Het ontbrekende hoofdstuk

Waarom ontbreekt in handboeken psychologie het hoofdstuk over kinderseksualiteit?
Leestijd 3 minuten — Vr 27 september 2013
Over de bloemetjes en de bijtjes

'Seksualiteit' is een hoofdstuk dat in de meeste boeken over ontwikkelingspsychologie ontbreekt. Hooguit wordt er een paragraaf gewijd aan lichamelijke veranderingen in de pubertijd, maar een coherent stuk over de ontwikkeling van kinderen als gezonde seksuele wezens ontbreekt. Prof. dr. Willem Koops, hoogleraar ontwikkelingspsychologie, vraagt zich in de lezing Het ontbrekende hoofdstuk af waarom. Hij bespreekt de Victoriaanse moraal, Sigmund Freud en het contrast daarvan met 'fijne, alledaagse seks'.

Engeltjes

Visies op seksualiteit van kinderen zijn erg veranderd door de eeuwen heen. Tussen de 14e en de 20e eeuw zijn we kinderen steeds meer gaan zien als kind, met een eigen leefwereld die anders is dan die van volwassenen. De romantische theorieën van Jean-Jacques Rousseau creëerden vervolgens het beeld van kinderen als onschuldige, lieve, maar kwetsbare engeltjes. Een duidelijk voorbeeld is de veranderende manier waarop kinderen op schilderijen worden afgebeeld: eerst als mini-mensjes en later steeds meer als schattige kindjes. In deze beweging van infantilisatie werden kinderen steeds meer afgeschermd van volwassen zaken als agressie, de dood, geboorte en seksualiteit. Maar, pas sinds de 18e eeuw en onder invloed van de Victoriaanse mentaliteit is onze omgang met seksualiteit echt veranderd. Deze mentaliteit is preuts en asymmetrisch, mannen werden geacht vanaf jonge leeftijd te experimenteren met seksualiteit, terwijl vrouwen een kinderlijke onschuld tot aan hun huwelijksnacht moeten bewaren en er ook daarna vooral niet van mogen genieten. Seks werd iets stouts, niet meer iets dat gewoonweg fijn en menselijk is.

Freudiaanse seksualiteit

Onder invloed van de psychoanalyse van Sigmund Freud veranderde deze mentaliteit sterk tijdens de 19e eeuw. Vrouwen en kinderen worden langzaamaan weer gezien als seksuele wezens. Sterker nog, volgens Freud liggen seksuele driften ten grondslag aan alle psychologische problemen, en een groot deel van ons alledaags gedrag. Freud omschreef zes fasen van seksuele ontwikkeling bij kinderen, en wist elk psychologisch probleem op latere leeftijd te koppelen aan een verstoring van deze fasen in de kindertijd. Hoewel Freuds theorieën ondertussen grotendeels in diskrediet zijn gebracht, is zijn invloed op onze omgang met seksualiteit nog steeds merkbaar. Zo weten we allemaal wat een freudiaanse verspreking is, en zullen de meeste mensen erkennen dat onderbewuste verlangens effect hebben op ons gedrag. Dankzij Freud zijn we alle mensen, ook kinderen en vrouwen, dus weer gaan zien als seksuele wezens.

Het probleem seks

Een probleem aan de freudiaanse seksuele theorie is dat het voornamelijk gericht is op afwijkingen, trauma's en frustraties, en niet op alledaagse en fijne seks. Vooral kinderlijke seksualiteit wordt nu nog steeds benaderd als een problematisch en passief thema. Maar kinderen zijn seksuele wezens, stelt Koops, en het is mogelijk om hier op een meer ontspannen en spontane manier mee om te gaan. Hij benadrukt dat kinderen nu steeds meer kunnen wat volwassenen ook kunnen. We beginnen daarom aan een periode van omgekeerde infantilisatie: we zien kinderen steeds minder als puur kinderlijke wezens en kunnen daarom ook hun seksualiteit beter erkennen. Jongeren komen tegenwoordig steeds eerder te weten over seksualiteit, denk bijvoorbeeld aan levensgrote reclames voor lingerie, de nieuwste clip van Miley Cyrus, maar zelfs kinderseries als My little ponyzetten karakters op een seksueel uitdagende manier neer. Voorlichting over seksualiteit beperkt zich echter nog steeds tot de puberteit. Dit leidt tot een vreemde tegenstelling: kinderen zien overal om zich heen seks, maar hun eigen seksuele gevoelens erkennen we nog niet. De vraag die rest is in hoeverre we seksualiteit van kinderen gelijk kunnen stellen aan die van volwassenen. Zo legt columnist Asha ten Broeke in de Volkskrant van afgelopen zaterdag uit dat we kinderlijke seksualiteit niet moeten verwarren met volwassen begeerte en lust, maar dat het voor kinderen meer gaat om het ontdekken van jezelf en je eigen lichaam.

Volgende week bespreekt Peggy Cohen-Kettenis in de lezing In het verkeerde lichaam over de ontdekkingstocht van seksualiteit en identiteit. De hele lezing van prof. dr. Willem Koops kun je hier terugzien.