Geschiedenis voor straks
Als je denkt dat we wat van de geschiedenis kunnen leren, dan heb je het mis. “U wordt er geen cent wijzer van, nul komma nul.” Aldus historicus Maarten van Rossem in de openingslezing van het najaarsseizoen 'Geschiedenis voor straks'. Het nut van de geschiedkunde ligt volgens Van Rossem niet in het voorspellen van de toekomst. Wie zag de kredietcrisis aankomen? En zijn we daadwerkelijk gestopt met uitsluiten en discrimineren na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog? Historici hebben dan ook geen patent op kennis over de toekomst, vindt Van Rossem: “Historici voorspellen niet beter dan andere mensen in de samenleving die zich nog nooit met het verleden hebben beziggehouden.”
Historische analogieën
Onder Van Rossems cynisme gaat wel degelijk een serieuze boodschap schuil. Pogingen om op basis van historische analogieën uitspraken te doen over de toekomst, lopen onvermijdelijk op niets uit. Zulke scheve vergelijkingen kunnen met name in de politiek verregaande gevolgen hebben. Van Rossem verwijst daarbij naar Thinking in Time: The Uses of History for Decision-Makers, een studie uit 1986 naar de mogelijke voordelen en nadelen van het gebruik van geschiedenis in de politieke besluitvorming. Door een analyse van verschillende voorbeelden, zoals de Vietnamoorlog, tonen de auteurs aan dat vergelijkingen regelmatig leiden tot foute beslissingen. Als we willen voorspellen wat de volgende stap van Poetin zal zijn, loont het dus niet om naar Hitler en het nazi-Duitsland van de jaren '30 te kijken, denkt Van Rossem (zoals hij al in de reeks 'De Grote Oorlog' betoogde). De geschiedenis herhaalt zich immers niet.
Het verleden van de toekomst
Het is volgens van Rossem veel interessanter om te onderzoeken hoe we in het verleden over de toekomst hebben nagedacht. Zijn onze voorspellingen uitgekomen? Van Rossem noemt het voorbeeld van The Limits of Growth, een rapport van de Club van Rome uit 1972 over de ecologische gevolgen van de economische groei. Het daarin geschetste toekomstbeeld komt volgens Van Rossem niet overeen met de realiteit van vandaag: “Het zou een wereld van doffe ellende en gebrek zijn.” Van Rossem werpt schertsend een blik op het publiek en moet vaststellen dat het allemaal wel meevalt. Conclusie: we kunnen nauwelijks wat zinnigs over de toekomst zeggen.
Mondiaal bewustzijn
Niet iedereen in de zaal kan zich vinden in Van Rossems boodschap. Hebben we dan helemaal niets geleerd van het verleden, vraagt een vrouw op de eerste rij zich af. Hoe zit het met de mensenrechten? Van Rossem geeft toe dat er tegenwoordig inderdaad een groter mondiaal bewustzijn is. De verwarring ontstaat doordat van Rossem gedurende de avond twee punten wat slordig door elkaar haalt: het voorspellen van de toekomst op basis van historische kennis enerzijds, en het trekken van morele en politieke lessen anderzijds. Dat historische kennis niet zonder meer een licht schijnt op de toekomst, is logisch. Maar het tweede punt is ingewikkelder. Zijn we helemaal niet in staat om lessen te trekken uit het verleden, of zijn we gewoon hardleers? Les of geen les, kennis van het verleden kan ons in ieder geval helpen om beter te begrijpen hoe en waarom we zijn gekomen waar we nu zijn.
Kijk de lezing hier terug.