Dit najaar organiseerde Studium Generale acht lunchlezingen over Utrechtse Nobelprijswinnaars. In dit wekelijkse blog zullen (on)bekende feitjes over deze wereldberoemde prijzen nader worden toegelicht.
“Witte rijst is giftig.” In 1896 kwam Christiaan Eijkman met deze mededeling terug uit het toenmalige Nederlands-Indië. Tijdens zijn verblijf daar deed hij onderzoek naar de beriberi epidemie, waaraan op dat moment veel mensen overleden. De eerste symptomen van de ziekte waren onder andere zwakheid, misselijkheid en het verlies van eetlust. Later kregen patiënten ook last van branderige gevoelens, tintelingen en een gevoel van verdoving. Veel patiënten overleden uiteindelijk aan hartfalen.
Eijkman infecteerde kippen met de bacteriën die hij uit overleden patiënten haalde voor zijn onderzoek. Tot zijn verbazing werden niet alleen de geïnfecteerde kippen, maar ook de niet-geïnfecteerde kippen ziek. Zouden de kippen de ziekte op elkaar overdragen of zou het hele instituut geïnfecteerd zijn? Eijkman onderzocht dit door de kippen te verplaatsen naar een andere instituut. Hier bleven alle kippen gezond, zelfs de geïnfecteerde!
Mysterieuze oorzaak
Eijkman had geen idee wat de mysterieuze oorzaak van de beriberi ziekte kon zijn, totdat de kok van het eerste instituut vertelde dat hij de kippen gekookte witte rijst had gevoerd. De kok van het nieuwe instituut daarentegen, gaf de kippen ongepelde rijst. Een onderzoek werd opgezet en hieruit bleek inderdaad dat de witte rijst de oorzaak van het probleem was. De conclusie die Eijkman hieruit trok was dat witte rijst giftig was maar dat het eten van de vliesjes dit effect tegenging.
Na zijn terugkeer naar Nederland ontdekte Gerrit Grijns, waarmee Eijkman in Indië had samengewerkt, dat niet de witte rijst de ziekte veroorzaakte maar dat hierdoor belangrijke voedingsstoffen niet worden gegeten die zich in de rijstvliesjes bevinden. Het substantiële element dat de rijstvliesjes bevatten, werd later door de scheikundige Casimir Funk 'vitamine' (een combinatie van 'vital' en 'amine') genoemd.
In 1929 ontving Christiaan Eijkman de Nobelprijs voor Fysiologie en Medicijnen voor het ontdekken van het substraat in de vliesjes van rijst, door hem de anti-beriberifactor genoemd, en nu beter bekend als Vitamine B1.
Tegenwoordig weten we dat bacteriën niet alleen slecht zijn, ze hebben ook een grote beschermende factor. Wil je meer weten over goede en slechte bacteriën? Kijk dan de lezing 'In balans met bacteriën' door dr. ir. Willem van Schaik terug. Hierin vertelt hij alles over de invloed van bacteriën op ons immuunsysteem. Ook alle andere lezingen over Utrechtse Nobelprijswinnaars zijn online terug te zien.