Lachen en huilen
Welvaart speelt hierbij natuurlijk een belangrijke rol, maar uit onderzoek komt naar voren dat vooral de sociale omgeving belangrijk is. Hoe ziet de sociale omgeving van een gelukkig kind er uit? Wat is er zo opvallend aan de sociale omgeving van kinderen in Nederland? Prof. dr. Wilma Vollebergh behandelde deze vraagstukken in de laatste lezing in de serie 'Lachen en huilen'.
Veranderende jeugdfase
De afgelopen decennia hebben er enorme veranderingen plaatsgevonden in de jeugdfase. Vandaag de dag zijn kinderen gelukkig, maar was dat vijftig jaar geleden ook zo? Was de generatie van opa's en oma's net zo door het fortuin begunstigd? Een belangrijke verandering die tegenwoordig in de jeugdfase wordt geconstateerd is het naar voren geschoven 'exit kindertijd' en het naar achter geschoven 'entree volwassenheid'. Dit betekent volgens Vollebergh dat er een lange transitietijd bestaat tussen de 'jeugd' en 'vaste verplichtingen'. Een andere, duidelijke verandering is terug te zien in seksualiteit. Tegenwoordig wordt seks door de jeugd vaak niet meer rechtstreeks verbonden met voortplanting. Vroeger was voortplanting onlosmakelijk verbonden met seks. Je ging tenslotte als maagd het huwelijk in. Naast een veranderend beeld van seks, hebben we ook te maken met een digitale revolutie. Tegenwoordig zijn computers, televisie en telefoons met internet permanent beschikbaar. Er is veel voor de digitalisering te zeggen. Enerzijds zouden kinderen hierdoor minder bewegen, aan de andere kant draagt het wel bij aan de bevordering van sociaal contact. Een andere bijkomstigheid van de digitalisering is de globalisering. De wereld wordt steeds kleiner. Tegenwoordig is het veel gemakkelijker om 'naar de andere kant van de wereld te gaan'. Kijk maar naar alle backpackende jongeren die tijdens een 'gapyear' in landen als in Australië of Azië rondreizen. In de tijd van onze grootouders was zoiets nog buiten handbereik en ondenkbaar. Tegenwoordig zijn jongeren steeds zelfstandiger, leven in een grotere welvaart, in een steeds toegankelijkere wereld.
HBSC
De Health Behaviour in School-aged Children (HBSC)- studie is een groot internationaal onderzoek naar de gezondheid en welzijn van kinderen in Europa en Noord Amerika. De HBSC studie vindt elke vier jaar plaats in samenwerking met de Wereldgezondheidsorganisatie. De studie verzamelt data onder 11-, 13- en 15-jarige scholieren over hun gezondheid, welzijn en hun sociale omgeving. Het internationale rapport presenteert het meest grootschalige beeld van de gezondheid en het welzijn van jonge mensen in de wereld. In Nederland hebben de trends van de periode 2001 tot 2009 een algemeen beeld: het is stabiel of verandert in positieve richting. De Nederlandse jeugd scoort internationaal vergeleken vooral goed bij positieve indicatoren. Zo kunnen kinderen gemakkelijk praten over problemen met zowel moeder als vader (hierbij halen Nederlandse kinderen zelfs de top drie). Evenals het gezamenlijk ontbijten, behaalt ook een toppositie. Het onder druk staan met betrekking tot schoolwerk haalt een score die bij de laagste vijf zit.
Successtory van Nederland
Wilma Vollebergh haalt 'de sterke nadruk die in onze samenleving op sociale relaties wordt gelegd' aan als voornaamste reden voor de gelukzaligheid van Nederlandse kinderen. Kinderen zijn voor Nederlandse ouders echt heel erg kostbaar. Natuurlijk is dat overal zo in de wereld, maar in een samenleving als de onze, waarbij 'het sociale' zo'n grote rol speelt en waarbij de nadruk minder op excellentie en grote verschillen wordt gelegd, is die kostbaarheid duidelijk terug te zien. Om dit toe te spitsen, haalt Vollebergh een 'successtory' aan die dit duidelijk illustreert, zoals: het alcoholgebruik onder jongeren. Het 'coma-drinken' op zeer jonge leeftijd is de afgelopen aantal jaar prominent onder de aandacht geweest. Vanaf 2003 is er actief campagne gevoerd tegen alcohol onder de zestien jaar. De campagnes waren voornamelijk gericht op de ouders. Kennelijk heeft het zijn vruchten afgeworpen. Ouders zijn beter op gaan letten. Vooral bij de jongste groepen (11 en 13 jaar) is het alcoholgebruik afgenomen, bij de groep van 15-jarigen is de afname in alcoholgebruik minder groot.
De Nederlandse jeugd mag in haar handjes knijpen. Veelal hebben kinderen een democratische verhouding met ouders en leraren. De kwaliteit van de sociale relaties, in het bij zonder met de ouders, verklaart dan ook een belangrijk deel van individuele verschillen in het welbevinden en de verschillen tussen landen in het welbevinden van jongeren. Wilma Vollebergh heeft daarbij sterk benadruk dat voor preventieaanpak van risico's bij jongeren, dit een belangrijk aangrijpingspunt is.
De lezing van prof. dr. Wilma Vollebergh kun je hier terugzien.