Science Café Utrecht
De meeste mensen denken graag dat ze in staat zijn om zelf keuzes in het leven te maken. Maar klopt dat wel? Sommige neurowetenschappers claimen op basis van onderzoek dat ons brein handelingen onbewust vastlegt voordat we bewust een keuze maken. De beroemde Amerikaanse neurowetenschapper Benjamin Libet toonde bijvoorbeeld in de jaren '80 met behulp van hersenscans al aan dat er breinactiviteit meetbaar was voordat proefpersonen bewust besloten hun hand te bewegen. De hersenen brengen bewegingen in gang voordat we besluiten te handelen, stelde Libet. Wat zegt dat over ons idee een vrije wil te hebben? Is de vrije wil slechts een illusie?
Determinisme of totale willekeur?
“De discussie over vrije wil is zo oud als de westerse filosofie zelf”, begint filosoof dr. Niels van Miltenburg (UU). Zo dacht Aristoteles over vrije wil dat de rede ons in staat stelt om zelf eigen keuzes maken. Van Miltenburg vult aan: “Aan de ene kant ervaren we elke dag dat we constant beslissingen moeten nemen, maar tegelijkertijd heeft elke beweging een oorzaak. En aangezien onze handelingen niet meer zijn dan bewegingen, hebben die dus ook oorzaken.” Dan rijst de vraag: hoe kan ons doen en laten vrij zijn, als alles in de natuur wordt veroorzaakt door dat wat daarvoor gebeurde? In hoeverre kunnen wij bepalen wat we doen, en in hoeverre ligt wat we gaan doen al vast?
Van Miltenburg schetst de twee meest besproken opties in de discussie rond vrije wil als volgt: “Óf alles wat we doen ligt vast, óf alles wat we doen ligt niet vast. Als alles al vast ligt, bepalen niet wij maar de natuur wat we doen en zijn we dus niet vrij. Als het niet vast ligt, bepalen niet wij maar juist de willekeur wat we doen en zijn we dus eigenlijk ook niet vrij. In beide gevallen is het hebben van vrije wil dan onmogelijk. In beide gevallen is er geen vrijheid.”
Daarmee is de kous niet af. Zelf is van Miltenburg het oneens met deze tweedeling over vrije wil. “Ik zie het universum niet als een wereld waarin alles al vastligt – zoals een snelweg waar we overheen rijden met maar één eindbestemming – maar eerder als een tuin met allemaal vertakkende paden. Sommige paden zijn minder aantrekkelijk dan de ander, maar in principe kiezen we zelf deze paden uit. Dat alles niet vastligt betekent niet dat er slechts willekeur is.” Daarom kunnen we volgens van Miltenburg de natuurwetten om ons heen het beste zien als een schaakspel. Soms moet je een verplichte zet doen, de ander keer kun je zelf kiezen. Maar het is wel aan onszelf om te beslissen welke zet voor ons de beste is.
Neurowetenschappelijk onderzoek
Als de vrije wil bestaat, hoe kunnen we dit dan rijmen met eerder genoemde hersenwetenschappelijke onderzoeken over het brein en vrije wil? Uit de onderzoeken bleek immers dat onze hersenen al een besluit nemen voordat wij iets ondernemen.
Volgens van Miltenburg werken de betrokken neurowetenschappers met een vrij naïef beeld in hun onderzoek naar vrije wil. “Zij beschouwen vrije wil als het moment dat er ergens in de hersenen spontaan een handeling begint. Maar dat is helemaal niet per se nodig voor het hebben van vrije wil.” Van Miltenburg verwijst in zijn kritiek hierover naar de filosoof en cognitief wetenschapper Daniel Dennett. Die stelt: ‘Het is alsof deze wetenschappers zeggen dat de liefde niet bestaat, omdat ze overal naar Cupido hebben gezocht en hem niet konden vinden’. Van Miltenburg: “In deze vergelijking hebben de wetenschappers niet aangetoond dat de liefde niet bestaat. Ze kunnen alleen concluderen dat Cupido niet bestaat en dat de liefde analyseren door te zoeken naar Cupido’s liefdespijlen misschien niet de beste analyse is.” Van Miltenburg vraagt zich daarom af hoe neurowetenschappers vrije wil precies zien. Is de definitie die zij aanhouden wel de juiste?
Neuropsycholoog prof. Sarah Durston (UMC Utrecht) is het eens met van Miltenburg. Deze neurowetenschappelijke visie op de vrije wil is wat te kort door de bocht. Durston: “De experimenten moeten begrijpelijkerwijs klein en herhaalbaar zijn, zodat je opnieuw kan testen en kijken of dezelfde resultaten in andere omstandigheden reproduceerbaar zijn. Daardoor zijn de neurowetenschappelijke onderzoeken over vrije wil vrij klein. Maar deze onderzoeken en hun resultaten zijn geen complete afspiegeling van wat vrije wil is.” Zelf was Durston als neuropsycholoog betrokken bij een onderzoeksprogramma waarin zij ADHD in het brein bestudeerde. Na jaren aan hersenonderzoeken besefte zij dat de vrije wil te complex is om te onderzoeken. “We verklaarden in deze onderzoeken eigenlijk net zoveel als we al deden met behulp van het handboek van de psychiatrie”, vertelt Durston. “Mijn onderzoek droeg dus niet extra bij aan nieuwe resultaten.” Ook in de discussie over de vrije wil levert het neurowetenschappelijk onderzoek nog geen conclusies.
Vrije wil en controle
Psychiater en filosoof prof. dr. Gerben Meynen (UU) ziet een andere invalshoek binnen de discussie over vrije wil, namelijk vanuit de gedachte van verantwoordelijkheid. Hoe zit het bijvoorbeeld met vrije wil en verantwoordelijkheid bij psychische stoornissen? Meynen: “Door zo’n psychische stoornis kan je vrije wil verminderd zijn of is die zelfs helemaal afwezig.”
In de rechtszaal kan je ontoerekeningsvatbaar worden verklaard als je het ten laste gelegde feit beging terwijl je vrije wil werd ondermijnd door een psychische stoornis. Maar ook in het dagelijks leven worden we geconfronteerd met situaties waarin de vrije wil verminderd kan zijn. Volgens Meynen zijn er twee manieren om onszelf te excuseren van vrije wil in elke omstandigheid: je had geen controle over je gedrag, of je had geen kennis over de situatie. “Controle over jezelf ligt zeer dicht bij vrije wil”, stelt Meynen. “Als we dus spreken over vrije wil, speelt controle ook een cruciale rol.”
Hoe zit het nou precies met vrije wil? Bestaat het, of is het toch een illusie? Van Miltenburg: “Er is niemand die daadwerkelijk denkt dat ze totaal geen vrije wil hebben. Hoewel er beperkingen bestaan op onze vrijheden, betekent dat niet automatische dat er van vrije wil geen sprake is.” Iemand die claimt dat we over vrije wil beschikken, stelt dus niet dat je altijd en overal volledige vrijheden hebt. Hoewel we in de wereld zijn gebonden aan beperkingen in ons doen en laten, onze eigen vrije wil is verre van een illusie.