Filosofisch Café
In de politiek is weinig plaats voor de lange termijn. Het ontbreekt aan debatten over toekomstbeelden die verder dan vier jaar reiken en onze eigen minister-president typeerde visie als 'de olifant die het uitzicht beneemt'. Dat is pijnlijk.
We kijken niet ver genoeg vooruit. Dat verklaart waarom we verbaasd opkijken als vluchtelingen aan de poorten van Europa staan, aanslagen worden gepleegd in de stad van de liefde en het 16 graden in december is. Dat zijn de voorspelbare gevolgen van kortzichtig beleid. Het is tijd voor meer langetermijnvisie. Juist nu, volgens prof. Marcus Düwell (Ethiek Instituut, UU). We zijn het aan toekomstige generaties verplicht.
Duurzaam liberaal
Om die stelling kracht bij te zetten, schetst Düwell in het Filosofisch Café eerst een beeld van de heersende, publieke moraal. Vrijheid staat daarin centraal. Je mag doen en laten wat je wilt, zolang je respect hebt voor de rechten en waardigheid van een ander. Jouw vrijheid houdt op waar die van een ander begint. Veel aanhangers van deze liberale moraal vinden bovendien dat je mensen moet stimuleren om hun leven zelf vorm te geven. Geef mensen de mogelijkheid zich te ontplooien. Onderwijs bijvoorbeeld, is daarom een goed idee.
“Voor het eerst is er geen systematische visie op de toekomst. De moraal is onhistorisch geworden”
Maar duurzaamheid ook, volgens Düwell. Als je je kunt vinden in deze liberale opvatting over verplichtingen en verantwoordelijkheid, moét je het met hem eens zijn. Ga maar na: door niet duurzaam te leven, beperk je namelijk de vrijheid en mogelijkheid van toekomstige generaties om zich te ontplooien. Hoe meer CO2 we uitstoten, hoe meer opwarming van de aarde. De gevolgen daarvan maken het leven van ons nageslacht moeilijker: meer droogtes en overstromingen, meer honger, oorlog en klimaatvluchtelingen. Respect voor de vrijheid van een ander, brengt dus de plicht met zich mee duurzaam te leven.
Maar waarom is het 'juist nu' tijd om naar de toekomst te kijken? Waarom 'juist nu' plaatsmaken voor een visie op de lange termijn? Het heeft niet met januari en de start van een nieuw jaar te maken. Integendeel, Düwell vindt de reden daarvoor paradoxaal genoeg in de manier waarop in het verleden over de toekomst is nagedacht.
Open toekomst
Volgens Düwell heeft het christelijk erfgoed er lange tijd voor gezorgd dat de toekomst niet werd gezien als iets dat open lag. De bijbel kondigde de Apocalyps aan en het was wachten op de terugkomst van Jezus op aarde. Wat er gaat gebeuren staat vast, we kennen het via de openbaringen beschreven in de bijbel. De geschiedenis toont een lineair pad richting het einde der tijd.
Pas in de 18e en 19e eeuw zie je denkers opstaan die anders dachten en schreven over de geschiedenis. De filosofen Hegel en Marx zagen niet een pad leidend tot het einde der tijd, maar namen een vast patroon van vooruitgang waar. Dat klinkt optimistischer, maar nog steeds is er in deze visie geen sprake van een open toekomst. Het verleden bepaalt de toekomst. En ook in de 20e eeuw trekken invloedrijke filosofen een rechte lijn tussen vandaag en morgen. Zo zien Adorno en Horkheimer een constante achteruitgang van de beschaving. Een constante, waar niet aan te ontkomen is.
Nieuwe mogelijkheden
De toekomst lag in al deze visies al vast. Geen reden dus om je er al te druk om te maken. Maar nu is dit anders. Er zijn geen grote verhalen over de geschiedenis meer. Men gelooft noch in lineaire vooruitgang, noch in lineaire achteruitgang. “Voor het eerst is er geen systematische visie op de toekomst. De moraal is onhistorisch geworden,” aldus Düwell.
Dat betekent dat wij vrij zijn de toekomst naar onze hand te zetten. Die openheid is noodzakelijk voor denken over duurzaamheid. Düwell: “We denken nu over de toekomst niet in termen van wat we kunnen weten, maar wat we mogen hopen.”
We erkennen dus eindelijk dat er allerlei mogelijkheden zijn: het kan slechter of beter worden voor de komende generaties. Dat is afhankelijk van ons handelen hier en nu.
Dat verder kijken dan je neus lang is, moet volgens Düwell vooral gebeuren op mondiaal niveau. Een wereldregering vindt hij niet alleen een goed idee, maar pure noodzaak. De grote problemen van deze tijd, zoals klimaatverandering en vluchtelingenproblematiek, kunnen niet lokaal opgelost worden. En ook niet in vier jaar. Tijd dus voor goede voornemens die verder reiken.