Geheimen van de antropoloog

Antropoloog Tessa Diphoorn liep mee met zware jongens die in de private beveiligingssector in Zuid-Afrika werken. Ze won hun vertrouwen en maakte heftige dingen mee. Hoe gaat zij om met geheimen?
Leestijd 4 minuten — Do 10 maart 2016
Machtige geheimen

'Het is voor een onderzoeker verdedigbaar om dingen geheim te houden.' Met deze woorden gooit antropologe Tessa Diphoorn een steen in de vijver van transparantie die sinds de affaire-Stapel de universitaire data-archivering omspoelt. Wat was ook al weer het probleem? Als je niet kunt controleren hoe onderzoekers stapsgewijs van hun ruwe data bij hun uiteindelijke resultaten komen, laat je de mogelijkheid open dat er geknoeid wordt. Dat kan variëren van een beetje 'photoshoppen' om de conclusies beter te laten uitkomen tot regelrecht wangedrag en fraude. Centrale opslag van ruwe data maakt inspectie altijd mogelijk en dat werkt preventief, zo is de gedachte.

Gebruik je ogen, oren én verstand

De culturele antropologie is een menswetenschap bij uitstek. Antropologen proberen patronen te ontdekken in menselijk gedrag in concrete, sociale situaties. Hun belangrijkste instrumenten zijn daarbij hun ogen, oren en hun verstand, waarmee ze voortdurend afwegen hoe iets geïnterpreteerd moet worden. Zoals in alle andere wetenschappen vormen empirie en ratio ook hier het fundament.

Diphoorn illustreerde dit aan de hand van haar eigen onderzoek naar de particuliere beveiligingsindustrie. Wereldwijd is deze sector zo groot als computerfabrikant Apple. Bij een bezoek aan Zuid-Afrika zag ze hoe alomtegenwoordig de particuliere beveiliging daar was, en ze besloot om te gaan uitzoeken hoe die diensten werken. Wie zijn die mensen? Wat doen ze? Hoe zien ze hun eigen rol?

Antropologe Tessa Diphoorn is klaar voor het veldwerk

Zien, horen, zwijgen

Tot haar eigen verbazing kwam Diphoorn relatief gemakkelijk binnen bij deze armed response services,maar daarna begon het moeilijke werk: het vertrouwen winnen van de stoere zwarte mannen die er werken. Het feit dat zij een vrouw was hielp daarbij: ze was geen concurrente en (dus) niet bedreigend. Verder was het een kwestie van geduld, de tijd nemen, overal bij zijn, veel gesprekken voeren, zorgen dat je aanwezigheid gaandeweg als vanzelfsprekend gezien wordt - 'like a fly on the wall': alles zien en horen, terwijl je aanwezigheid niet meer opvalt. Dagelijks meegaan op patrouille, twintig maanden lang. En als je getest wordt – 'hoe reageert ze als we een verdachte in elkaar slaan?' – geen krimp geven.

Deze 'participerende observatie' mondt uit in een dagelijkse verzameling aantekeningen, die je als antropoloog voortdurend systematisch analyseert – wat zijn de patronen in het gedrag, de gesprekken, de lichaamstaal, de omgang met materiële objecten (wapens, auto's) en met verdachten? Je aantekeningen vormen je ruwe data; al interpreterend en rubricerend keer je daar telkens naar terug. Het beeld dat je daaruit construeert kun je ter toetsing voorleggen aan je informanten: herkennen ze zich erin? Zo niet, komt dat dan omdat je de plank missloeg of omdat iemand zijn heldhaftigheid te weinig terugzag in je verslag?

Diphoorn 'ontdekt' een nieuwe vorm van beveiliging die ze 'twilight policing' noemt

De 'armed response officers' met wie Diphoorn meeliep

In vertrouwen

Jouw belofte als onderzoeker aan je informanten dat je hun uitlatingen en gedragingen vertrouwelijk behandelt, en ze dus niet aan derden ter beschikking stelt, is cruciaal. Het is de basis van het opbouwen van een 'rapport', oftewel een goede verstandhouding. Heeft de antropoloog dus een beroepsgeheim, zoals er ook een medisch beroepsgeheim bestaat? Ja, maar het is niet standaard juridisch geformaliseerd, het is een kwestie van vertrouwen op basis van gemaakte afspraken met informanten en hun werkgevers: 'je informatie is veilig bij mij'. Daar moet je je aan houden, ook al levert dit ethische dilemma's op. Zo begreep Diphoorn van een informant dat hij zich af en toe bezondigt aan huiselijk geweld. Als onderzoeker moet je dat, met pijn in het hart, dan laten voor wat het is.

Resultaten

Wat was nu de conclusie van Diphoorns onderzoek? Er is een nieuwe vorm van beveiling ontstaan die zij 'twilight policing' noemt: de particuliere veiligheidsdiensten in Zuid-Afrika zijn steeds meer op de politie gaan lijken. Dat is niet zo vreemd, want ze worden vrijwel altijd geleid door oud-politiemensen. De werknemers daarentegen zijn meestal afkomstig uit de zwarte sloppenwijken en dus van binnenuit vertrouwd met het milieu waaruit veel verdachten voortkomen. Maar wat het onderzoek vooral laat zien is de complexiteit van de interacties tussen de betrokken partijen. Zelfs in zo'n stoere mannenwereld kunnen allerlei zaken gevoelig liggen. Als je als onderzoeker echt wil weten hoe het zit, moet je goed met hun geheimen kunnen omgaan.

Kijk de lezing 'Cultuur achter een muur' terug. Volgende week de lezing 'Verboden terrein'. Dan vertelt viroloog prof. Ron Fouchier hoe de Nederlandse en Amerikaanse overheid zijn onderzoek naar het vogelgriepvirus dwarsboomden. Hoe moeten we omgaan met 'gevaarlijke bevindingen? En waarom maken we eigenlijk van die gevaarlijke virussen?