Waanzin
Drie blinde mannen en een olifant staan in een kamer. Iedere man voelt aan de olifant en moet aan de anderen vertellen wat hij voelt. De eerste betast de slurf en omschrijft de olifant als langwerpig, dun en rubberachtig. De tweede raakt de slachttand aan en omschrijft het dier als gebogen hard en scherp. En de laatste duwt tegen de romp en noemt het stroef en onbeweeglijk. Het zijn al die omschrijvingen tezamen die de olifant de olifant maken. Het is een metafoor voor patiënten met somatisch onverklaarbare lichamelijke klachten (SOLK). Pijn, moeheid, buik- en gewrichtsklachten komen hierbij voort uit symptomen waarvoor artsen geen oorzaak kunnen aanwijzen. Dan volgt de suggestie dat de klachten 'tussen de oren zitten'. Maar is dat zo? En wat lossen we op met die constatering? Gaan symptomen zonder duidelijke oorzaak ook vanzelf over?
Verklaren?
Dat laatste is volgens prof. dr. Christina van der Feltz-Cornelis niet het geval. In haar lezing 'Tussen de oren?' laat zij zien dat bij ongeveer 85% procent van de mensen met SOLK die onbehandeld blijven, de klachten niet weggaan. Voor dokters is dat lastig. Zij zien liever patiënten met klachten die een duidelijke lichamelijke oorzaak hebben. Van der Feltz-Cornelis stelt daarom voor om te stoppen met het zoeken naar een verklaring. Maar waar komt die fascinatie voor het verklaren van lichamelijke klachten toch vandaan? Van der Feltz-Cornelis duikt in de geschiedenis en laat zien dat voordat iets als ziekte gezien werd, men alleen symptomen herkende. Pas op de snijtafel werd duidelijk wat de onderliggende oorzaak was. Tegenwoordig hoeven we niet meer te snijden om te diagnosticeren. Scans, foto's en genetische testen geven meestal uitsluitsel. Maar ook deze methoden zijn niet zaligmakend, lang niet altijd kun je de oorzaak 'zien'.
Stress
Eén van de bekendste voorbeelden van een SOLK is stress. Stress is een gemoedstoestand, maar ook een lichamelijke reactie op een veranderende omgeving. Van buiten gebeurt iets dat een aanpassing vereist. Van der Feltz-Cornelis noemt dit 'adaptie' of 'allostase'. Dit laatste is het tegenovergestelde van 'homeostase', de toestand waarin je je onder normale omstandigheden verkeert. Stel je een antilope voor die plots een leeuw ziet. De antilope schrikt, vlucht weg tot zij in veiligheid is. In de hersenen komt een stresshormoon vrij wanneer de antilope de leeuw opmerkt. Dit is de allostase. In veiligheid aangekomen zakt het stressniveau normale waarden, waardoor de antilope terugkeert naar haar normale gemoedstoestand, de homeostase. De oorzaak van het vrijkomen van het stresshormoon is onbelangrijk. Of de antilope de leeuw ziet, hoort of ruikt, doet er niet toe. Voor de mens geldt hetzelfde. Een arts kan het niveau stresshormonen meten. De oorzaak van een stijging is niet altijd duidelijk, maar is dus ook niet per se belangrijk voor behandeling. De symptomen - pijn, moeheid, buik- of gewrichtsklachten - zijn echt. Doordat het lichaam zich continu moet aanpassen om het hormoonniveau naar normale waarden te krijgen, kan het overbelast raken. Daarvan kun je pijnklachten, vermoeidheid en zelfs depressies krijgen.
Begrijpen!
Volgens Van der Feltz-Cornelis zijn 'somatisch onverklaarbare lichamelijke klachten' helemaal niet onverklaarbaar, onbegrepen of vaag. Die klachten zijn beïnvloed door sociale, psychologische en biologische factoren. Wat de oorzaak is van die klachten maakt niet uit. Het gaat erom de symptomen beter te begrijpen, zonder deze exact te willen verklaren. Door een beter begrip kan de dokter de patiënt verder behandelen. Dat vergt goede diagnostiek, uitleg, psychologische behandelingen, biologische en sociale interventies. De term SOLK is hopeloos ouderwets, gelukkig is het als aandoening dan ook uit de DSM-5 geschrapt.
Wil je meer weten over somatisch lichamelijk onverklaarbare klachten en het begrip daarvan? Bekijk dan de lezing 'Tussen de oren'. Volgende week een nieuwe lunchlezing waarin dr. Saskia Palmen vertelt over de Hersenbank, een initiatief dat een revolutie in de psychiatrie teweeg moet brengen. Waarom en hoe verzamel je hersenweefsel?