Een rode lijn voor Gaza

Duizenden mensen spraken zich in Den Haag uit tegen geweld en schending van mensenrechten. Wat drijft zoveel mensen tegenwoordig de staat op en waarom blijft de rest thuis?
Leestijd 2 minuten — Di 20 mei 2025
#Protest

Een stroom van rood geklede mensen bewoog zich op zondag 18 mei richting het Vredespaleis in Den Haag. Er werd massaal een rode lijn getrokken tegen het geweld in Gaza. Niet eens met het kabinetsbeleid, kwamen volgens de organisatie ruim 100.000 bezorgde burgers samen om te protesten. Mensenrechtenorganisaties Amnesty International en Oxfam Novib organiseerden het protest met de boodschap dat de overheid zich uit moet spreken over het geweld in Gaza en grenzen moet stellen aan het schenden van mensenrechten.

“Schuilen kan niet meer” en “Kabinet schande bloed aan je handen”, zijn teksten die op hoog opgestoken borden staan. Volgens een rapportage in Trouw kwamen er mensen met verschillende motieven op het protest af. Sommigen zijn er om Palestina als staat te steunen. “Free Palestine”, wordt er geroepen. Anderen zijn er vanwege het schenden van mensenrechten, en de belofte van de staat om na de Tweede Wereldoorlog zulk vreselijk geweld nooit meer te laten gebeuren. Voor veel mensen is het dan ook de eerste keer protesteren. Allen zijn ze naar Den Haag gekomen voor dezelfde achterliggende boodschap: de Nederlandse overheid moet het geweld in Gaza veroordelen. 

“We zitten eigenlijk in een springvloed als het gaat om protesteren”, vertelt socioloog prof. dr. Jacquelien van Stekelenburg (VU) tijdens de lezing ‘waarom we (niet) protesteren’. “Het aantal demonstraties wisselt sterk over de tijd heen, er is sprake van een golfbeweging. Op dit moment protesteren we net zoveel als in de jaren 60.” Toch gaat niet iedereen die zich zorgen maakt over bijvoorbeeld klimaat of oorlog meteen de staat op. Ontevredenheid zorgt er niet meteen voor dat mensen opstandig worden. Daarnaast moet je ook weten dat er een demonstratie plaatsvindt, op die dag kunnen en ook mee willen doen. Onderzoek van Stekelenburg naar de demonstratie tegen kernwapens laat zien dat een groot deel ook niet de straat op gaat: “Van de 59% van de mensen die het eens zijn met de demonstratie en weten dat er een actie plaatsvindt, wil maar 10% meedoen, en kan er uiteindelijk maar 4%." 

Dat zet je aan het denken hoeveel mensen zich wel niet zorgen maken om de schending van mensenrechten in Gaza als er al 100.000 richting Den Haag kwamen. Kijk hier de lezing terug waarin Van Stekelenburg verder uitlegt wat er nodig is voor collectieve actie en hoe onze manier van protesteren door de jaren heen is veranderd.