De 16-jarige scholiere Greta Thunberg haalde na de klimaattop van de VN afgelopen augustus krantenkoppen. Met haar emotionele speech riep ze wereldleiders op om de klimaatcrisis niet meer te negeren. Eerder dit jaar haalde zij al het nieuws door haar schoolstakingsactie. Ze ging naast het Zweedse parlement zitten in plaats van in de schoolbanken om aandacht te vragen voor de klimaatcrisis. Journalist Joost de Vries stelt afgelopen week in de Groene Amsterdammer dat zij zoveel media-aandacht krijgt omdat we empathie hebben voor Thunberg, maar dat die empathie er niet per se toe leidt dat we anders gaan handelen.
We kunnen empathie negeren
Empathisch vermogen heeft iedereen, maar of je met die empathie ook anders gaat handelen verschilt per persoon, stelt neurowetenschapper prof. dr. Christian Keysers (UvA) in zijn lezing Empathy in the brain. Empathie wordt veroorzaakt door spiegelhormonen, die zorgen ervoor dat we ons kunnen inleven in iemand anders. Tegelijkertijd is ook in elk brein de mogelijkheid aanwezig om empathie te negeren. Evolutionair gezien is het namelijk niet voordelig om je in iedereen in te leven. Niemand beschikt over de tijd en middelen om iedereen te helpen in wiens situatie je je kan inleven.
De ervaring van empathie voor toekomstige generaties is dus niet genoeg om je gedrag te veranderen. Gevoelens van empathie voor Thunberg of slachtoffers van de klimaatcrisis gaan er niet spontaan voor zorgen dat we net als Thunberg gaan staken, of dat we bijvoorbeeld ons consumptieniveau aanpassen. Of empathie daadwerkelijk in gedragsverandering resulteert, hangt ervan af of je je gedrag ook echt wílt veranderen, aldus Keysers. Er moet al een bepaalde bereidheid aanwezig zijn om je gedrag te veranderen, wil empathie effect hebben.
Meer weten over hoe die bereidheid gestimuleerd kan worden en hoe empathie werkt in het brein? Kijk dan de lezing ‘Empathy in the brain’ van prof. dr. Christian Keysers terug.