Innoveren met hindernissen

De duurzaamheidstransitie is een enorme uitdaging. Baanbrekende innovatie is hiervoor noodzakelijk maar tegelijkertijd moeilijk realiseerbaar.
Leestijd 3 minuten — Wo 6 maart 2013
Lokaal mondiaal

Het lineaire innovatiemodel komt niet overeen met de werkelijkheid. Volgens dit model begin je met onderzoek, ontwikkelt het resultaat daarvan, produceert dit en brengt het op de markt waarna verspreiding over de samenleving volgt. Volgens prof. dr. Marko Hekkert, hoogleraar Innovatiewetenschappen aan de UU, moeten we uitgaan van een conflictmodel. Nieuwe technologie is in conflict met bestaande technologie en structuren. Harm van den Heiligenberg, strateeg bij de provincie Utrecht en projectleider van Utrecht2040, laat met Utrechtse voorbeelden van duurzame innovatie zien dat er toch hoop is. De vraag is alleen: hoe til je lokale innovatie naar overstijgende niveaus?

'Hopeful monstrocities'
Prof. dr. Hekkert en Harm van den Heiligenberg spraken over groene innovatie in de serie Lokaal mondiaal. Wil je baanbrekende innovaties doorvoeren, dan zijn twee factoren cruciaal: de innovatie zelf en de omgeving waarin die wordt ontwikkeld en toegepast. Hoe complexer de innovatie en hoe moeilijker de inpassing in de maatschappij, hoe lastiger de innovatie is om door te voeren. Een Iphone 5 is weinig complexer in het gebruik dan de bestaande smartphones en er is weinig voor nodig deze in te passen. Vergelijk dit met offshore windenergie, dan zie je dat de implementatie hiervan een stuk lastiger is, doordat een heel systeem aangepast moet worden en het een technisch complexe innovatie is. Veel milieuoplossingen zitten (helaas) rechtsbovenin het schema. Hekkert: “Juist van deze innovaties zijn wij afhankelijk willen we die grote stappen maken richting duurzaamheid.” Daarnaast zijn baanbrekende innovaties in het begin vaak duur, onhandig en inefficiënt. Het zijn 'hopeful monstrocities' die een lange tijd nodig hebben om zich te kunnen verspreiden in een samenleving.

Toch is duurzame innovatie niet alleen een gevecht over technologie, maar meer nog over instituties. Innovaties moeten zich invechten in bestaande patronen waarvan we afhankelijk zijn gemaakt. Neem bijvoorbeeld elektrische auto's. Nationaalwijde invoering daarvan betekent een enorme financiële strop voor de overheid door de accijns die zij dan misloopt. Bovendien ondernemen bedrijven acties om de bestaande situatie te behouden. Hekkert: "Doordat KLM een paar testvluchten heeft ondernomen met biobrandstof zijn zij 'Dow Jones Sustainability leader'. Toch bieden zij een van de meest niet duurzame manieren van vervoer aan en is de totale emissie van KLM niet gereduceerd." Zo wordt de indruk gewekt dat het goed gaat en profileren bedrijven zich als duurzaam.

Utrecht als 'living lab'
Hoe grootschaliger het niveau van innovatie, hoe sterker de tegenwerkende krachten. Positiever geformuleerd: hoe kleinschaliger, hoe gemakkelijker. Harm van den Heiligenberg herinnert ons aan de unieke positie van Utrecht. De provincie is het kruispunt van oost en west, noord en zuid, en dit biedt mogelijkheden. Utrecht is een overgangszone tussen stad en platteland en Amersfoort en Utrecht zijn steden met een jonge populatie met een gemiddeld hoog opleidingsniveau. Dit maakt dat we volgens Van den Heiligenberg een goede uitgangspositie hebben voor duurzame innovatie, een goede uitgangspositie om de rol van proeftuin op ons te nemen. Zo zijn er in Utrecht en Amersfoort 'living labs' ingericht voor smartgrids waar lokaal en klimaatneutraal energie wordt opgewekt en gebruikt. Ook de belangstelling voor duurzame streekproducten neemt toe, wat het aantal voedselkilometers reduceert.

Maar hoe schaal je dit soort initiatieven op? Van den Heiligenberg: “Als we aan creatieve pioniers vragen wat ze nodig hebben om groter te worden, noemen ze dingen die niks te maken hebben met geld, maar veel meer met bekendheid”. Hij voegt daaraan toe dat het wegnemen van belemmeringen helpt. In 'proeftuinen' of 'living labs' hebben pioniers meer ruimte om te experimenteren. De kennis die je daar opdoet kun je exporteren naar andere regio's. Deze proeftuinen zijn er weliswaar op gericht is de leefkwaliteit op lokaal niveau te verbeteren, dat neemt niet weg dat zij beantwoordt aan de urgente duurzame vraagstukken die op mondiaal niveau spelen.

Wil je meer weten van de hindernissen die bij innovatie komen kijken of meer voorbeelden zien van duurzame proeftuinen in Utrecht? Bekijk hier de lezing.

Volgende week is architecte Carolyn Steel en sociologe prof. dr. Beate Volker te gast. Steel pleit voor het herstel van onze band met voedsel. Prof. dr. Volker onderzoekt of de band met onze buurtbewoners daarvoor van de juiste soort is.