De Grote Oorlog
De spanningen tussen Oekraïne en Rusland lopen hoog op en de hele wereld wordt hierbij betrokken. Als je de media moet geloven, is het slechts een kwestie van tijd tot de Derde Wereldoorlog uitbreekt. Maar is dat ook zo? Volgens emeritus hoogleraar Maarten van Rossem valt de huidige situatie niet te vergelijken met de situatie tijdens de Eerste of Tweede Wereldoorlog. In de eerste lezing van de serie De Grote Oorlog staat hij stil bij de ellende en nasleep van de eerste Wereldoorlog en de effecten op de huidige verdeling van landsgrenzen, en oorlogstactieken. Hoe kon Duitsland, de verliezer van deze Eerste Wereldoorlog, binnen dertig jaar weer uitgroeien tot één van de machtigste landen van de wereld? Kan kennis van geschiedenis ons iets leren over de huidige politieke situatie, bijvoorbeeld op de Krim?
Oorlog niet langer een oplossing
Tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog waren alle toenmalige heersende grootmachten ervan overtuigd dat oorlog een reële oplossing was om politieke en maatschappelijke problemen op te lossen. Oorlog voeren was een bewuste keuze, een strategie. Die strategie passen politieke leiders tegenwoordig niet meer toe. Vladimir Poetin zou binnen tien dagen Kiev kunnen overmeesteren, maar dat doet hij niet. Waarom niet? Het is een strategische zet om niet een grote stad te bezetten, maar alleen Oost-Oekraïne bij Rusland te betrekken. Er valt ook niks te halen in het land, de industrie is bijvoorbeeld sterk verouderd. Wel heeft het nieuwe bewind van Oekraïne plannen om lid te worden van de EU en de NAVO. Dat is een probleem. Een deel van de vloot van Rusland, de Zwarte Zeevloot, is gestationeerd rond de Krim en zou zich dan plots op het gebied van de Europese Unie bevinden. Een situatie die noch Europeanen, noch Russen aanvaardbaar vinden. Dat wil Poetin voorkomen met een aantal tactische zetten, maar deze passen dus niet in het beeld van een Derde Wereldoorlog. Een aanleiding tot oorlog gaat overigens soms subtieler en verrassender dan je denkt. Dat laat Van Rossem zien naar aanleiding van de vredesonderhandelingen in 1919.
Duitsland onverslaanbaar
Tijdens de vredesonderhandelingen in Parijs in 1919 waren de grote verliezers, Duitsland en de Sovjet Unie, er niet bij. Frankrijk, de Verenigde Staten, Italië en Engeland bepaalden sancties voor Duitsland: gigantische herstelbetalingen, het verliezen van grondgebied en demilitarisering. Voor Duitsland was dit een vernedering. Het land bepaalde tot dan toe altijd wat er in Europa gebeurde. Toch waren de uitkomsten van het vredesoverleg voor Duitsland niet ongunstig. Door de demilitarisering kon het uitgroeien tot de machtigste staat van Europa. Alle oude wapens waren afgepakt, wat dwong tot het bedenken van een nieuwe oorlogsstrategie. 'Creative destruction' wordt dit ook wel genoemd. Bovendien had Duitsland geen kolonieën meer waar men oorlog moest voeren: een kostenpost minder. Doordat het land niet werd bezet bleef de Duitse productiecapaciteit enorm en werd Duitsland in 10 jaar weer helemaal opgebouwd. Alle Europese landen, inclusief Nederland, konden de zuigkracht van deze florerende economie niet weerstaan en gingen handel drijven. Zo werd Duitsland weer een genormaliseerde natie. Toch is dit geen 'eind goed, al goed' verhaal. Dat weten we allemaal.
Hoe verder?
Een Tweede Wereldoorlog zat er niet aan te komen, totdat er een economische crisis aanbrak. Volgens Van Rossen hoeft er dan maar één sterke politieke leider op te staan, die de crisis en de eerdere vernedering aan elkaar kan verbinden, om een oorlog aan te jagen. Daar komt Hitler in the picture. Emeritus hoogleraar Maarten van Rossem gaat hier volgende week op door in de tweede lezing van De Grote Oorlog (dinsdag 9 september om 20:00 in de aula van het Academiegebouw). Hoe werden de Europese verhoudingen door deze crisis op zijn kop gezet? En hoe kan Duitsland, als grootste slachtoffer van deze crisis, toch weer één van de machtigste naties van Europa worden?
Je kunt de eerste lezing van De Grote Oorlog hier terugzien.