Volgens directeur Studium Generale Melanie Peters kan dat de meeste mensen echter maar weinig schelen. De klimaatdebatten gaan immers over zaken die alleen voor specialisten en politici interessant zijn. Waar is de moraliteit? Deze column verscheen oorspronkelijk op DUB.
Na de mislukte klimaattop in Kopenhagen is mijn interesse in dit soort tops heel wat bekoeld. Ook de top in Durban lijkt de afgelopen twee weken niets opgeleverd te hebben. Mijn hoop was gevestigd op Obama en politiek leiderschap van het Westen, maar de economische crisis strooide roet in het eten. Juist nu zou je moeten investeren in een andere economische orde. Ook al omdat, zoals de Engelsen zeggen 'an ounce of prevention, a pound of cure' waard is. Hoe zullen we de verzwaring van de dijken betalen? Hoe gaan we om met klimaatvluchtelingen en verminderde opbrengsten in de landbouw? De snelle winst van uitbestedingen aan China en India, komt ons duur te staan.
Toch stellen milieujuristen dat het glas half vol is. Op basis van het klimaatverdrag kunnen landen nog steeds aan hun verantwoordelijkheden gehouden worden, ook zonder het Kyoto-protocol. Ondertussen zijn er creatieve en technische maatregelen ontwikkeld zoals emissiehandel en investeringen in schone technologie. Een vriend kwam enthousiast terug uit Durban met investeerders voor duurzame bosbouwprojeten die CO2-rechten kunnen opleveren voor de armste Afrikaanse boeren. Staatssecretaris Atsma twitterde dat hij blij is dat het bedrijfsleven zoveel verantwoordelijkheid neemt.
Maar het glas is ook half leeg. Nederland gaat dankzij emmissiehandel de afgesproken 5% reductie in CO2 halen, maar deze truc heeft onze manier van produceren en consumeren op geen enkele manier veranderd. Het klimaat is een technisch issue geworden, dat op het bord van het bedrijfsleven is neergelegd. Reductie met 5% wordt een doel op zich en we vergeten waarnaar die reductie moest leiden: een omslag in denken en doen, waardoor ook de volgende stappen naar vergroening gemaakt konden worden. Met als uiteindelijk doel het beschermen van de natuur en het bestaan van mensen in de meest kwetsbare gebieden en uiteindelijk ook van ons achter de dijken.
Na zes lezingen bij Studium Generale over mensenrechten in tijden van klimaatverandering begin ik te begrijpen waardoor het het klimaatdebat is losgezongen van het bredere publieke en politieke debat. En waardoor ik zo lang kon werken aan maatschappelijk verantwoord ondernemen en toch afhaak als het over klimaat gaat. Klimaatwetenschappers spreken met klimaatjuristen en beleidsmakers. De gevolgen van een veranderend klimaat treffen ook mensen, maar mensenrechtenjuristen voeren een ander debat, net als mensenrechtenactivisten, beleidsmakers en onderzoekers. Dat het daarnaast een moreel issue betreft en ook van burgers mag verwacht worden dat ze bijdragen, is weer een ander debat, maar daar word je als publiek niet op aangesproken. Integendeel, we worden aangespoord 130 kilometer per uur te rijden op de snelweg en zonnepanelen onbelangrijk te vinden, alsof onze daden geen verband houden met wat politici het bedrijfsleven willen laten bereiken. Het issue wordt 'geframed' als een technische en economische transactie, ontdaan van moraliteit.
Gelukkig dat er spelers zijn die verantwoordelijkheid nemen. Maar er is ook nog zoiets als democratie. Bedrijven kunnen volgend jaar een andere beslissing nemen, failliet gaan of door hun aandeelhouders worden teruggefloten. We zijn misschien wat minder gaan geloven in de maakbaarheid van de samenleving, maar de markt is nog minder maakbaar en bovendien niet gemaakt om ieders belang te wegen. Democratisch besluitvorming en debat zijn niet zomaar een ideaal, maar ook een voorwaarde om op de lange duur begrip te krijgen voor de complexiteit van de uitdagingen waarvoor we staan en de verschillende situaties waarin mensen wereldwijd leven.
Een grote rol dus voor de brede Universiteit Utrecht om in elk geval de wetenschappelijke debatten op elkaar te laten aansluiten. We hebben ons voorgenomen dat duurzaamheid niet alleen zal gaan over klimaatmodellen en nieuwe energie (al zijn die heel belangrijk). Vanuit het Centrum voor Mensenrechten en het Ethiekinstituut werd al initatief genomen om verschillende denkwijzen bij elkaar te brengen in een aantal grote onderzoeksprojecten. Mijn hoop is dat het gaat lukken die te koppelen aan kennis over debat en instituties, techniek en innovatie en dat daarmee de brug kan worden geslagen naar het publiek.