Groene bedoelingen
Het is een heerlijke dag, je voelt de zon branden op je rug terwijl je zacht kracht zet op de trappers van je fiets. Je beweegt je geruisloos tussen de groene weilanden door, en terwijl je je blik richt op een kudde gelukkig grazende koeien, denk je: “Wat lekker groen en natuurlijk!” Maar niets is minder waar. Ondertussen ben je aan het kijken naar de grootste vervuilers in de wereld. Een kudde ronkende auto's. “Ons eetgedrag is dé grote ellende in het klimaatprobleem”, zegt milieuonderzoeker dr. Sanderine Nonhebel (RUG).
Een aantal cijfers op een rij. De voedselindustrie in Nederland gebruikt 30% van het land, 70% van al het zoet water en 20% van de energie. Twee derde van onze vleesproductie en 70% van alle melk wordt nu vanuit Nederland geëxporteerd naar andere landen, terwijl bossen worden gekapt omdat we voer, zoals soja importeren. Voor elke kilo vlees blijven we met zo'n 30 kilo mest achter. De grote veestapel leidt ondertussen tot een verlies aan biodiversiteit en is verantwoordelijk voor 5% van de broeikasgasemissies. Dit is drie keer zoveel als alle windmolens in Nederland proberen te besparen. Doordat we daarbovenop nog eens enorm veel water uit het veenland pompen, wordt voor 2050 een bodemdaling van 60 cm voorspeld, terwijl ondertussen de zeespiegel stijgt. We denken altijd dat de auto de grootste vervuiler is, maar het is dus de koe.
9 miljard hongerige mensen
Hoe gaat dit verder in de toekomst? Nonhebel: "De wereldbevolking is vanaf 1960 tot nu verdubbeld en zal nog door blijven groeien tot een verwacht aantal van 9 miljard in 2050." Is er dan wel genoeg voor iedereen? "Ja. Ook de voedselvoorziening is fors gestegen en zal nog blijven doorgroeien." Maar er zal alleen genoeg zijn als het eetpatroon van iedereen gelijk blijft. En daar zit het probleem. Onderzoek wijst uit dat meer welvaart leidt tot een ander eetpatroon. In China bijvoorbeeld is de vleesconsumptie in de afgelopen 15 jaar verdubbeld. Het valt te verwachten dat in steeds rijker wordende ontwikkelingslanden hetzelfde gaat gebeuren. Met mogelijk desastreuze gevolgen: er is niet alleen te weinig ruimte voor veeteelt op die schaal, de schade voor het milieu zal enorm zijn.
Wereldwijd minder vlees eten is dus nodig om onze ecologische voetafdruk te verkleinen en genoeg te kunnen blijven produceren voor de hele bevolking. Toch moeten we niet denken dat algeheel vegetarisme de oplossing is. De milieubelasting van een vegetarische maaltijd is vaak nog groter dan van een vleesgerecht. “Zo is een potje gedroogde tomaatjes in olie nog slechter dan een stuk vlees”, aldus Nonhebel. De productie van de plantaardige olie die ervoor gebruikt wordt, kost namelijk veel land, energie en water. Andere producten met een grote milieu-impact zijn groenten uit de kas, ingevlogen groenten, gefrituurde producten en noten. In oktober tot mei zijn kool, witlof, uien, peen en andere groentes uit het vriesvak of uit blik de groenste keuze.
Afwegingen
Toch, zegt Nonhebel, is het maar net de vraag wat je belangrijk vindt. In de afweging over wat 'goed' voedsel is speelt van alles mee, zoals sociale factoren, de efficiënte van de productie en de biodiversiteit. Als je kiest voor het één gaat dat altijd ten koste van iets anders. Wil je als boer bijvoorbeeld minder grond belasten, dan zal je per hectare meer moeten produceren, wat meer energie vergt en biodiversiteit doet afnemen. En wil je als consument je ecologische voetafdruk verkleinen door geen ingevlogen groente te kopen? Dan kan het zijn dat je groenten eet die in sociaaleconomisch opzicht juist 'slecht' zijn. "Ingevlogen groentes zijn vaak onder goede werkomstandigheden gemaakt, maar hier in het Westland worden ze regelmatig onder slechte arbeidsomstandigheden geproduceerd", zegt Nonhebel. Afhankelijk van jouw overtuigingen ga je voor de ene of de andere optimalisatie.
Toekomst
Een duidelijke oplossing voor de milieu-impact van de voedselindustrie is er niet. Het is in ieder geval goed dat steeds meer consumenten zich bewuster worden van de impact van hun eetgedrag. Die langzame verandering in mindset stemt Nonhebel hoopvol. Als we maar niet vergeten te genieten. Heel af en toe een stuk vlees of plakje kaas kan gewoon, vindt Nonhebel. Zolang we ons maar wel realiseren dat er heel wat voor nodig is geweest om dat stukje op ons bord te krijgen. Én zolang we ook bewust kijken naar de belasting van het milieu die andere, vegetarische producten hebben, wanneer we een dag het vlees links laten liggen.