Een uitvinding als de wc heeft een enorme bijdrage geleverd aan de volksgezondheid. Maar een wc waar niemand op gaat zitten, is niks waard. Rond die uitvinding moet een cultuur gevormd worden, zodat mensen er ook daadwerkelijk gebruik van maken. En zo is het ook met de techniek van de toekomst, stelt prof. dr. ir. Harry Lintsen in de eerste lunchlezing over Hedendaags futurisme. "We moeten opnieuw de pot op."
Lintsen begon met het verhaal van Nieuw Atlantis, opgetekend door Francis Bacon in 1627. Bacon schetste een ideale samenleving waarin wetenschap en techniek centraal staan. Hij voorspelde dat investeren in wetenschap en onderzoek zou leiden tot technische toepassingen die het grote maatschappelijke probleem van die tijd zouden oplossen, namelijk schaarste. Techniek zou welvaart brengen.
Dit ideaal is volgens Lintsen goeddeels gerealiseerd in Nederland, om precies te zijn in 1870. Hij noemt deze Nederlandse variant van Nieuw Atlantis 'De Gouden Delta'. Vanaf 1870 begon de levensverwachting in Nederland aan een opgaande lijn die, afgezien van wat kleine schommelingen, zou blijven stijgen. Dit was vooral te danken aan de ontwikkelingen in de voedselproductie, zoals het verrijzen van meel- en broodfabrieken, en een sterk verbeterde hygiëne door bijvoorbeeld de aanleg van riolering.
Nederland werd overigens geen Gouden Delta dankzij eigen Willie Wortels, maar door nieuwe ontwikkelingen en uitvindingen uit het buitenland te bestuderen en te kopiëren naar Nederland. Lintsen deed meteen een duit in het zakje in de huidige discussie over topsectoren. Natuurlijk is het leuk als je als land trots kunt zeggen dat je koploper bent. Maar, zegt Lintsen: "Koplopers zijn doodlopers." Veel beter is het om te volgen en het kunstje af te kijken van een ander.
Techniek en industrialisatie speelden dus een centrale rol in de stijging van welvaart en welzijn. Maar technologie op zich betekent niets. Technologie moet een plaats krijgen in het leven van de mensen en in de cultuur. Pas dan gaat ze een rol spelen. Parallel aan het industrialisatieproces voltrok zich een tweede ontwikkeling, namelijk wat historici noemen het beschavingsoffensief. Zo leerden mensen hun behoefte te doen op een toilet in plaats van op straat, en kregen ook andere uitvindingen een plaats en een functie in de cultuur.
Na 1970 vlakte de groei van de levensverwachting af. De Gouden Delta belandde in een nieuwe fase. Het schaarsteprobleem was zo goed als opgelost. Technologie heeft ons welvaart gebracht, maar heeft zij ons ook geluk gebracht? Uit diverse sociologische onderzoeken is gebleken dat met rijkdom ook geluk komt. Tot een bepaald punt, waarna meer geld niet tot meer geluk leidt. Dat geldt volgens Lintsen ook voor technologie. Technologie levert een positieve bijdrage aan geluk, tot een bepaald punt. En dus zitten wetenschap en technologie nu met de vraag: wat wordt onze bijdrage aan de toekomst?
In zijn reactie op de lezing durfde prof. dr. Bert Theunissen vraagtekens te zetten bij de geschetste relatie tussen economisch en technologisch succes enerzijds en welvaart en geluk anderzijds. Leidt technologie nu tot welvaart, zoals Francis Bacon voorspelde, of is welvaart nodig om technologie mogelijk te maken? Eenzelfde proces van groei en industrialisatie laten plaatsvinden in delen van de wereld waar het schaarsteprobleem nog niet is opgelost, dat is onmogelijk, stelde Theunissen. Behoud van welvaart in het Westen en groei elders kunnen niet samengaan op een planeet die eindig is. Lintsen en Theunissen waren het eens dat duurzaamheid het thema van de toekomst is en ook de volgende grote opgave van wetenschap en technologie. Opnieuw moeten technologie én cultuur zich ontwikkelen om een antwoord te vormen op dit vraagstuk. Net zoals toen met die wc-pot.
Kijk de lezing van prof. dr. ir. Harry Lintsen en de reactie van prof. dr. Bert Theunissen hier terug.