De geheimen van de Nederlandse geheime dienst

Dit weekend werd bekend dat misdaadjournalist Bas van Hout in levensgevaar is gekomen door grove fouten van de AIVD. Is de geheime dienst écht zo onzorgvuldig met haar bronnen?
Leestijd 2 minuten — Di 11 juni 2019

Bas van Hout (60) was als misdaadverslaggever een waardevolle informant voor de AIVD. Daar is nu een einde aan gekomen, aangezien zijn leven en dat van zijn gezin in gevaar zijn gebracht door de veiligheidsdienst. Meerdere lekken binnen de AIVD leidden er namelijk toe dat Van Hout binnen de onderwereld bekend werd als informant. Gevaarlijk én zonde, want hij had waardevolle connecties in deze wereld. Dit maakte hem dan ook interessant voor de BVD (de voorloper van de AIVD), die hem daarom begin jaren 90 rekruteerde als informant. Uiteindelijk werd Van Hout in 2009 door ‘de dienst’ duidelijk gemaakt dat zijn naam was gelekt, en later bleek dat hij eigenlijk sinds 2001 al bekend was als informant in het criminele circuit. Een onderzoekscommissie oordeelde achteraf dat hij sinds die tijd in een levensgevaarlijke situatie verkeerde. Van Hout ontving toentertijd dan ook geregeld dreigende telefoontjes en brieven. Uiteindelijk kreeg hij 865.000 euro schadevergoeding uitgekeerd van de overheid, maar geld is een schrale compensatie wanneer je moet vrezen voor de levens van je gezin.

Sergiu Nista / unsplash.com

Vroegere informatie

Dat er in dit geval zo losjes is omgesprongen met staatsgeheimen is opvallend, maar niet uniek. In de afgelopen jaren zijn er namelijk vaker lekken geweest binnen de AIVD. In 2013 werden er bijvoorbeeld twee oud-medewerkers van de spionagedienst veroordeeld tot twee en drie jaar celstraf vanwege het lekken van staatsgeheime informatie naar de Telegraaf. Als het echter aankomt op informatie uit het BVD-tijdperk lijkt de AIVD een stuk consistenter te zijn in hun beveiliging, ondervond ook historicus dr. Eleni Braat (UU). Zij was verbonden aan de AIVD en deed onderzoek naar de organisatiecultuur in de BVD en wat voor invloed geheimhouding daarop had. Tijdens haar onderzoek kwam Braat erachter dat het beoefenen van wetenschap lastig te combineren is met het onderzoeken van staatsgeheimen: “De aan een geheime dienst verbonden onderzoeker levert, in ruil voor toegang tot staatsgeheime informatie, haar wetenschappelijke vrijheid om al haar bevindingen openbaar te maken in.”

Vragen

Ondanks een hoop hindernissen kon Braat haar onderzoek wel voltooien. Naast nieuwe antwoorden over organisatiecultuur, leverde haar werk bij de AIVD ook een belangrijke vraag op: waar ligt de grens tussen welke informatie belangrijk is voor de maatschappij en wat misschien beter geheim kan blijven? Dezelfde vraag geldt voor de casus Van Hout. De taak van een journalist is om dingen aan het licht te brengen, terwijl van een informant juist geheimhouding wordt verwacht. Om die reden is Van Hout daar eigenlijk zelf ook op tegen en zijn er geluiden in de Tweede Kamer om die praktijk te verbieden.

We hopen dat onze veiligheidsdiensten goed inschatten wat wel en wat niet noodzakelijk is om geheim te houden. Maar een kritische blik doet op zulke instituties doet een samenleving goed. Vertrouwen moet geen blind vertrouwen worden.