen zich tot elkaar? En hoe kan de rol van creativiteit in de wetenschap gezien worden? "Creativity is seeing what others see and thinking what no one else has ever thought."Albert Einstein.
Ont-dekken
In de tweede lezing van de reeks Creativiteit schudt prof. dr. ir. Mieke Boon de zaal meteen wakker door het publiek het woord 'ontdekken' opnieuw te laten ontdekken: Ont-dekken, als in het wegnemen van het dek of de sluier. Ze betoogt dat ontdekken dus eigenlijk het stuiten op onderdelen van de werkelijkheid die er altijd al waren maar tot dan toe bedekt gebleven zijn betreft. Zoals Columbus op vreemd land stuitte en Amerika 'ontdekte' toen hij met zijn schepen besloot eens een andere kant op te varen op zoek naar Indië. Eigenlijk demonstreert Boon met deze eerste woorden precies wat ze in de rest van haar lezing betoogt, namelijk dat creativiteit schuilt in het op een nieuwe manier kijken en als gevolg daarvan nieuwe dingen zien en begrijpen. We hadden het woord ontdekken al ontelbare keren gezien en gehoord, maar opeens kijken we er anders naar en kunnen we het op een nieuwe manier begrijpen.
De slangendroom
Boon introduceert creativiteit in de wetenschap met een bekende legende over de ontdekking van de structuur van het molecuul benzeen. Na jaren zonder succes het hoofd gebroken te hebben over de mogelijke structuur van benzeen, droomde de Duitse chemicus August Kekulé op een nacht over een slang die zijn eigen staart opat. Het verhaal gaat dat toen opeens het kwartje viel; het molecuul benzeen was gevormd in een ring! Dit is een illustratief voorbeeld van creativiteit in wetenschappelijke ontdekkingen, maar hoe zit het dan wetenschapsfilosofisch gezien? Hoe kunnen we de rol van creativiteit in de wetenschap opvatten?
Creativiteit als scheppend ontdekken
In plaats van de analogie van de ontdekking van Columbus pleit Boon ervoor ontdekkingen in de wetenschap te vergelijken met creativiteit in de kunst, waarbij de nadruk op scheppen in plaats van ontdekken ligt. Boon legt uit dat de kracht van kunst deels ligt in het feit dat kunst kan aanzetten tot een nieuwe manier van kijken of aanschouwen van de werkelijkheid. Deze opvatting van scheppen kan volgens Boon ook doorgetrokken worden naar de wetenschap; nieuwe theorieën en modellen kunnen ook gezien worden als scheppingen die aanzetten tot een nieuwe manier van kijken. Het buiten de vaste kaders en paradigma's denken dus: out-of-the box. Deze zijn soms het gevolg van langdurig schaven en beitelen aan bestaande theorieën, maar grote ontdekkingen zoals het heliocentristisch stelsel (met de zon als middelpunt), de zwaartekracht en de structuur van benzeen worden vaak ook gekenmerkt voor het 'Aha!' of 'Eurka' moment waarbij alle puzzelstukjes op hun plaats vallen. Alsof er een nieuwe bril wordt opgezet waardoor we de wereld net iets anders bekijken dan we tot dan toe gedaan hadden.
Boon benadrukt dat er wel een belangrijk verschil bestaat tussen de kunst- en de wetenschapspraktijk, namelijk dat hoewel beide gekenmerkt worden door scheppend ontdekken, de wetenschap onderhevig is aan veel strengere eisen en criteria voor wanneer iets wordt aangenomen als een kloppende en coherente theorie. We mogen dromen over slangen, staren naar planeten en vallende appels, maar uiteindelijk moeten we het wel volgens wetenschappelijke criteria een verantwoording voor de elliptische banen, de zwaartekracht en de molecuulstructuur kunnen geven. Maar dat creativiteit in de wetenschap onmisbaar is staat buiten kijf. Om de cirkel rond te maken en weer af te sluiten met Einstein: “If at first the idea is not absurd, then there is no hope for it.”
De lezing 'Kennis in de maak' van prof. Mieke Boon is terug te zien. Volgende week is het woord aan neurowetenschapper dr. Ysbrand van der Werf die op zoek gaat naar creativiteit in het brein.