Find an English translation here.
Zijn mensenrechten en klimaatverandering duidelijk van elkaar te onderscheiden beleidsagenda's, of heeft het zin ze steeds meer in samenhang te zien? Drs. Teresa Fogelberg, deputy chief executive bij de Global Reporting Initiative van de VN, betoogt vanuit haar ervaring vol overtuiging het laatste. De uitdagingen die te maken hebben met de verandering van het klimaat zijn van groot belang voor de mens. De bestaansvoorwaarden van mensen over de hele wereld worden namelijk aangetast. Hierbij worden inheemse volken het hardst getroffen; hun leefomstandigheden veranderen het meest en zij kunnen in de internationale politiek moeilijk een vuist maken.
Ook de positie van vrouwen is van belang – als veroorzakers van co2-uitstoot en als slachtoffer van klimaatverandering. Maar ook uit oogpunt van effectiviteit. In veel gemeenschappen zijn zij het die de bomen kappen voor hun fornuis en het werk op het land, en zijn zij degenen die innovaties zullen toepassen. Ook in de sloppenwijken zijn vrouwen de sleutel zijn tot gedragsverandering. Vrouwen horen daarom alleen al gehoord te worden over de gevolgen van het veranderende klimaat op hun bestaan en betrokken te worden bij de oplossingen.
De rol van instituties en internationale verdragen
Fogelberg legt uit dat mensenrechten en klimaatverandering in eerste instantie zowel voor wetenschappers als voor beleidsmakers die in de internationale arena onderhandelden, losstaande onderwerpen waren. Klimaatverandering was een onderwerp voor bètawetenschappers en modellenbouwers die het klimaat zagen als iets wat buiten de mens lag. In tweede instantie werden milieu en natuur een economisch issue. Inmiddels wordt algemeen aangenomen dat de mens een rol speelt in het veroorzaken van klimaatverandering, maar de gevolgen voor de mens van een veranderend klimaat worden nog steeds niet vanzelf meegenomen in klimaatonderhandelingen.
Toen twintig jaar geleden het Klimaatverdrag van de VN werd opgesteld was die erkenning er niet. Ook de maatregelen genoemd in het uit het verdrag voorkomende Kyoto-protocol, geven niet veel aanknopingspunten om bijvoorbeeld gemeenschappen die onder klimaatverandering lijden tegemoet te komen. Een beroep op het verdrag van de rechten van de mens is daarom nodig. In Kopenhagen twee jaar geleden is het momentum voor bindende afspraken en maatregelen die bijvoorbeeld eilandbewoners tegemoetkomen, verloren gegaan.
In 2012 loopt het Kyoto-protocol af en er is nog geen uitzicht op een nieuw protocol omdat met name de VS en China elkaar in de wurggreep houden. Waarschijnlijk komt er een serie kleinere verdragen, die niet de juridische en morele kracht hebben die van het Kyoto-protocol uitging. De armste landen en met name de inheemse volkeren staan hier weer op achterstand omdat zij de kennis en de mensen niet hebben om binnen de ingewikkelde structuur van de onderhandelingen succesvol te zijn. Westerse delegaties nemen vaak veertig tot vijftig onderhandelaars mee met elk hun specialiteit. Fogelberg is betrokken bij capacity building voor deze delegaties. En het is aan ons allemaal om ook vanaf de zijlijn onze overheden te laten weten dat we een faire uitkomst wensen.
Niet statelijke actoren en een andere mentaliteit
In eerste instantie is het dus zaak in bestaande verdragen aanknopingspunten te vinden voor de rechten van mensen die getroffen worden door klimaatverandering. Daarbij blijft dat zowel het mensenrechtenverdrag als het klimaatverdrag in eerste instantie bindend zijn voor staten. Staten dienen de burgers op hun grondgebied te beschermen, maar hebben geen zeggenschap over activiteiten buiten hun grondgebied. Actoren zoals multinationale ondernemingen spelen daarom een belangrijke rol. Ruggie heeft als speciale mensenrechtencommissaris geadviseerd dat bedrijven in elk geval de mensenrechten niet mogen schenden en aanbevelingen gedaan, vervat in de Ruggie-principles, hoe bedrijven mensenrechten kunnen bevorderen. Deze principes zijn weer opgenomen in de OESO-richtlijnen voor multinationale bedrijven. Elke staat heeft een nationaal contactpunt dat de gedragingen van ondernemingen monitort en schendingen van de milieu- en mensenrechtendoelstellingen van de OESO rapporteert.
Daarnaast is er het Global Reporting Initiative van de VN, waar richtlijnen worden ontwikkeld voor de rapportage van bedrijven over people, planet en profit. Vooral moreel bindende kaders, maar geen kracht van wet dus. De filosofie is 'measure, manage and change'. Door zichzelf beter te monitoren, sturen bedrijven hun gedrag bij en kunnen ze hun mannier van opereren veranderen. Dat gebeurt al ten dele, in elk geval wordt er taal ontwikkeld om de problemen te benoemen. En ook ngo's kunnen door de toegenomen transparantie bedrijven de maat nemen en hun overheid wijzen op schendingen. Is dat genoeg, gezien de aard van het probleem waarvoor we staan? In de zaal werd gewaarschuwd voor green washing en het wegnemen van de urgentie voor bindende regels. Het politieke tij lijkt er niet rijp voor, terwijl de ernst van de zaak om grotere collectieve actie vraagt. Die dus maar ten dele van de politiek zal komen.
Kan de 'gewone' burger in dit vraagstuk dan nog iets betekenen? Ja, engage yourself, daar begint het allemaal mee volgens Fogelberg. Een mooi voorbeeld is de Engelse student sustainable development, die 'vanuit zijn garage' een blog begon met kennis en feiten over de gevolgen van klimaatverandering Forest Peoples en nu wereldwijd geraadpleegd wordt en waar geen overheid of bedrijf in negatieve zin op vermeld wil worden.
Studenten kregen naast deze boodschap het MVO Referentiekader 2007 mee. Het MVO Referentiekader is geschreven door het MVO Platform voor ondernemingen, de overheid en non-profit organisaties. Dit platform is een coalitie van Nederlandse maatschappelijke organisaties die van mening zijn dat MVO verankerd dient te zijn in nationale wetgeving, internationaal overeengekomen normen en breed geaccepteerde principes van goed bestuur en verantwoord maatschappelijk gedrag. Dit referentiekader geeft een nadere beschrijving en definitie van deze normatieve basis.
Volgende week zal Harm Dotinga ingaan op de verhouding tussen klimaatverandering en het internationaal recht. De lezing van Teresa Fogelberg is hier terug te zien.