"Hot town, summer in the city. Back of my neck getting dirty and gritty. Been down, isn't it a pity. Doesn't seem to be a shadow in the city"
De band The Lovin' Spoonful zong het al in 1966, maar sindsdien is het alleen maar erger geworden. Hete steden zijn geen buitenlands fenomeen. Ook in Utrecht is het droog en de zon schijnt fel. Lekker als je een vakantie op een Waddeneiland of aan de Zeeuwse kust hebt gepland. Toch is er ook een schaduwkant: de natuur zucht onder de droogte en stadsbewoners onder de hitte die een betonnen omgeving met zich meebrengt. Naast de huizen, wegen en hoogbouw is er af en toe plek voor een boom of plantsoen. De trend in stadsarchitectuur is hoog en veel glas, chique en hip, maar wetenschappers uiten in de Volkskrant hun zorgen over opwarmende steden: "wat we eigenlijk nodig hebben is een bescheiden ramp. Een hittegolf met hittedoden maakt meer indruk dan goede argumenten om beleidsmakers de urgentie te laten inzien".
Tijd voor actie
De gevoelstemperatuur is hoger in een volkswijk dan in de landelijke omgeving. Dat kan soms bijna 10 graden verschillen. Asfalt, beton en stenen houden hitte vast. "Dat is overdag voor kwetsbare groepen zoals ouderen, baby's en zieken al onaangenaam en problematisch, maar in de nacht helemaal", zegt microklimaatonderzoeker Marjolein Pijpers-van Esch van de TU Delft. "Het grote gezondheidsgevaar van hitte schuilt in de nacht. Omdat de hitte in steden blijft hangen, slapen mensen slecht. En als ze wel slapen, kan het lichaam onvoldoende herstellen omdat het alleen maar bezig is met koelen." In andere landen moeten nieuwe bouwplannen 'cool' zijn. "Bij onze zuiderburen zie je aangepaste bouwbesluiten waarin minder warmte-absorberende gevelmaterialen verplicht worden gesteld, dat hebben we hier niet", legt landschapsarchitect en stedenbouwkundig wetenschapper Sanda Lenzholzer (WUR) uit. Onze overheid doet te weinig en dus is het wachten op een ramp die aanzet tot verandering van bovenaf.
Op naar een bomen boom!
Een aantal steden in Nederland is actief op dit gebied, zoals Arnhem en Rotterdam. In de Maasstad zijn dakakkers in opkomst, die vergroening en verkoeling moet bieden. In de lezing 'Stad en natuur' legt prof. dr. Martin Dijst, stadsgeograaf en directeur van het speerpunt duurzaamheid aan de Universiteit Utrecht, uit dat de natuur heel veel positieve effecten heeft. Zo gaan we meer bewegen en voelen we ons beter buiten de stedelijke omgeving. Van Tokyo tot New York, wereldwijd zijn urbane regio's afhankelijk van de omringende natuurgebieden. Bomen halen schadelijk CO2 uit de lucht, geven schaduw en verkoeling, dempen geluid en dragen bij aan een prettig gevoel. Hoe meer bomen, hoe meer vreugd! Toch kun je niet zomaar overal parken aanleggen. Je moet rekening houden met de bestaande structuren. Goede stadsplanning met natuurlijke elementen is onmogelijk zonder kennis over luchtkwaliteit, menselijke behoeften, psychologie en natuurbeheer.