Steeds meer jongeren #protesteren

Lang werden de jongeren van nu gezien als een apolitieke generatie: ze zouden geïndividualiseerd zijn, te veel bezig met hun mobieltjes en online identiteit. Toch zijn het juist de jongeren die nu het voortouw nemen in protestbewegingen. Hoe kan dat?
Leestijd 2 minuten — Wo 27 november 2019
#Protest

Een groot dataonderzoek van Harvard, waarover onder meer Trouw en NRC onlangs berichten, liegt er niet om: het aantal protestaanvragen is sinds 2009 explosief gestegen. Vooral jongeren blijken gegrepen door het protestvirus. Zij initieerden de klimaatstaking en de protesten Libanon, Hong Kong en Chili.

Maar jongeren zijn er altijd al. Waarom komen ze juist nu in actie? “Via sociale media kan dat snel, zonder de lange vergaderingen die onder studenten in de jaren zestig gebruikelijk waren. In Libanon weten jongeren uit verschillende bevolkingsgroepen kloven te overbruggen die tot nu toe te wijd bleken,” schrijft Trouw, zich baserend op het onderzoek van Harvard. Jonge activisten verzetten zich tegen de oude orde, en gebruiken nieuwe media om elkaar te mobiliseren, inspireren, en verschillen te overbruggen. Doordat sociale media geen duidelijke hiërarchie of sterke organisatie hebben, kunnen de jonge activisten zich beter makkelijker en sneller organiseren.

Unsplash

Wat online protest succes zo succesvol maakt

In de lezingenreeks #Protest legt mediawetenschapper Thomas Poell uit wat het online protest zo onmisbaar maakt in de huidige protestgolf. Sociale media helpen het zogenaamde ‘dilemma van collectieve actie’ te overwinnen. Mensen willen vaak wel protesteren, maar hebben geen tijd- puf- of zin om de straat op te gaan, en als anderen toch al gaan scheelt het hen een hoop moeite. Om in actie te komen, legt Poell uit, moeten mensen zich ergen mee kunnen identificeren, zogenaamd ‘collectieve identificatie’. Zonder collectieve identiteit geen collectieve actie.

In het verleden losten sterke en goed gestructureerde organisaties dit dilemma op. Doordat ze zo prominent de trekker waren van de protestbeweging, werd het aantrekkelijker om tóch te gaan protesteren. De organisaties zorgen voor een collectieve identiteit, wat aantrekkelijk en mobiliserend werkt en mensen aanzet tot collectieve actie. De jongeren van nu hebben geen boodschap aan deze organisatiestructuren. Juist het gebrek aan hiërarchie geeft hen de bewegingsvrijheid om zich in nieuwe vormen te organiseren. Sociale media zorgen voor een collectieve identiteit, zonder de heisa en hiërarchie van een gestructureerde organisatie. Mensen delen protestberichten en verbinden er hun eigen verhaal en identiteit aan.

Eén ding is duidelijk: de combinatie tussen jongeren en sociale media is geen apolitieke optelsom, maar een revolutionaire formule.