De schepping van een nieuw materiaal

Al eeuwenlang bewerken kunstenaars materialen net zo lang tot deze de vorm aannemen die de kunstenaar voor ogen had.
Leestijd 3 minuten — Di 9 oktober 2012
Stof tot nadenken

Of hij of zij nu werkt met een klassiek materiaal zoals brons of met nieuwe materialen die voortkomen uit de material sciences: de scheppingsdrang van de kunstenaar lijkt geen grenzen te kennen. Tijdens de derde lezing in de reeks Stof tot Nadenken lieten conservator van het Rijksmuseum prof. dr. Frits Scholten en bio-artiest Jalila Essaïdi zien hoe kunstenaars materialen benaderen, en wat hier de gevolgen van kunnen zijn.

De levenskracht van brons
Soms gaan ontzag voor een materiaal en de drang het te overheersen hand in hand, vertelt Frits Scholten. Beeldhouwers zoals de 16e eeuwse Cellini dichtten levensgevende eigenschappen toe aan brons en beschouwde het daarom als een magisch materiaal. Cellini was zelfs van mening dat hij door het gieten van een bronzen beeld de kracht had gevonden om op te staan van zijn sterfbed. Tegelijkertijd beschreef hij het proces van het bronsgieten haast als een goddelijke scheppingsdaad. Zo gaf het materiaal levenskracht aan de kunstenaar, die op zijn beurt het materiaal bezielde en het leven schonk.

Cellini's zienswijze staat niet op zich. De wijze waarop in bronnen uit westerse culturen gesproken wordt over brons staat bol van Terra Mater symboliek: Moeder Aarde als schepper van leven, waarbij alles wat uit haar schoot voortkomt als levend wordt beschouwd. Ook ertsen zoals brons die uit haar schoot worden gewonnen zijn volgens deze symboliek levend, zij het in onvoldragen staat. Scholten laat zien hoe deze zienswijze die haar oorsprong vond in volksgeloven werd geadopteerd door de kunsten. Door het gieten van het brons kan de kunstenaar het materiaal niet alleen naar zijn hand zetten, maar tevens het levensverwekkende proces van de natuur voldragen. De maker verricht door het tot leven wekken en bezielen van het brons een goddelijke daad en schept een eindresultaat dat wel eens mooier gevonden kan worden dan wat de natuur afleverde. Zo waant de kunstenaar zich niet alleen meester over het materiaal, maar overtreft hij de natuur met zijn creatie.

Kogelwerende huid
Het overtreffen van de natuur is ook Jalila Essaïdi niet vreemd. Voor de ontwikkeling van haar kogelwerende huid liet ze spinnenzijde vergroeien met menselijke huid, waardoor deze sterker en veerkrachtiger werd. Samenwerking met het Leids Universitair Medisch Centrum en het Nederlands Forensisch Instituut stelden haar in staat haar huid te maken, en ook aan ballistische tests te onderwerpen. Hoewel de ontwikkeling zich nog in de beginfase bevindt, wordt er al serieus gesproken over een kogelwerende huid als vervanging van zware kevlar vesten. Wat begon als kunstproject is inmiddels uitgegroeid tot de ontwikkeling van een nieuw materiaal dat in de toekomst misschien wel in productie wordt genomen. Een materiaal, met als basis menselijke cellen.

De maker niet alleen als heerser over het materiaal, maar als vervolmaker van de natuur: Hoewel uit het verhaal van Scholten blijkt dat deze benadering niet nieuw is, roept deze door de nieuwe mogelijkheden die de material sciences met zich meebrengen nu ethische vragen op. Mogen wij de natuur zomaar naar onze hand zetten? En, als we alles kunnen maken, moeten we dat dan ook willen?

Naast een fascinatie voor spinnenzijde zijn het juist deze vragen die de drijfveer van Essaïdi vormen. Door biotechnologie met kunst te combineren, zoekt ze de grenzen van de wetenschap op, en wil het publiek zo bewust maken van waar nieuwe ontwikkelingen toe kunnen leiden. Neem haar kogelwerende huid: Mag een kunstenaar met menselijk materiaal werken? Mag ze als het product geperfectioneerd is dit patenteren en verkopen aan partijen die er misschien wel slechte bedoelingen mee hebben? Mag ze de huid alleen in wit beschikbaar stellen? Het voornaamste is, zo vinden beide sprekers, dat we deze vragen in het vizier houden. Tegelijkertijd is het wel degelijk aan de kunstenaar om de rol van voorloper op zich te nemen en de grenzen van wat mogelijk is op te zoeken. De scheppingsdrang die inherent is aan de kunstenaar lijkt er ook voor te zorgen dat dit niet anders kan: Van brons tot kogelwerende huid, de kunstenaar zal er altijd naar blijven streven de natuur en haar materialen te vervolmaken.

De lezing van Frits Scholten en Jalila Essaïdi kun je hier terugzien. In de volgende lezing (op 22 oktober) zoeken we ook de grenzen van het mogelijke weer op als Sylvia Pont en Ben Schouten ingaan op de ontwikkeling van virtuele materialen.