De vele gezichten van drugs en verslaving

Het gebruik van geestverruimende middelen is van alle tijden en vaak gekoppeld aan rituelen en gebruiken, van bier op feestjes tot doping bij het wielrennen.
Leestijd 4 minuten — Di 30 oktober 2012
Geestverruimend

Maar elke cultuur kent ook zijn eigen verslaving aan stoffen als opiaten, hash of alcohol, die bij overmatig gebruik problemen veroorzaken voor de gebruiker zelf of de omgeving. Toch blijkt wat, waarom, hoeveel en voor wie acceptabel is nog al uit maken en te veranderen met de tijd. Zoals dr. Stephen Snelders tijdens de introductie van de Nacht van Descartes al aangaf: dat de Rolling Stones coke en heroïne gebruikten was 'okay' dat hoorde bij de muziek, maar de junkie op straat is een zwakkeling en een doorn in het oog. Verslaving en drugsgebruik is niet alleen het onderwerp van beleid, maar ook van cultuur, psychologie en in steeds grote mate van de geneeskunde en neurowetenschappen. Hoe kunnen nieuwe wetenschappelijke inzichten ons verder helpen in deze discussie?

Verslaving is een modern verschijnsel
In Snelders optiek is het problematiseren van verslaving recent. Genuanceerder gesteld: verslaafden waren er altijd al, alleen werd er voor de 19e eeuw geen probleem van gemaakt, er was dan ook geen woord voor. Waarom nu wel? Het veranderende ritme van het leven is hier volgens hem debet aan. Werk en vrije tijd moeten gescheiden blijven en vanwege de vele verantwoordelijkheden en 'toegenomen beschaving' is er minder tolerantie voor middelengebruik. Door de recente problematisering van drugsgebruik en verslaving is het beleidsterrein ook vrij jong. Toch stellen historici dat we voor het nemen van maatregelen meer naar het verleden moeten kijken. Prof. Virginia Berridge stelde tijdens de Nacht van Descartes dat de geschiedenis ons bijvoorbeeld leert dat de drooglegging in Amerika wel degelijk effect had, al denken veel mensen het tegenovergestelde. Zij pleit dan ook voor historici aan de beleidstafel, iets wat nu nog zelden gebeurt. Beleidsmakers gaan mee in de trend van evidence based medicine en evidence based policy,waardoor de harde wetenschap de boventoon voert in het drugsdebat. Daar zijn historici soms jaloers op.

Foute keuzes of hersenziek?
Een harde wetenschap die steeds meer voor de verslavingskunde betekent is de neurowetenschap. Toen verslaving eenmaal als probleem gezien werd zocht men naar een oorzaak. Waren druggies voorheen vooral losers die foute keuzes maakten, natuurwetenschappers beschouwen hen als chronisch zieken. Drugsverslaving is een hersenziekte, zo hebben neurowetenschappers in talrijke publicaties duidelijk gemaakt. Ja, het eerste snuifje is vrijwillig, maar langduriger gebruik verandert hersenstructuren die verantwoordelijk zijn voor leerprocessen, automatische aandachtsprocessen en impulscontrole, permanent. "Drugs hijack the natural reward system in the brain" aldus neurowetenschappers dr. Heidi Lesscher en prof. dr. Louk Vanderschuren. Waar het begint met 'lekker vinden', gaat het naar 'nodig hebben'; zonder drugs kan de verslaafde niet functioneren. Beeldonderzoek laat zien dat de hersenen van drugsgebruikers die afgekickt zijn nog steeds afwijken, daaruit kun je wellicht verklaren dat terugval het grootste probleem is. Over het algemeen wordt verslavingsonderzoek door bétawetenschappers gedaan met proefdieren. Labmuizen en ratten in kooien raken makkelijk verknocht aan de cocaïne of alcohol. Door genetisch onderzoek probeert men genen te identificeren die betrokken zijn bij escalatie van drugsgebruik. Dat zou kunnen verklaren waarom sommige mensen sneller verslaafd raken dan anderen. De één houdt het bij een lijntje, voor een kleine groep wordt het een verslaving.

Neurowetenschap en geschiedenis als gereedschap
Historici en sociale wetenschappers stellen dat proefdieronderzoek nooit de complexe processen van drugsgebruik en verslaving kan nabootsen. Gebruik gaat immers gepaard met rituelen en cues:omgang met bepaalde personen of een stemming kan gebruik uitlokken. Neurowetenschappers erkennen dat culturele en sociale aspecten niet te vatten zijn in diermodellen, maar zij zoeken via deze weg naar farmacologische behandelingen. Neuropsycholoog dr. Thomas Gladwin ontwikkelt op basis van het hersenziektemodel trainingen om leerprocessen omtrent verslaving onbewust te veranderen bij mensen. Volgens de historicus prof. David Courtwright kunnen hij en zijn vakgenoten nieuwe technologische inzichten en theorieën uit de geneeskunde, zoals de neurowetenschappelijke inzichten omtrent verslaving goed gebruiken. In zijn boek Habit: Drugs and the Making of the Modern World (2001) combineert hij dat met de sociale en politieke context van drugsgebruik om de verleiding en het mondiale succes van drugs te begrijpen. Zelf geeft hij het voorbeeld dat sommige drugs legaal en sociaal geaccepteerd zijn (alcohol) en andere niet (XTC), terwijl XTC een minder gevaarlijke drug is dan alcohol. Drugsbeleid heeft dan ook vooral politieke motieven, stelde hij. De taak van historici is deze met afstand te beschrijven.

Omgaan met drugs(gebruik)
Tijdens het debat in de avond vertelde drs. Yolanda van Doeveren (voormalig manager OGGZ en Verslavingszorg, GG&GD Utrecht) hoe drugsbeleid tot stand komt en voor welke moeilijkheden de overheid en gemeentes komen te staan. Tevens schetste zij de dilemma's die het huidige beleid opwerpt. Instanties grijpen in wanneer 'we' een probleem hebben, dus als de verslaafde maatschappelijke overlast veroorzaakt. Toch kun je hier vragen bij stellen, want zijn individuele problemen niet genoeg? En waarom verbiedt de overheid bier niet als er zoveel alcoholisten zijn, veel meer dan bijvoorbeeld heroïne verslaafden? Omdat ook de overheid een partij is en er geld aan verdient, daar durft geen politicus of beleidsmaker de handen voor in het vuur te steken. Bij de succesvolle aanpak van het stationsgebied besloot de gemeente Utrecht niet langer de discussie 'ziekte of keuze' tot uitgangspunt te nemen, maar de regel: accepteer de verslaving, niet het criminele gedrag. Tenminste alleen als de verslaving er al is, de overheid stopt ook veel geld in preventie: jonge kinderen op de hoogte stellen van de gevaren. Daar is de neurowetenschap het mee eens, voorkomen is immers beter dan genezen. Snelders wijst toch weer op het belang van de context van middelengebruik, kinderen en volwassen zouden ook recreatief gebruik van drugs moeten leren. Alleen kunnen sommige risicogroepen er beter helemaal van af blijven, het identificeren van kwetsbare individuen is onderwerp van studie. De vraag is wat er gaat gebeuren als de zorgverzekeraars hierachter komen...

Conclusie van het middag- en avondprogramma is dat onderzoek laat zien dat er onderscheid is tussen het gebruik van middelen en verslaving. Dat er bepaalde risicogroepen zijn en dat zowel preventie als behandeling kan leren van de neurowetenschap, de geschiedenis en de culture wetenschappen. De lezingen van dr. Stephen Snelders, prof. David Courtwright, prof. Virginia Berridge, dr. Heidi Lesscher en dr. Thomas Gladwin kijk je hier terug. Het avonddebat met dr. Stephen Snelders, prof. dr. Louk Vanderschuren en Yolanda van Doeveren is ook in het geheel terug te zien, met als afsluiting een mooie column van prof. dr. Jelle Reumer, dit kan hier.