Ranking en rangorde

De afgelopen decennia is er een duidelijke toename te zien in de populariteit van rankings (denk aan restaurantlijstjes van Iens, most read lijstjes op Amazon en programma's als Ranking the stars).
Leestijd 2 minuten — Ma 25 maart 2013
Op 't randje

Ook bij universiteiten wordt getracht het verschil in excellentie te bepalen. Op zich is dit een nuttig fenomeen doordat het de transparantie vergroot en competitie de universiteiten wakker houdt. Maar welke factoren bepalen eigenlijk excellentie? En wat is het gevolg van ranking? In de zevende lezing van de reeks Op 't randje spreekt dr. Sarah de Rijcke over de manieren waarop universiteiten worden beoordeeld en wat de implicaties daarvan zijn. Ze laat zien dat door excellentie te meten, ook wordt vastgesteld wat excellentie is en dat dit invloed heeft op het beleid van wetenschappelijke instituten.

Meten is bepalen
Er zijn verschillende rankings bekend, ieder met eigen indicatoren. Zo is er bijvoorbeeld de Times Hire Education ranking die let de hoeveelheid onderzoek, hoeveelheid citaties van publicaties, internationale oriëntatie en de hoeveelheid inkomsten uit industrie. De QS-ranking hecht veel waarde aan 'peerreviews' en de staf/student-ratio. Beide willen excellentie vaststellen, maar ze gebruiken verschillende indicatoren. De hoeveelheid citaties bijvoorbeeld kan nadelig zijn voor origineel, goed uitgevoerd onderzoek ten opzichte van een onderzoek dat veel minder is uitgevoerd maar een aansprekend onderwerp heeft. En sociale wetenschappen die nu eenmaal niet publiceren in hoogstaande wetenschappelijke tijdschriften als Nature of Science, missen deze waardering. Kwantiteit is niet per definitie kwaliteit.

'Rich gets richer'
Bovendien is een score een vreemde manier om kwaliteit te graderen. De modellen om deze scores te bepalen zijn vaak niet duidelijk en daarmee is het verschuiven op de ranking ook moeilijk toe te schrijven aan daadwerkelijke verbetering. Daarentegen hebben uitkomsten weldegelijk invloed op strategisch niveau. De scores beïnvloeden de transfermarkt tussen universiteiten en bepalen op Europees niveau hoeveel geld een instelling krijgt. Daarnaast geeft het hoogstaande instellingen meer mogelijkheden om op dat niveau te blijven of zich te verbeteren. Als universiteiten dus weten waarmee te kunnen scoren, bepaalt dit hun beleid. Dit, terwijl zoals eerder aangegeven het maar de vraag is, of de ranking ook daadwerkelijk excellentie van wetenschap meet.

Meta-af
In de gehele maatschappij wordt er sinds de jaren '80 veel 'gerankt'. Er werd meer transparantie geeist en het was een manier om in de crisis van die tijd de publieke sector onderbouwd te kunnen hervormen. Ook hier is het ranken op zich een goed fenomeen, maar het beïnvloedt datgene wat het meet. Zo was de cito-toets een manier om een docent in zijn of haar advies te steunen en de leerling een advies te geven. Maar het wordt tegenwoordig gebruikt om scholen te beoordelen. Rankings lijken steeds meer bedoeld om risico's te vermijden en een gevoel van beheersbaarheid te kweken. Je zou dus kunnen zeggen dat rankings een natuurlijke manier zijn om vanuit een meta-perspectief het beste te willen bereiken. Ranken stimuleert nivellering en vergroot excellentie. Maar daar staat tegenover dat ze waarden en praktijken sturen en dus bepalend zijn voor de inrichting van wetenschap.

Kijk de gehele lezing van dr. De Rijcke hier terug. Aanstaande woensdag is de laatste lezing in de reeks 'Op 't randje'. Kees Moeliker (Ig Nobelprijswinnaar en conservator Natuurhistorisch Museum Rotterdam) spreekt dan over de taboes binnen de wetenschap van vandaag. Wat levert het op als je die doorbreekt? Wees van harte welkom!