Kantelpunten in het klimaat
Een einde aan economische groei? Bij veel economen gaan de nekharen recht overeind staan bij dit idee. Maar niet bij milieugeograaf dr. Crelis Rammelt (UvA). Volgens hem is degrowth een broodnodige tegenreactie op ons huidige kapitalistische systeem, waarvan de ideeën diep zijn geworteld in onze samenleving. Rammelt illustreert onze verslaving aan economische groei aan de hand van een voorbeeld uit De Griezels van Roald Dahl, waarin Meneer Griezel elke keer dunne schijfjes aan de poten van de stoel van Mevrouw Griezel plakt, zodat het na enige tijd lijkt alsof laatstgenoemde kleiner is geworden. Mevrouw Griezel heeft last van de krimpziekte.
“Dat vond ik wel een goed voorbeeld van de situatie waar we nu in zitten,” vertelt Rammelt. “Alles om ons heen groeit, en als we als individu, organisatie of land niet meegroeien, dan zal er wel iets mis met ons zijn.” Die hang naar groei leidt momenteel tot een situatie waarin we steeds meer produceren en consumeren. “Op dit moment hebben we een wereldeconomie die elke 20 maanden het gewicht van een Mount Everest aan grondstoffen verslindt. Dit groeit naar verwachting tot dezelfde hoeveelheid per 10 maanden in 2050.” En het is maar de vraag hoe lang dit vol te houden is nu onderzoek laat zien dat de planetaire grenzen steeds meer in zicht raken.
Groen groeien of ontgroeien?
Wat zijn de alternatieven voor onze eindige economische groei? Op dit vlak is er een spannende strijd ontstaan waarin ‘groene groei’ en ‘degrowth’ tegenover elkaar staan. Waar groene groeiers vasthouden aan het idee dat economische groei binnen onze planetaire grenzen mogelijk is, stellen degrowthers dat een einde aan economische groei noodzakelijk is. Groene groeiers geloven in het idee van ontkoppeling: het fenomeen waarbij met behulp van duurzaam beleid de ecologische gevolgen van groei op termijn dalen, terwijl de economische groei zich doorzet. Er zijn momenteel signalen dat dit al gebeurt: de wereldwijde CO2-emissies groeien al minder hard mee met de economische groei en rijkere landen realiseren zelfs een daling van deze emissies. Maar volgens degrowthers ligt het tempo van deze ontkoppeling te laag om de klimaatdoelen te halen en zou de wereldeconomie onder groene groei steeds materiaalintensiever worden, waardoor ontkoppeling moeilijk te bewerkstelligen wordt. Zo lijkt de strijd tussen groene groei en ontgroei te draaien om optimisme en pessimisme: groene groeiers zien de ontkoppeling als een eerste stap in de goede richting, terwijl degrowthers klagen dat het allemaal te traag gaat.
Wie groeit het hardst, wie groeit het best?
Een ander belangrijk uitgangspunt van degrowth is dat naast een vermindering, ook een herverdeling van consumptie over de wereld nodig is voor meer gelijkheid. Om te bestuderen hoe afhankelijk een land voor eigen consumptie van handel is, maken economen gebruik van het concept ecologisch ongelijke ruil, ofwel het verschil in hectare land dat gebruikt wordt voor producten uit import en export. Tegelijkertijd is dit een indicator voor de mate waarin een land de rest van de wereld aan het uitputten is voor eigen consumptie. Niet geheel onverwacht halen de rijke landen het meeste voordeel uit ecologisch ongelijke ruil. “Dit laat zien dat de wereldwijde materiële consumptie die sowieso al voorbijgaat aan alle planetaire grenzen, ook nog eens ongelijk verdeeld is wat betreft wie het meeste profijt van de consumptie heeft,” legt Rammelt uit. Mede daardoor zijn de rijke landen ook verantwoordelijk voor ruim driekwart van het overmatig gebruik van hulpbronnen en hebben ze veruit de grootste impact op de klimaatcrisis. Een verantwoorde groei wordt gekenmerkt door een toename van sociale zekerheid binnen de ecologische grenzen, wat leidt tot een veilig en rechtvaardig draagvlak. “We zijn nog niet geslaagd om dit gat te vullen, want een groot deel van de wereldbevolking leeft nog onder het sociale minimum,” vertelt Rammelt. “En veel van de problematiek die daardoor wordt veroorzaakt, is gekoppeld aan de ecologisch ongelijke ruil tussen landen.”
Hoop of hype?
Wat verstaan we eigenlijk onder degrowth? “Degrowth is een opzettelijke vermindering van overproductie en overconsumptie, om zodoende welzijn en rechtvaardigheid te verbeteren terwijl planetaire grenzen gerespecteerd worden,” legt Rammelt uit. Waar degrowth vaak wordt gepresenteerd als een nieuw economisch geluid, zijn de ideeën waarop degrowth berust eigenlijk al decennialang aanwezig. In dat opzicht is degrowth eigenlijk niks nieuws en eerder een samenraapsel van reeds bestaande opvattingen in een modern jasje. “Het idee van degrowth is ook een beetje een hype,” vertelt Rammelt. “Als de media mij benaderen over degrowth, vragen ze mij: “wie is nou de Nederlandse degrowth superster?”” Maar het is dus goed mogelijk dat deze superster al bestaan heeft zonder de erkenning ervoor te hebben gekregen.
Een veelgehoord kritiekpunt over degrowth is dat het geen concreet stappenplan bevat. Op de vraag of degrowth meer een hoop of hype is, heeft Rammelt dan ook geen eenduidig antwoord. “Degrowth is misschien geen blauwdruk over hoe we te werk moeten gaan, maar eerder een procesvoorstel,” stelt hij. “Er zijn wel degrowthers die concretere stappen voorstellen, maar die stuiten ook op kritiek dat het in onze huidige maatschappij onhaalbaar is en je gevangen raakt in het systeem.” Het is duidelijk dat degrowth eerst radicale veranderingen in ons huidige kapitalistische systeem teweeg moet brengen om een duurzame toekomst voor onze planeet te waarborgen.