Grip op tijd
De tijd is makkelijk te meten, maar in woorden lastig uit te drukken. Dit blijkt volgens wetenschapshistorica en -filosoof Susanna Bloem ook uit ons vocabulaire over tijd. Bloem: “We gebruiken nu woorden als ‘half uurtje’ of ‘minuut’ om de tijd te omschrijven, maar dat is onvoldoende. Bij de tandarts kan de tijd bijvoorbeeld voorbijkruipen, terwijl de tijd tijdens een leuke date soms voorbij lijkt te vliegen.”
Bloem wil meer weten over het verband tussen tijd, onze tijdsbeleving en de gemoedstoestand. Frases zoals 'onthaasten' of ‘leven in het nu’ worden vaak genoemd als tips tegen tijdstress, maar wat betekent dat dan? Tijdens deze eerste avond in de serie Grip op tijd nam Bloem daarom het zaalpubliek en de livestreamkijkers mee in een door haar opgezet muzikaal experiment over tijdsbeleving. Kan muziek een bijdrage leveren aan een betere omgang met tijd?
Vier vormen van tijd
Bloem baseert haar onderzoek op het werk van een groep psychiaters uit de vroege twintigste eeuw. Volgens hen leven mensen in vier verschillende ‘tijdsvormen’: wereldtijd, beleefde tijd, kloktijd en innerlijke levensgeschiedenis. In de wereldtijd kun je de tijd zien als een rivier waarin de mens staat. De kracht van de stroming kan soms te snel of juist te langzaam lijken te gaan. In de tweede tijdsvorm beleeft de mens de tijd als een rivier die hem juist meevoert in de stroom, van het verleden naar de toekomst. Deze tijdsbeleving maakt het mogelijk om toekomstplannen te bedenken: je ziet tijd als een middel dat jou naar de toekomst vervoert. In de derde tijdsvorm van kloktijd probeert de mens de tijd te vangen met meetinstrumenten, door middel van horloges of bijvoorbeeld agenda’s. Deze vorm kan invasief en stressvol voelen: er lijkt namelijk altijd te weinig tijd te zijn. In de vierde en laatste vorm, de innerlijke levensgeschiedenis, is de eigen levensloop leidend. Hoe jij je ontwikkelt, dat is belangrijk.
Bloem betoogt dat deze tijdsvormen kunnen botsen. Wanneer iemand kampt met depressieve of burn-outklachten, kun je dat zien als tijdsvormen die te veel ‘uit de maat’ lopen. De vier tijdsvormen kunnen dan mogelijk als handvatten fungeren voor een therapeutisch gesprek over iemands mentale toestand, stelt Bloem. Hoe geef je dat gesprek precies vorm?
Muziek tegenover taal
Het onderzoek van de bovengenoemde psychiaters over de tijdsvormen is boeiend, maar waarschijnlijk niet toegankelijk genoeg voor de praktijk. De psychiaters deden verslag over de tijdsbeleving van hun patiënten in dikke boeken vol vaktaal. En nog steeds, zo schreven zij zelf, deden hun beschrijvingen vaak geen recht aan de veelzijdige ervaringen van de patiënten. Bloem: “Dit toont het probleem van taal aan: taal fixeert.” Wanneer je bijvoorbeeld een bepaald gedrag beschrijft met de term ‘ADHD’, fixeer je de betekenis van dat gedrag. Volgens Bloem is tijd daarentegen vloeiend: het laat zich niet goed vastleggen. “Bovendien kan de mens veel tegenstrijdige dingen tegelijkertijd kan ervaren. Dat is lastiger uit te drukken in woorden omdat taal altijd sequentieel is: woorden staan achter elkaar.” Taal dwingt ons in een te smalle mal. Volgens Bloem kan muziek echter een uitweg bieden: “Muziek kan op verschillende manieren een vloeiende werkelijkheid weergeven. Het geeft de mogelijkheid tot een andere ingang in het gesprek, namelijk via ervaring in plaats van cognitie.”
Deze manier van werken komt niet vaak voor in de academische wereld. In de wetenschappelijke methode staat taal immers centraal: de onderzoeker zet diens hypothese op papier en schrijft artikelen om de kennis te delen met andere wetenschappers. Bovendien wordt taal gebruikt in de wetenschappelijke ordening van de wereld: van de naamgeving van diersoorten tot het definiëren van geologische verschijnselen en historische processen. Hoe kan een wetenschapper onderzoek doen zonder de altijd aanwezige invloed van taal?
"Met deze experimenten wil ik een manier vinden om muziek toe te kunnen passen in therapie."
Een muzikaal experiment
Tijdens haar experiment 'Tussentijd' speelt een vijftal muzikanten verschillende korte composities, die de tijdsvormen proberen uit te drukken in muziek. Bloem ging vervolgens in gesprek met de luisteraars en stelde vragen. Wat voelde je hierbij? Wat gebeurde er? Wat komt er in je op? De instrumenten drukten met hun tempo en melodieën gevoelens en tijdsvormen uit: stroomt de tijdsrivier te snel, of juist te langzaam? De verschillende stukken openden hierdoor de mogelijkheid tot gesprekken over de eigen tijdsbeleving.
Volgens Bloem past deze experimentele en muzikale vorm van onderzoek goed bij haar doel. Bloem: "Met deze experimenten wil ik een manier vinden om muziek toe te kunnen passen in therapie." Samen met haar promotor, psycholoog Jim van Os, is Bloem er namelijk van overtuigd dat een goede connectie tussen behandelaar en patiënt aan de basis ligt van succesvolle therapie. Ieder mens is uniek en dus is er een unieke aanpak nodig. Door te analyseren hoe verschillende mensen reageren op haar muziek, kan Bloem hierop voortbouwen en onderzoeken of de muziekfragmenten behulpzaam kunnen zijn bij therapie. Ook maakt het haar onderzoek toegankelijker: “Ik geloof in een wetenschap die de samenleving actief bij een onderzoek betrekt. Op deze manier wek je interesse bij mensen om mee te doen.”
Hoewel er nog geen duidelijkheid is over de werkbaarheid van Bloems theorie, kan haar onderzoek een aanzet zijn voor ons om anders na te denken over de tijd. Bloems methode, die muziek centraal stelt, vormt mogelijkerwijs een nieuwe aanvullende optie voor de therapeut om een betere connectie te vinden met de patiënt en samen grip te krijgen op tijdsbeleving.