Wetenschappelijk bewijs bestaat niet

Bewijs verbannen naar het kerkhof van de wetenschap
Leestijd 3 minuten — Vr 6 februari 2015
Bewijs het maar!

Wetenschap: de zuivere weg naar onbetwistbare kennis, de mysterieuze zoektocht naar de ultieme waarheid, hét instrument dat uiteindelijk alle geheimen van het universum ontrafelt en met onomstootbaar bewijs de hele structuur van de werkelijkheid zal blootleggen. Toch?
Nee. Want een wetenschappelijk bewijs, dat bestaat helemaal niet.

Sociaal wetenschapper prof. dr. Robert Maier schetst in de eerste lezing in de reeks Bewijs het maar! via wetenschapshistorische en wetenschapsfilosofische inzichten een realistischer beeld van de wetenschap, een beeld waarin er geen ruimte is voor de illusie van sluitend wetenschappelijk bewijs. Maar waarom bestaat sluitend wetenschappelijk bewijs niet? In de wiskunde of de rechtspraak kunnen we toch ook 'gewoon' bewijzen? En wat blijft er eigenlijk over van de wetenschap als bewijzen daarin niet bestaan? Is wetenschappelijke vooruitgang dan nog wel mogelijk?

De redding nabij?
Wetenschappelijk bewijs mag dan omstreden zijn, wiskundige, juridische en praktische bewijzen zijn algemeen aanvaard. Waarom gebruiken we hun succesfactoren niet ook in een wetenschappelijk bewijs? Volgens Maier kan dat niet: Neem bijvoorbeeld het praktisch bewijs, het alledaagse bewijs door gewoon een voorbeeld te laten zien. Je broer gelooft niet dat je een driedubbele flikflak kunt maken? Even drie keer achterover springen en hij twijfelt niet meer aan je. Maar hoe simpel dit type bewijs ook is, de waarheid van een theorie kun je er niet mee aantonen. Met een theorie kun je namelijk een oneindig aantal voorspellingen doen en die kun je nooit allemaal testen. De theorie bewijzen dat zwanen altijd wit zijn? Je zult iedere zwaan moeten controleren en zelfs bij de bevinding dat ze allemaal wit zijn kun je niet uitsluiten dat er ooit een zwart zwaantje geboren wordt.

Nog een poging
Volledige verificatie is dus niet mogelijk. Volledige falsificatie daarentegen heeft maar één tegensprekende waarneming nodig: de basis van de visie van wetenschapsfilosoof Karl Popper. Hij probeerde de betrouwbaarheid van het wetenschappelijk bewijs te garanderen door de rationaliteit van de gebruikte wetenschappelijke methode. Popper stelt voor dat hypothesen toetsbaar moeten zijn en dat ze bij falsificatie verbannen moeten worden naar het kerkhof van de wetenschap, zoals Maier dit beeldend vertelt. Jammer genoeg is ook deze reddingspoging van het wetenschappelijk bewijs niet succesvol. Want de wetenschapper is eigenwijs. En in plaats van een directe dood op het kerkhof van de wetenschap van een geliefde, maar gefalsifieerde, theorie probeert men eerst met man en macht de theorie te redden, waarvoor zelfs de introductie van een volledig nieuwe planeet niet te ver gaat. Iets wat succesvol uitpakte toen Neptunus werd voorspeld om de Newtoniaanse mechanica veilig te stellen. Maar mislukte toen de planeet Vulcanus werd voorgesteld voor het redden van dezelfde theorie. Die planeet is tot op heden namelijk nog niet gevonden en zal misschien nooit gevonden worden.

Als wetenschap niet de absolute waarheid van theorieën kan aantonen, kan er dan nog wel sprake zijn van vooruitgang in de wetenschap? Dit is de vraag waar Maier mee afsluit en waarop hij antwoordt dat er weldegelijk een zekere vooruitgang is, maar dat je deze alleen ziet door terug te kijken naar het verleden en te merken welke dingen er allemaal zijn veranderd. Het positivistische beeld van wetenschap, met het geloof in wetenschap als de weg die uiteindelijk leidt naar ultieme waarheid is in ieder geval deel van het verleden. Maier: 'De illusie van de waarheid van theorieën is opgegeven! Hoera!'

Kijk hier de lezing Broos bewijs van sociaal wetenschapper Robert Maier terug. Volgende week is het woord aan wiskundige Rosalie Iemhoff die zal spreken over wiskundig bewijs.