Groene bedoelingen
De Week Zonder Vlees begint vandaag. Het initiatief wil “een flexitarisch eetpatroon promoten, waarbij vlees en vis afgewisseld worden met vegetarische gerechten.” Maar wil je dit goed doen, weet dan wel wat flexitarisch inhoudt en let op welke vegetarische gerechten je gebruikt als vervanging.
Nederland leek goed op weg te zijn naar een flexitariërcultuur. Het percentage mensen dat zich flexitariër noemt steeg van 14 procent in 2011 naar 43 procent vorig jaar. Pijnlijk is alleen dat deze zelfgenoemde flexitariërs met zijn allen niet minder vlees eten, zo stelt de NRC. “Als je kijkt naar hun gedrag, verschillen ze nauwelijks van de mensen die zichzelf dat imago niet aanmeten, die zichzelf als vleeseter zien,” en “mensen hebben waarschijnlijk de neiging hun dagje zonder vlees te compenseren.”
Een verwarde flexitariër die de Week Zonder Vlees opvolgt met een zomerlang barbecueën verandert dus niet zoveel. Maar ook blindelings maaltijden met vlees vervangen door vegetarische maaltijden is niet per se duurzamer.
Hamlap of humus, elk voedingsmiddel heeft een andere impact op de natuur. Milieuonderzoeker dr. Sanderine Nonhebel (RUG) rekende uit hoeveel impact dat precies is voor verschillende soorten voedsel. Voor een zo goed mogelijke benadering analyseerde ze de gehele voedselketen: van de diesel die in de trekker gaat om het land te ploegen, tot de energiekosten van de supermarktkoeling. Dan komen bekende grootvervuilers naar voren, zoals vlees en kaas. Maar het onderzoek geeft ook verrassende inzichten, zoals het relatief hoge milieubeslag van plantaardige oliën en in kassen geproduceerde groenten en fruit. Daarmee wordt de discussie over duurzaam voedsel meer genuanceerd en iets complexer. “Gedroogde tomaten in olie zijn waarschijnlijk slechter voor het milieu dan vlees.” Kijk voor achtergrond en een verklarende discussie hier naar de lezing.
Het is dus niet eenvoudig om goed te eten. Welke keuzes maken dan echt het verschil? In Nederland bestaat er voor die vraag de onafhankelijke, wetenschappelijk verantwoorde informatie van het voedingscentrum. Zij zeggen: eet minder vlees en niet meer zuivel dan je nodig hebt. Verspil minder voedsel en vervang frisdrank en alcohol door kraanwater. Eet fruit en groente uit het seizoen (welke dat zijn vind je hier). In maart en april kun je bijvoorbeeld kiezen voor Nederlandse aardappelen en handperen. Nonhebel zegt daarbij ook: vermijd noten, koop zoveel mogelijk groenten die lokaal in de open lucht groeien, en stop met frituren in plantaardige oliën.