Oefening baart kunst
De laatste lezing van de serie Oefening baart kunst wordt gegeven door Désirée Verweij. In de afgelopen weken is het thema van de praktijk van het goede leven steeds vanuit een ander gezichtspunt onder de aandacht gebracht. Niettemin keerde een aantal lijnen steeds terug in het denken van deze filosofen. Bijvoorbeeld het belang van een aandachtig en bewust leven, dat gevoed wordt door reflectie en interactie met anderen. Het goede leven is zeker ook een sociaal leven. Een ander punt dat herhaaldelijk naar voren kwam, was de omgang met de tijd. De verhouding tot de tijd blijkt een filosofisch thema bij uitstek, ook als het gaat om het goede leven. Désirée Verweij voegt in haar lezing nog een belangrijke insteek aan dit rijtje toe, namelijk die van de keuze.
Désirée Verweij is hoogleraar aan de Nederlandse Defensieacademie en gaat in haar lezing 'Engagement en strijd' in op levenskunst en militaire praktijk. Op het eerste gezicht een vreemde combinatie, maar in haar lezing wordt duidelijk dat juist de verbinding van deze twee velden heel interessante inzichten oplevert die voor iedereen waardevol kunnen zijn.
Daarbij vertrekt ze net als de meeste filosofen van de levenskunst van de klassieke traditie. Ondanks verschillen in context en achtergrond, grijpen denkers als Schmid, Nussbaum en Foucault toch allemaal terug op ideeën uit de Griekse en Romeinse oudheid, waarin een synthese tussen filosofie, ethiek en het goede leven centraal stond.
Levenskunst, zo stelt deze traditie, is vormgeven van het leven in relatie tot anderen. Verweij legt daarbij de nadruk op de confrontatie – wat ook past bij de achtergrond van de militaire praktijk. Goed leven hangt af van hoe je omgaat met confrontaties die zich in je leven voordoen. Levenskunst klinkt heel positief en fijn, maar draait juist ook om negatieve emoties en gebeurtenissen. Daarin ligt het eerste verband met militairen, die te maken hebben met doodsangst, angst, schaamte etc.
Een ander accent dat Verweij legt, heeft te maken met vrijheid. Levenskunst, is dan 'de vrijheid op een constructieve manier vormgeven'. Er is een onderscheid te maken tussen 'vrijheid van' en 'vrijheid tot'. Het verband met de militaire praktijk is duidelijk: in conflictgebieden is er vaak wel vrijheid van (geen oorlog), maar geen vrijheid tot, de vrijheid om je eigen leven vorm te geven. Vrede leidt niet automatisch tot de mogelijkheid je leven in vrijheid vorm te geven.
Kierkegaard
Verweij gaat in haar lezing diep in op de Deense, negentiende-eeuwse filosoof Søren Kierkegaard. Hij legt de nadruk op de keuze en juist kiezen is volgens Verweij cruciaal bij levenskunst én in de militaire praktijk. Kiezen hangt weer samen met het thema van de tijd, want de eindigheid van een leven dwingt je tot het maken van keuzes. Het 'finaliteitsargument' is al vanaf de Oudheid deel van het denken over levenskunst. Juist omdat het leven eindig is moeten we het vormgeven.
Om dit uit te leggen haalt Verweij de filosoof Wilhelm Schmid aan, die spreekt over 'de schaar van de tijd'. Het leven bestaat niet alleen lust, ook pijn, verdriet maken er deel van uit. Levenskunst moet ook voor deze negatieve aspecten aandacht hebben. Volgens Schmid geven juist deze negatieve emoties inzicht in onze kwetsbaarheid, die op haar beurt verbonden is met onze vergankelijkheid. Je bewust zijn van je vergankelijkheid betekent dat je je bewust bent van de tijd. En dat betekent weer dat je moet streven naar een goed gebruik van de tijd. Eindige tijd mag niet verloren gaan. De schaar van de tijd verbeeldt dit op indringende wijze. We bewegen ons tussen twee horizonten: die van het verleden en die van de toekomst. Zij staan in een precaire relatie tot elkaar. De schaar staat eerste helemaal open, om zich in de loop van de tijd steeds verder te sluiten. Totdat de tijd wordt doorgeknipt: dan is het afgelopen.
De mogelijkheden en kansen die het leven biedt, nemen met het verstrijken van de tijd af. Als je niet op tijd begint met het realiseren van je mogelijkheden, ben je te laat. Goed gebruik van de tijd is daarom een wezenlijk onderdeel van levenskunst. Het sluiten van de schaar kun je niet voorkomen, maar het realiseren van je mogelijkheden is wel iets wat in je bereik ligt. Het is eigenlijk heel simpel: veranderingen beginnen in het hier en nu, en heb je zelf in de hand. Maar het realiseren van mogelijkheden vraagt om reflectie: er zijn zoveel mogelijkheden, die kun je nooit allemaal werkelijkheid laten worden. Je moet met andere woorden keuzes maken. Leren omgaan met tijd heeft niks te maken met iets als timemanagement, het gaat erom dat je de tijd bewust gebruikt. Regelmatige reflectie op mogelijkheden die zich voordoen is noodzakelijk om op tijd te kunnen kiezen.
Kierkegaard leert ons dat vrijheid draait om keuzes. 'Vrijheid tot' is hetzelfde als keuzevrijheid. Of/of is de belangrijkste tekst van Kierkegaard over deze thematiek. In de titel zit de problematiek van het kiezen al besloten. Ieder mens beleeft in zijn eigen leven een of/of. Dit werk is ook een of/of, dat de lezer zelf moet uitdenken. Of/of is een existentiële keuze, die bepalend is voor je leven, legt Verweij uit. Maar je kúnt kiezen en dat impliceert vrijheid, al kan die soms beangstigend zijn.
Voor Kierkegaard is vrijheid verbonden met ironie. Ironie houdt verband met relativiteit en biedt als zodanig een manier om met de angstwekkende vrijheid van de keuze om te gaan. Ironie, zegt Verweij, is 'een permanente uitdaging tot kritisch zelfonderzoek'. Ironie weerspiegelt niet de waarheid, maar schept afstand, ook tot jezelf. Ze impliceert reflectie.
Levenskunst in de militaire praktijk
Aan het slot van haar lezing gaat Verweij in op de levenskunst in de militaire praktijk. Een van de meest in het oog springende relaties tussen die twee is het al genoemde finaliteitsargument: de dood ligt op de loer, voor de militair en voor de mensen om hem heen. Ook het verschil tussen vrijheid van en vrijheid tot is van toepassing. Ook de existentiële keuze is overduidelijk van belang. Niet alleen kiest de militair voor zijn loopbaan, ook in zijn werk zelf wordt hij herhaaldelijk geconfronteerd met grote, ultieme keuzes.
Om met de eerste te beginnen: de keuze voor de militaire praktijk is vaak de keus voor een spannend, onvoorspelbaar leven en niet zozeer een politieke keuze. Vredesmissies zijn gericht op wederopbouw en niet zozeer op oorlog. De militair kiest niet voor de dood, maar weet dat hij door andere keuzes in de politiek in levensgevaar kan komen. Daar zijn weer andere keuzes mee verbonden – het volk kiest immers zijn politici.
Het leven van de militaire praktijk is een leven dat bol staat van intensiteit: zowel angst als spanning als genot, het gevoel echt te leven. Het gevecht met de eigen sterfelijkheid dat de filosofie zo vaak benadrukt heeft, is hier heel letterlijk het geval. Het krijgt vorm via het gevecht met een tegenstander die heel goed dodelijk kan zijn. In het gevecht overstijgt de 'held' zichzelf, lichaam en geest zijn volkomen alert: dit is de oerervaring van affirmatie van het leven ten overstaan van de dood.
Levenskunst is niet alleen het mooie leven vol genot, maar juist ook het omgaan met moeilijke omstandigheden. Jezelf leren kennen onder de meest extreme situaties: kan ik daarmee omgaan en hoe zal ik reageren? Ben ik in staat gevaar te trotseren? De soldaten in Uruzgan weten dit als geen ander. Levenskunst is makkelijk als alles je in de schoot geworpen wordt. Maar eigenlijk is dat geen echte levenskunst, want die vraagt om inspanning, om bewustzijn. Echt moeilijk is levenskunst voor mensen die leven in zware omstandigheden. Zoals militairen in hun dagelijkse werk meemaken.