Ons slavernijverleden
Het kabinet maakte 200 miljoen euro vrij voor het helingsproces na de excuses van premier Mark Rutte op 19 december 2022. Dit alles is “geen punt, maar een komma", aldus Rutte. De regering wil het onrecht aandacht blijven geven.
Waar zou het vrijgekomen geld dan heen moeten? Op zoek naar antwoorden ging de regering met diverse klankbordgroepen in gesprek. Eén thema kwam het meest naar voren: het bestrijden van sociale en economische ongelijkheid van de nakomelingen van tot slaaf gemaakten. Toch is dit in de gepresenteerde plannen niet opgenomen. Het slavernijprogramma gaat vooral om bewustwording, kennisvergroting en herdenking. Deze prioriteit is niet zonder kritiek ontvangen. Zo zegt historicus Esther Captain tegen de Trouw dat ze liever had gezien dat er een link wordt gelegd tussen het Nederlandse koloniale beleid en de structurele armoede in Suriname en het Caribische gebied.
In de tweede avond van de reeks ‘Ons Slavernijverleden’ benoemt historicus Nicole Immler ook het belang van afrekenen met economische en sociale ongelijkheid. Zij vertelt dat bij het herstel van historisch onrecht gekeken moet worden naar wat er vandaag de dag nog van gevoeld wordt. Urwin Vyent, directeur van NiNsee, maakt dit invoelbaar door te wijzen op het feit dat de gemiddelde witte Nederlander tussen de 10.000 en 75.000 euro erft. Dat staat in schril contrast met de schulden die de gemiddelde Afro-Caribische Nederlander krijgt overgeheveld.
Immler noemt als voorbeeld van sociale ongelijkheid het gebrek aan representatie van de zwarte gemeenschap in de media, politiek en het onderwijs. Ze besluit: “Het is heel zichtbaar als je het wilt zien.” Dat de regering nu veel geld vrijmaakt om de ‘complexe doorwerking van het slavernijverleden’ te onderzoeken, maar niet voor het verkleinen van sociale en economische achterstanden is dus opvallend.
Het hele gesprek over het herstellen van historisch en hedendaags onrecht door het slavernijverleden is hier terug te kijken.