Power to the people
Amazon, Starbucks, Shell, Google en Apple. Wat hebben zij gemeen, behalve dat het grote, bekende en populaire bedrijven zijn? Het zijn multinationals die op allerlei wijzen wetten naar hun hand zetten, belasting omzeilen en betrokken zijn bij schandalen omtrent milieuvervuiling of slechte werkomstandigheden. Hoe hou je bedrijven verantwoordelijk voor hun productieketen en dat wat ze doen aan de andere kant van de wereld?
Hierover ging de 'Power to the people', een samenwerking tussen Studium Generale en SOMO, ter ere van het 40-jarig bestaan van laatstgenoemde. Op het podium stonden voormalig onderzoeksrechter en Europarlementariër Eva Joly, advocaat gespecialiseerd in milieuclaims Martyn Day en financieel geograaf prof. dr. Ewald Engelen. De volle zaal kreeg drie vurige betogen te horen en was actief betrokken via sociale media en vragenlijsten. 'Naming and shaming', het kopen van eerlijke producten en het aanpassen van bestaande wetten en regels, kunnen er in de toekomst voor zorgen dat we de straffeloosheid en onaantastbaarheid van multinationals aan banden leggen.
Witteboordencriminaliteit
Eva Joly, die je misschien nog kent uit haar optreden in de documentaire van Tegenlicht 'Tax free tour', sprak over tax havens - de belastingparadijzen. Via landen als Liechtenstein, Zwitserland, maar ook Nederland en Luxemburg wordt door middel van ingewikkelde constructies geld van bedrijven, banken, en privé-vermogen gesluisd. Zo betaalt men geen belasting in het land waar de waarde (het product) wordt gecreëerd of de winst wordt gemaakt, maar daar waar de belasting zo laag mogelijk is. Hier was tot voor kort weinig aandacht voor, maar Joly heeft het haar missie gemaakt om deze 'flow of money' en witteboordenciminaliteit bekendheid te geven.
Bloed (en olie) kleeft aan de handen
Kunnen grote bedrijven straffeloos hun gang gaan? Advocaat Martyn Day werkt voor een firma die multinationals voor de rechter sleept. Zo was hij betrokken bij de zaak tegen handelsonderneming Trafigura, naar aanleiding van de ramp met de lading van de Probo Koala. Nu is hij bezig met het aanklagen van Shell, namens een groep Nigeriaanse vissers. Door kapotte oliepijpleidingen is de Nigerdelta volgelopen met olie en het leven van velen Nigerianen is daardoor verwoest. Shell probeert verantwoordelijkheid te ontkennen, ondanks harde bewijzen. Ook bij het schoonmaken van de regio proberen ze er goedkoop van af te komen. Ze gooien alles in de strijd: de juridische kosten voor het bedrijf liggen nu al tussen de 25 en 30 miljoen pond. Day: "You must level the playing field". Als Shell met twintig expertgetuigen komt, moet jij dat ook doen. Als zij met dertig advocaten in de rechtszaal staan, moet jij dat ook doen. Ondertussen wil de oliemaatschappij nu schikken voor een bedrag van 30 miljoen aan schadevergoeding. Day twijfelt er niet over. Miljarden, moet het ze in het gunstigste geval gaan kosten. "You gotta fight fire with fire", aldus Day.
Het multinational monster
Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Tegen het begin van de 20e eeuw werden bedrijven steeds groter. Prof. dr. Ewald Engelen was snoeihard: "We, or better our politicians, have allowed them to become the monster they are, due to deregulation, liberalisation and privatization". Men dacht dat het vrij laten van de grote onderneming ons welvaart en plezier zou brengen. Dat was in het begin ook zo: zij gaven ons grote tv-schermen, auto's en werkgelegenheid. Daarmee legitimeerden ze hun bestaan en kregen ze inspraak in hoe markten en beleid gevormd werden. Engelen: "Big banks and big firms, have succeeded in getting politicians and voters so far to support a process that created a world which serves mainly the interests of large publicly quoted coorporations". Zowel in termen van belasting als arbeidskosten, uit zich dat nu in 'a race to the bottom'. Er moet zo min mogelijk betaald worden, daarvan zijn de arme landen, de gewone werknemer en ook het milieu slachtoffer. Tot aan de crisis in 2008 konden 'big monsters'hun gang gaan, omdat het ons simpelweg niet genoeg interesseerde. We waren meer bezig met het 'multi-culti debat' en andere zaken 'in de waan van de dag'. Belangrijk bij het in stand houden van deze gunstige omstandigheden waren mensen met overtuigingskwaliteiten - die overigens vaak gewoon opgeleid zijn op universiteiten zoals die van Utrecht- zij die er voor zorgden dat er nog maar één economisch paradigma overbleef: 'in the beginning there were markets and they were good'. Kapitalisme drijft op romantiek en verhalen. Volgens Engelen is er door de crisis nu 'a window of opportunity' om het verhaal een andere wending te geven.
Oplossingen
Er zijn een aantal mogelijkheden om het tij te keren. Ten eerste is daar het 'naming and shaming', het aanwijzen en veroordelen van grote bedrijven wanneer zij onethisch of ronduit crimineel gedrag vertonen. De publieke protesten bij filialen van Starbucks in Londen zijn daar volgens Joly een goed voorbeeld van. Engelen benadrukt dat wij als burgers nooit meer mogen toestaan dat banken niet meer gereguleerd worden: "banking is too important to be left to bankers". Ook de media moet een grote rol spelen in het beter toezicht houden op financieel verkeer. Sociale media kunnen gedrag van multinationals ook beïnvloeden, aldus Day. Eén van de belangrijkste dingen die wijzelf kunnen doen is nadenken welke producten en van wie je koopt. Wij hebben als consument de keuze, want 'we are constructing their wealth'. Je kunt ook lokale producten kopen van eerlijke merken en er zijn ethische banken. En uiteindelijk kan je in een democratie ook enigzins bepalen wat de politieke strategie is.
Kijk de lezing 'power to the people' terug, dan loop je geheid de volgende keer als je op Utrecht Centraal bent voorbij de Starbucks.