Cover to cover
Houd je van duidelijkheid en ben je goed georganiseerd? Dan heb je waarschijnlijk een blauwe persoonlijkheid. Werk je graag samen en heb je veel empathie voor de mensen om je heen? Dan ben je groen. Zet je een blauwe en een groene persoonlijkheid samen in een team, dan gaat dat waarschijnlijk veel spanning opleveren. Tenminste, als we de Zweedse schrijver Thomas Erikson moeten geloven. In 2014 schreef hij het boek ‘Omringd door idioten’, dat sindsdien al ruim twee miljoen keer is verkocht en wereldwijd wordt gebruikt als methode om naar persoonlijkheidstypen te kijken. Erikson classificeert persoonlijkheidstypen op basis van het DISC-model met vier kleuren. Elk van deze kleuren vertegenwoordigt een andere manier van denken en communiceren; rood staat voor dominant, geel voor invloedrijk, blauw voor consciëntieus en groen voor stabiliteit. De schrijver beweert dat iedereen een dominante kleur heeft die persoonlijkheid bepaalt. Begrip van deze kleurentypen kan helpen bij het verbeteren van interpersoonlijke relaties en communicatie. Het model wordt ook veel gebruikt in organisaties om de persoonlijkheidstypen van personeel te begrijpen.
Desondanks heeft het boek de nodige kritiek ontvangen; het model heeft geen wetenschappelijke basis en zou mensen teveel in hokjes duwen. Dr. Veerle Brenninkmeijer, organisatiepsycholoog bij de Universiteit Utrecht, las het boek kritisch en legt uit waarom we voorzichtig moeten zijn met het gebruik van persoonlijkheidstesten.
Misleider van het jaar
Het DISC-model is geen erkend model in de academische wereld en (arbeids)psychologen gebruiken het dan ook niet. Brenninkmeijer: “De theorie is gebaseerd op anekdotes en observatie in plaats van op empirisch onderzoek. Er is geen wetenschappelijk bewijs dat de waarde aantoont van het voorspellen van werkprestaties. Zowel het DISC-model als het boek bestaan allang, inmiddels zou dat dus gevonden moeten zijn.” Schrijver Erikson claimt dat zijn theorie wel een wetenschappelijke basis heeft en noemt zichzelf gedragswetenschapper, maar heeft geen academische achtergrond in psychologie of gedragswetenschap . De Zweedse Skeptische Vereniging (VoF) riep hem in 2018 zelfs uit tot Misleider van het jaar. Ook noemt Brenninkmeijer het problematisch dat het model en de beschrijvingen in het boek zijn ontwikkeld in een westerse context. Daardoor kunnen ze minder relevant zijn voor andere culturen, wat een beperking vormt voor de universaliteit van het model.
Naast de kritiek uit wetenschappelijke hoek, vinden veel mensen dat de kleurcodes en de beschrijvingen van persoonlijkheidstypen te simplistisch zijn, en bovendien mensen in hokjes plaatsen. Dat kan leiden tot stereotypering en een gebrek aan nuance in het begrijpen van individuele verschillen.
Andere persoonlijkheidstesten
Het indelen van personen in types is niet iets wat Erikson zelf heeft bedacht. Ruim tweeduizend jaar geleden verdeelde Hippocrates mensen al in vier soorten ‘temperament’. Hij beweerde dat het lichaamssap dat overheerst in een lichaam, ook persoonlijkheid bepaalt. Na Hippocrates kwamen er nog meer classificeringsmethoden, maar pas in de jaren ’80 werd er een model ontwikkeld dat volgens Brenninkmeijer wel daadwerkelijk wetenschappelijk onderbouwd is: Het ‘Big Five-model’. Dit model komt niet voort uit een theorie, maar uit een statistische analyse van duizenden ingevulde vragenlijsten. Uit de analyse rolden vijf hoofddimensies van persoonlijkheid: openheid voor ervaring, consciëntieusheid, extraversie, aangenaamheid en neuroticisme. Het voordeel van dit model is dat het mensen niet classificeert als aparte types en de eigenschappen elkaar niet uitsluiten: open mensen kunnen bijvoorbeeld ook heel consciëntieus zijn.
Als aanvulling op het Big Five-model, werd ruim 20 jaar geleden het HEXACO-model ontwikkeld. Ook dit model is gebaseerd op empirisch onderzoek, psychometrische analyses en cross-culturele validatie. Het model probeert specifieke aspecten van persoonlijkheid beter te vangen doordat het zes dimensies van persoonlijkheid te identificeert. Het wordt vaak gebruikt om subtielere persoonlijkheidskenmerken te onderzoeken en te begrijpen.
Is het boek van Erikson dan helemaal niet bruikbaar?
Brenninkmeijer kan zich goed voorstellen dat Omringd door idioten herkenning oproept: “Mensen hebben behoefte om de wereld op een overzichtelijke manier te zien en in te delen". Vanuit het publiek, dat in grote getalen naar deze avond in de bibliotheek Neude was toegekomen, werd dat beaamd. Een bezoeker gaf aan dat het boek een gemeenschappelijke taal gaf om met elkaar te praten over hoe jij bent en hoe de ander is. Daarnaast vonden velen dat het boek kan inspireren en ideeën kan geven hoe je op een andere manier met mensen kunt communiceren. Iemand anders zei dat het boek toegankelijk geschreven was en je kan helpen realiseren dat niet iedereen op dezelfde manier denkt. Psychologen noemen dit ‘theory of mind’; het vermogen om in te schatten hoe andere mensen zich voelen, gedragen en reageren. Het boek is dus niet wetenschappelijk, maar lezers leren er wel van.
Brenninkmeijer concludeert dus dat het boek nuttig kan zijn, maar geeft als waarschuwing mee: “Stigma vertaalt zich in prestaties. Er is nog zoveel meer wat de mens uniek maakt dan alleen een eigenschap of persoonlijkheidskenmerk.” Er bestaan geen 'roden', 'gelen', 'groenen' en 'blauwen', iedere persoon is een waaier aan kleurschakeringen. En dat klinkt als een open deur, maar aangezien sommige bedrijven personeel wel of niet aannemen op basis van hun kleurtest en er op datingsites soms partners gezocht worden op basis van de vier kleuren, is het niet overbodig om 'm even in te trappen!
Wil je meer weten over het boek Omringd door idioten en persoonlijkheidstesten? Kijk dan naar de opname van de avond ‘Cover to cover – Omringd door idioten’.