#Protest
Black Lives Matter begon als hashtag, maar is inmiddels uitgegroeid tot een grote sociale beweging. En ook bij de Arab Spring speelde sociale media een grote rol. Protest-hashtags en berichten zijn trending en gaan de wereld over, maar er wordt ook nog steeds veel offline, op straat, geprotesteerd. Hoe beïnvloeden sociale media het hedendaagse protest?
Zwakke banden
“Bij protest heb je altijd te maken met het ‘dilemma van de collectieve actie’,” stelt mediawetenschapper dr. Thomas Poell. Mensen willen een collectief goed, maar het kost moeite, tijd of geld om je in te zetten. In het geval van een protest moet je bijvoorbeeld de straat op, of dagenlang op een plein bivakkeren. De meeste mensen hebben in dit soort situaties de neiging om te freeriden; ze hopen dat anderen zich inzetten, en dat zij vervolgens van het resultaat kunnen meeprofiteren. In de vorige eeuwen waren er sterke activistische organisaties die dit probleem verholpen. Denk bijvoorbeeld aan de vrouwenbeweging of de anti-kernwapenbeweging; organisaties waar duizenden mensen zich mee verbonden voelden. “Deze organisaties zorgden voor een collectieve identiteit,” vertelt Poell. “Dit zette mensen ertoe aan toch mee te doen.”
Maar de maatschappij is geïndividualiseerd en de grote organisaties van vroeger hebben aan kracht verloren. Iedereen kan nu een protest opzetten met sociale media. Maar niet iedereen gelooft in de effectiviteit ervan. De Amerikaanse schrijver Malcolm Gladwell schreef in 2010 een veelbesproken stuk voor The New Yorker waarin hij stelde dat protest via sociale media, juist door het gebrek aan organisatie en hiërarchie, geen grote impact zal hebben. Sociale media zijn voornamelijk goed voor het onderhouden van zwakke banden. Kijk maar naar je Facebook-vrienden, die eigenlijk vaak geen vrienden zijn, maar gewoon mensen die je vaag kent. Op die manier kunnen sociale media wel nuttig zijn voor het verspreiden van informatie over protest, maar dragen ze niet bij aan het creëren van duurzame actie. Daar heb je sterke verbindingen nodig. Geen netwerk, maar een hechte organisatie.
Viraal gaan
Volgens Poell is Gladwells kritiek te sterk. Hij gaat te veel uit van een scherp onderscheid tussen online en offline protest, terwijl je sociale media niet kunt isoleren. “Naast dat mensen online actief zijn, gaan ze ook nog steeds offline de straat op en praten met elkaar.” Zwakke en sterke verbindingen lopen zo door elkaar. Dit zie je bij verschillende protesten gebeuren. Denk maar aan de Arab Spring, de Occupy-protesten en de Black Lives Matter beweging: allemaal massaprotesten die na 2010 plaatsvonden (na de publicatie van Gladwells stuk dus) en zich zowel online als offline afspeelden.
Wat die protesten ook kenmerkt, is dat sociale media op een effectieve manier worden ingezet om discussie uit te lokken. Vooral met foto’s en video’s van controversiële, vaak gewelddadige situaties. Een goed voorbeeld is het ‘pepper spray incident’ tijdens een Occupy-demonstratie aan de Universiteit van Californië (Davis). Een politieagent spoot pepperspray op een groep demonstrerende jongeren die op de grond zaten. Het incident werd gefilmd en verspreidde zich razendsnel over het internet (ook als meme), waarop een grote discussie volgde over politiegeweld.
Moderne protesten hebben hun eigen manier gevonden om het ‘dilemma van collectieve actie’ te overwinnen. Onder invloed van social media is protest persoonlijker geworden. Mensen delen protestberichten en verbinden er hun eigen verhaal en identiteit aan. Zo worden bij de #Metoo-beweging mensen opgeroepen hun eigen ervaringen met seksueel misbruik te delen. “Juist door het personaliseren van protest voelen mensen zich gemotiveerd om zich in te zetten voor een gemeenschappelijke zaak“, legt Poell uit.
Complicaties
Zijn sociale media dan alleen maar een zegen voor hedendaags protest? Nee, zegt Poell, want er zijn wel degelijk een aantal complicaties. Zo hebben de protesten van nu vaak geen sterke organisaties of duidelijke leiders. (Probeer maar eens een leider te noemen van een recent protest dat op social media begonnen is!) Er zijn wel actieve mensen die ideeën formuleren over wat er moet gebeuren en de protesten opstarten, maar ze zijn minder in beeld dan historische leiders als Martin Luther King. “Het probleem van deze leiderloze protesten is dat er snel onenigheid komt over de doelstelling van het protest”, stelt Poell. Bovendien kan het gebrek aan legitieme leiders sociale bewegingen opbreken als daadwerkelijke verandering binnen handbereik is. Neem bijvoorbeeld de Egyptische revolutie. Het gebrek aan leiders zorgde ervoor dat de beweging na het aftreden van president Mubarak vrij gemakkelijk buitenspel kon worden gezet door organisaties die wél goed georganiseerd waren, zoals het islamitische Moslimbroederschap van de latere president Morsi.
Ook is het belangrijk om je te realiseren dat platformen als Facebook, Twitter en Instagram bedrijven zijn, gericht op het maken van winst en niet op het steunen van protest, of het instandhouden van gemeenschappen. Door de algoritmes van deze platformen krijgt iedereen gepersonaliseerde of populaire berichten te zien. Berichten over protest bereiken dus vooral mensen die al persoonlijk geïnteresseerd zijn, of als ze “trending” worden. Maar bij elk trending topic ligt het volgende trending topic alweer op de loer. Zo kunnen activistische berichten razendsnel vervangen en vergeten worden, bijvoorbeeld door berichten over sport of entertainment.
De invloed van sociale media op hedendaags protest is dus niet eenduidig. Wat in ieder geval duidelijk is, is dat offline protest tegenwoordig ondenkbaar is zonder de mobiliserende en agenderende kracht van social media. Maar om daadwerkelijke verandering teweeg te brengen, zijn social media vaak niet genoeg. Juist het samenspel van offline en online maakt protesteren in de 21ste eeuw krachtig.