Empathie: een simpele formule?

Tijdens het eerste Science Café dit najaar, was het publiek het globaal met elkaar eens. Empathie betekent je inleven, compassie hebben voor de ander en de ander helpen. Maar klopt dat wel?
Leestijd 3 minuten — Di 21 september 2021
Science Café Utrecht

De tristesse spat van het scherm de zaal in. In plaats van empathie te definiëren in woorden laat pedagoog dr. Jolien van der Graaff (UU) aan het begin van de avond een filmpje zien. Jong voetbaltalent Mohamed rent vrolijk in rood-wit tenue over het veld. In de voice-over klinkt zijn trainer. Slecht nieuws: Mohamed is niet geselecteerd voor de overstap van team D1 naar C2. Op strenge toon spreekt zijn trainer hem toe: “Zoals het nu is, is het te weinig. Het is niet goed genoeg. Dat is het probleem, Mohamed.” Mohamed vecht tegen zijn tranen. En het publiek in de zaal vecht mee.

Meevoelen

Van der Graaff doet onderzoek naar de ontwikkeling van empathie bij jongeren in de leeftijd van dertien tot achttien jaar. Ze legt uit wat er tijdens het kijken naar het filmpje met ons gebeurt. Wanneer we kijken naar het verdriet van een ander, voelen we onszelf ook verdrietig. Je voelt letterlijk met diegene mee en dat kunnen we meten in het lichaam. De lichamelijke kant van empathie is onderwerp van Van der Graaffs onderzoek. Middels sensoren op gezichtsspieren meet zij de fysieke reactie van jongeren op andermans verdriet of vreugde. En wat blijkt? “Bij een empathische reactie spiegelen we de emotie van degene met wie we meevoelen”. Grote kans dus dat ook jouw mondhoeken omlaag krulden om Mohameds situatie.

Meedenken

Emotie en meevoelen spelen bij empathie een belangrijke rol. Dit noemt Van der Graaff de affectieve dimensie van empathie. Heel belangrijk, maar niet de enige. Naast de affectieve dimensie van empathie, benadrukt ze het belang van de cognitieve dimensie: het vermogen om je te verplaatsen in een ander en zijn perspectief te delen. Je kunt bijvoorbeeld wel Mohameds tranen overnemen, maar snap je ook waarom die zijn opgeweld? Empathie is dus een parapluterm voor een complex “multidimensionaal construct”, zoals Van der Graaff het omschrijft. Dat maakt het onderzoeken ervan precies zo ingewikkeld.

Meehelpen?

En dan is er nog de vraag: doe je er ook iets mee? Volgens neuropsycholoog prof. Jack van Honk (UU) zou dat wel moeten. Van Honk bestudeert de invloed van hormonen op sociaal gedrag. Voor hem geen empathie zonder “helping behaviour”. Als je alleen meevoelt en meedenkt, ben je “een parasiet op andermans emotie”. Naast empathische gevoelens en empathische gedachtes zouden we dus nog een derde dimensie kunnen onderscheiden: empathisch gedrag. Zorgt meevoelen en meedenken voor dat gewenste gedrag? De praktijk blijkt weerbarstiger. Empathische gevoelens en gedachten zijn geen betrouwbare voorspeller voor het helpen van anderen. “Empathie kan prosociaal, behulpzaam gedrag motiveren, maar niet garanderen”, aldus Van der Graaff. “Als je een ander goed begrijpt, kan je bijvoorbeeld ook beter pesten”. Meehelpen is geen automatisch gevolg.

Meer onderzoek

De formule affectieve empathie + cognitieve empathie = empathisch handelen is dus te simpel om de complexiteit van empathie te kunnen vangen. Te veel factoren spelen een rol en meer onderzoek naar empathie in concrete, maatschappelijk relevante situaties is nodig om duidelijker te krijgen hoe het precies in de praktijk werkt. “Maar genoeg geneuzel op de vierkante centimeter”, aldus Van der Graaff. Je inleven, compassie hebben voor de ander en de ander helpen, zoals het publiek empathie omschreef aan het begin van de avond, is heus zo gek nog niet. En deze basale, menselijke neiging tot behulpzaamheid en medeleven is zeker nuttig, benadrukt ze. Daar krullen je mondhoeken toch van omhoog?

Kijk de opname hier terug.