Partydrugs in de psychiatrie: terug van weggeweest?

MDMA bij traumabehandeling of een beetje LSD bij je ontbijt om je concentratiestoornis onder de duim te houden. Het zou in de nabije toekomst zo maar eens kunnen.
Leestijd 4 minuten — Di 19 februari 2019
Science Café Utrecht

Experimenteren met psychedelische drugs zul je niet direct associëren met wetenschap. Toch bestaat er sinds begin vorige eeuw een grote interesse vanuit de westerse geneeskunde voor het medicinaal gebruik van deze middelen. Na een populariteitsgolf in de jaren 60 nam de wetenschappelijke interesse weer af. Maar sinds een aantal jaren zijn psychedelica weer aan een opmars bezig. Sterker nog: er is een goede kans dat therapie met MDMA binnenkort een gecertificeerde behandelmethode wordt in de Europese Unie en de Verenigde Staten. Historicus dr. Stephen Snelders (UU), psychofarmacoloog dr. Kim Kuypers (UM) en psychiater prof. dr. Eric Vermetten (LUMC) vertelden in het Science Café over het herlanceren van partydrugs in de psychiatrie.

De geschiedenis van drugs & therapie

“Dat de vrije geesten van de jaren 60 LSD konden gebruiken, hadden ze te danken aan een toevallige uitvinding van scheikundige Albert Hofmann.” Dat vertelt Stephen Snelders, die zich specialiseert in de geschiedenis van drugsgebruik. Tijdens testjes met een gerelateerde stof in 1943 ontdekte Hofmann (per ongeluk) de hallucinogene werking van het middel (officiële term: LSD-25). Zijn trip vormde het startpunt van een roemruchte geschiedenis.

Tegenwoordig kennen we LSD vooral als symbool van de jaren 60-tegencultuur. Iets minder bekend is dat er destijds ook door psychologen en psychiaters werd geëxperimenteerd met het middel. Bijvoorbeeld door de controversiële Nederlandse arts Jan Bastiaans, die LSD gebruikte om mensen met oorlogstrauma’s te behandelen. Maar aan de (legale) therapeutische toepassing in medische kringen kwam al snel een einde toen het middel verboden werd in de Opiumwet van 1966. Ook in Amerika, waar Timothy O’Leary–een flamboyante Harvard-psycholoog welke experimenteerde met het middel–keerde de politiek zich tegen LSD. En zo verdween ook langzaam de wetenschappelijke belangstelling voor het therapeutische nut van psychedelica, zeker toen in de jaren 70 steeds meer vraag ontstond naar meer gerichte middelen, zoals antidepressiva tegen depressies.

Pretty Drugthings / unsplash.com

Nederlands onderzoek

Tegenwoordig groeit de aandacht voor de therapeutische potentie van psychedelica weer. Ook in Nederland. Eric Vermetten leidt het eerste Nederlandse onderzoek naar het gebruik van MDMA bij de behandeling van Post Traumatisch Stress Syndroom (PTSS) bij militairen. Nieuwe behandelingen zijn hard nodig, stelt hij. “De huidige methodes schieten vaak te kort bij deze groep. EMDR-therapie is bijvoorbeeld zeer effectief bij enkelvoudige trauma’s die snel na het oplopen ervan behandeld worden. Maar bij hardnekkige trauma’s werkt dit niet. Die worden vaak lang verzwegen en zitten te diep ingekapseld. Dan moet je dus uit een ander vaatje gaan tappen.”

Uit eerder onderzoek in Amerika blijkt dat MDMA helpt bij het forceren van een doorbraak. Zonder al te veel sturing van de therapeut keren patiënten terug naar de traumatische gebeurtenis, en kunnen zo beginnen met de verwerking ervan. Vermetten is verheugd over de voorlopige resultaten van het Amerikaanse onderzoek: “De resultaten zijn eigenlijk too good to be true.” Het Nederlandse onderzoek moet er uiteindelijk aan bijdragen dat de European Medicine Agency (EMA) de therapie officieel erkent. Een unieke kans, volgens Vermetten, die hopelijk voor veel patiënten een uitweg gaat bieden.

rawpixel / unsplash.com

Voorzichtigheid gebaat

Psychofarmacoloog Kim Kuypers brengt wat nuance aan in de uitspraken van Vermetten: “MDMA is geen wondermiddel en niet iedereen ervaart verbetering. Daarom moeten we ook onderzoeken voor wié het helpt en voor wie niet.” Kuypers ziet zeker kansen voor de medische toepassing van middelen als LSD en MDMA, maar stelt ook dat we nog weinig weten over de precieze werking ervan. Een van de belangrijkste doelen van haar onderzoek is om voor verschillende psychedelica vast te stellen wat een goede, werkzame dosis is. Zo zijn er tekenen dat een microdosering LSD zou kunnen helpen bij de behandeling van ADHD en depressies. Maar hoeveel? En hoe vaak?

Kuypers wijst daarnaast op het belang van onderzoek naar de lange termijneffecten van deze middelen.“Ze willen bijvoorbeeld Ayahuasca [een psychedelische thee] inzetten tegen depressies. Dit kan helpen het rigide denkpatroon van slachtoffers te doorbreken en is daar effectief in. Maar dit effect moet zich de dag daarna ook doorzetten, want als je probleemoplossend vermogen dan nog steeds verstoord is, heb je niks aan dat type therapie.”

Vooralsnog duurt het nog wel even voordat therapie met MDMA, LSD of andere drugs aangeboden kunnen worden. Daar gaat een lange periode van testen aan vooraf. Maar de voorlopige resultaten zijn hoopvol en de belangstelling bij therapeuten én patiënten is groot. Vermetten: “Mocht de therapie erkend worden door de EMA – dan staan er heel wat mensen in de rij om gecertificeerd te worden voor psychedelische therapie.” Aan enthousiasme ontbreekt het dus niet.