Lunch good science bad science
Prof. dr. Arno Hoes, hoogleraar Klinische Epidemiologie (UMC Utrecht), begon zijn lezing vandaag met een 'placebolezing' over... voetbal. Het bleek een lezing die niet over het onderwerp van de lunchlezingenreeks ging: valkuilen in de wetenschap. Zo werd op amusante wijze direct de werking van een placebo duidelijk: aan alle randvoorwaarden wordt voldaan, behalve de essentiële inhoud, of, de werkzame stof.
Geneeskunde werkt volgens het principe van evidence based medicine. De werking van een behandelmethode moet wetenschappelijk bewezen zijn. En niet alleen het feit dathet werkt, maar ook in welke mate het effectief is. Een getal dus. Om tot een schatting van het effect komen, worden speciale onderzoeken uitgevoerd. Maar hoe weet je of een gemeten effect is veroorzaakt door het geneesmiddel, of door andere factoren?
Die andere factoren kunnen van alles zijn. Patiënten kunnen bijvoorbeeld na verloop van tijd gewoon weer beter worden door het natuurlijke beloop van de ziekte: de ziekte is 'self-limiting', of het immuunsysteem maakt je beter. Ook door meetfouten of externe factoren kunnen gemeten effecten vertroebeld raken.
Om toch het effect van het geneesmiddel correct te meten, worden geneesmiddelen vergeleken met een placebo. De patiënten die meedoen aan het onderzoek worden gerandomiseerd in twee homogene groepen en krijgen precies dezelfde behandeling, met één belangrijk verschil: de ene groep krijgt het geneesmiddel en de andere groep een placebopil. Door het verschil in effect te meten houd je, een effect over dat toe te schrijven is aan het geneesmiddel. Naast placebopillen bestaan zelfs placebo-operaties en placebo-fysiotherapie, allemaal met als doel om het effect van de behandeling op de juiste waarde te schatten.
Eind goed, al goed? Nee. Het placebo-effect en het gebruik van placebo's zelf doet nog immer veel stof opwaaien in de wetenschappelijke wereld. Zo kleven er ethische aspecten aan. Mag je patiënten willens en wetens een niet werkzaam middel voorschrijven? Volgens de Medisch Ethische Commissie wel als je ze bij aanvang van de studie duidelijk maakt dat ze misschien een placebo toegediend krijgen. Uiteindelijk is het wel ten bate van de wetenschap en de kennis over het geneesmiddel. En gek genoeg blijken die placebo's ook vaak genoeg een gunstig effect op de gezondheid te hebben: het placebo-effect.
Het blijft lastig om echt een vinger achter dat placebo-effect te krijgen. Hoes oppert dat het gaat om een 'meaning response'; de betekenis die je eraan geeft. Hij illustreert dat met een voorbeeld van een onderzoek waarbij studenten een rood of een blauw pilletje (beiden placebo's) kregen, in de veronderstelling dat ze of een rustgevend of een oppeppend middel kregen toegediend. Niet alleen bleken de 'pillen' daadwerkelijk effect te hebben; de studenten wisten ook zeker dat de rode pillen de oppeppers waren en de blauwe pillen de rustgevende middelen.
Hoes concludeert dat het placebo-effect een zegen is voor de arts en onontbeerlijk om evidence-based medicine te bedrijven, maar wel een ongrijpbaar fenomeen blijft. Niet voor het publiek overigens, die direct na de lezing een greep kon doen in een grote pot vol placebo's (snoepjes) die ze ter besluit van de lezing door Hoes kregen voorgeschreven. Kijk hier de lezing terug. Voor meer informatie over valkuilen in de wetenschap kun je terecht op de website van Studium Generale.