De mens als lachende aap?

“Honden kunnen net zomin spelen als muggen kunnen dansen” aldus dr. Bas Levering. Hij ziet een principieel verschil tussen mens en dier.
Leestijd 4 minuten — Za 13 oktober 2012
Lachen en huilen

Een mug danst volgens hem niet: hij maakt een soort dansende beweging en daarom beschouwt men het als een dans. Een jong hondje kan naar zijn mening evengoed niet op eenzelfde manier spelen als een kind. We noemen het slechts spelen. Verschillende biologen herkennen daarentegen wel 'menselijk' gedrag in dieren. Zo zien emeritus gedragsbioloog prof. dr. Jan van Hooff en zijn leerling etholoog prof. Frans de Waal, een empatisch vermogen bij verschillende aapsoorten. Deze claim komt voort uit de algemeen aanvaarde evolutietheorie, die zegt dat de mens uiteindelijk een dier onder de dieren is. De biologische antropologie ziet, net als Bas Levering, een principieel onderscheid tussen mens en dier. Daarmee staat haar ambitie haaks op de evolutietheorie. Hiertussen zit een zekere spanning waar een mooie discussie mee samenhangt. Levering ging in de vijfde lezing in de serie 'Lachen en huilen' –waarin hij prof. dr. Jan van Hooff verving wegens ziekte- in op deze strijd. Prof. dr. Jan van Hooff kwam wel nog aan het woord op video.

De antropoloog aan het woord
Levering haalt een drietal biologisch antropologen aan, die het wezenlijke verschil tussen mens en dier bepleiten. Zo draagt de antropoloog Max Scheler als belangrijkste verschil het zelfbewustzijn tegenover het bewustzijn aan. Een dier zit opgesloten in zijn wereld, terwijl de wereld van de mens open is. Een dier kan zijn wereld niet tot object maken en analyseren of verschillende zintuigen op hetzelfde object betrekken, de mens kan dit wel. Daarbij kan de mens 'nee' zeggen tegen zijn aandriften, terwijl een dier deze gewoon volgt.

Helmuth Plessner draagt als belangrijkste onderscheid 'de mens' als uitgangspunt aan. Volgens Plessner kan de mens zichzelf veranderen in tegenstelling tot dieren. Daarnaast kan de mens rollen spelen. Zo speelt een ober in een restaurant de rol van bediende. Hij serveert en voorziet dat alles naar wens is bij de gasten. Een restaurantbezoeker speelt op zijn beurt ook zijn rol, namelijk als die van gast die zich laat bedienen. Een mens laat zich echter niet met dergelijke rolverdelingen samenvallen. Een dier doet dit wel.

De laatste biologisch antropoloog is Arnold Gehelen. Hij stelt dat de mens zich principieel van een dier onderscheidt doordat men een zekere ontplooiingsdrang heeft. Instituties als het huwelijk en het gezin zijn realiseringen van dergelijke ontplooiingen. De wereld van de mens is open doordat wij blijven leren en ons blijven ontwikkelen. De wereld van het dierenrijk is, ook volgens Gehlen, gesloten.

De bioloog aan het woord
Biologen staan in deze discussie lijnrecht tegenover het vakgebied van de biologische antropologie. Zij herkennen 'menselijk' gedrag bij dieren en zien daarmee een gradueel verschil tussen mens en dier. Zo bestudeerde Jan van Hooff de gelaatsexpressies bij apen. Hij laat overeenkomsten zien tussen lachende apen en mensen. Zo maakt de aap eenzelfde geluid tijdens het lachen als de mens en vertonen de gelaatsspieren van de mens ongeveer dezelfde trekken als bij de aap.

De Nederlandse primatoloog Frans de Waal claimt bovendien dat chimpansees tot invoelen in staat zijn. De Waal laat zien dat chimpansees met elkaar begaan zijn en elkaar hulp verlenen in geval van pijn. Zij bezitten volgens hem wel degelijk menselijke eigenschappen. Zo smeden ze complotjes, maken voort-wat hoort-wat afspraakjes en strijden om status. Toch heeft Frans de Waal naar de mening van Levering een verkeerd idee van empathie. In zijn boek Van nature goed (1996) hanteert de Waal de term Einfühlung wat letterlijk 'invoelen' betekent. Bas Levering beweert dat de mens hier niet aan doet. Een mens 'voelt' niet 'in', hij doet meer dan dat. Hij haalt daarbij als voorbeeld het kermen van pijn aan. Wanneer je ziet dat iemand ontzettend veel pijn heeft, kun je er een voorstelling maken, maar je voelt de pijn niet daadwerkelijk zelf. Het is geen voorwaarde van het eigen gevoel. Daarbij is het hebben van gevoel iets anders dan het begrijpen van gevoel. Voor het begrijpen van gevoel dient humaniteit toegevoegd te worden. Daardoor komt het hebben en het begrijpen van gevoel volgens Bas Levering niet met elkaar overeen.

Wel of geen principieel verschil?
Biologisch antropologen hebben volgens Levering een goed punt als het om het principiële verschil tussen mens en dier gaat. Mensen bezitten rationaliteit en normativiteit en dieren niet. Levering voegt daar nog wel een punt van kritiek aan toe. Biologisch antropologen lijken volgens hem niet goed te beseffen dat het bij onderscheidende kenmerken als rationaliteit en normativiteit om imperfecte systemen gaat. Onze rationaliteit zorgt ervoor dat we weten wat goed en fout is, maar toch handelen we vaak niet verstandig: we leven de normen en waarden niet perfect na. Het is typisch menselijk om in een beregelde wereld te leven, toch zondigen we continue tegen deze regels. Het verschil tussen mens en dier is volgens Bas Levering een kwestie van definitie en soms van empirische overtuigingskracht.

De lezing van dr. Bas Levering kun je hier terugzien. Komende woensdag spreekt dr. Giselinde Kuipers over goede humor en slechte smaak.