Waarom ons rechtssysteem niet altijd eerlijk is

Van ongelijke behandeling op straat tot vooroordelen in de rechtszaal. Het rechtssysteem pakt niet voor iedereen hetzelfde uit. Hoe kan dat en wat kunnen we daaraan doen?
Leestijd 3 minuten — Do 9 december 2021
Kansrijk?

Jongeren met een migratieachtergrond hebben twee tot drie keer zoveel kans om verdacht te worden van een misdrijf, liet recent onderzoek zien. Ook vmbo-scholieren komen er niet goed vanaf. De kans dat zij verdacht worden blijkt 4 tot 5 keer groter dan bij vwo-ers. Hoe kan dat? In de volksmond klinkt misschien al snel de term ‘klassenjustitie’, maar wat is dat eigenlijk precies? En waar in de strafrechtketen zie je dat terug? Hoe eerlijk is ons rechtssysteem? Daarover gingen we in gesprek tijdens de avond 'Klassenjustitie in 2021'. Rechtswetenschapper dr. mr. Lisa Ansems (LEI): “Ik denk dat steeds duidelijker wordt uit onderzoek dat ongelijkheid in ons rechtssysteem op vele subtiele manieren voorkomt.”
 

Wat is klassenjustitie?

Klassenjustitie, in het kort, is de “illegitieme benadeling van mensen die niet tot de heersende klasse behoren of juist illegitieme bevoordeling van mensen die daar wel toe behoren,” vertelt rechtswetenschapper dr. mr. Joep Lindeman (UU). In het rechtssysteem wordt continu onderscheid gemaakt tussen mensen. Het begint bij de wijken waar de politie wel of niet surveilleert, wie er wordt aangehouden voor controle om 3 uur ’s nachts, welke mensen de officier van justitie besluit te vervolgen, hoe hoog de straf is die de rechter oplegt en wie uiteindelijk door goed gedrag strafvermindering krijgt. In dat woordje ‘illegitiem’ zit het spanningsveld. Wanneer is zulk onderscheid terecht en wanneer niet?

Een bekende en terugkomende casus is etnisch profileren. Zo spanden Amnesty en andere mensenrechtenorganisaties afgelopen februari een rechtszaak aan tegen de Marechaussee omdat op Schiphol mensen werden gecontroleerd op basis van hun huidskleur. De rechter bepaalde uiteindelijk dat dat mocht. Toch zag de Marechaussee daar uiteindelijk zelf vanaf, vanwege maatschappelijke druk. In bepaalde gevallen is etnisch profileren dus juridisch toegestaan, de vraag is of het wenselijk is. "Met het oog op de rechtvaardigheid daarvan is het goed om ook naar de gevolgen te kijken," zegt rechtswetenschapper en criminoloog dr. mr. Laura van Oploo (UU). “Etnisch profileren op straat, of extra controleren kan verstrekkende gevolgen hebben verder in de strafrechtketen. Alle data worden bijvoorbeeld ook gebruikt bij het maken van risico-inschattingen, waardoor leden van sommige groepen sneller op een hoog risico uitkomen.”

Een voorbeeld hiervan is de OXREC, een instrument dat de reclassering gebruikt om de kans in te schatten dat iemand opnieuw een misdaad zal begaan. Ben je een jonge hoger opgeleide vrouw met een goede baan, uit een goede buurt, dan wijst de statistiek in jouw voordeel – op basis van jouw kenmerken wordt de kans klein geschat dat jij opnieuw een misdaad zal plegen. Je kunt je afvragen hoe eerlijk zo'n instrument is, als we standaard meer controleren in bepaalde buurten en bepaalde groepen vaker aanhouden. En of het überhaupt rechtvaardig is om statistische gegevens over een groep mee te nemen bij de beoordeling van een individu. 

Onbewust en onbedoeld (maar daarmee niet minder problematisch)

Klassenjustitie komt voor in alle onderdelen van de strafrechtsketen, is soms heel zichtbaar, maar vaker heel subtiel. Dat blijkt ook uit het Het onderzoek van Laura van Oploo. Zij onderzocht hoe etnische en culturele factoren worden meegenomen in de rapportages die gedragsdeskundigen maken in opdracht van de rechter. Wanneer er een vermoeden bestaat van een stoornis bij een verdachte wordt een gedragsdeskundige ingeschakeld om dat te beoordelen en een advies uit te brengen over de mate waarin de verdachte verantwoordelijk kan worden gehouden voor het delict (toerekeningsvatbaarheid). De uitkomst van zo’n onderzoek is belangrijk omdat het ook mede de straf bepaalt. De rechter neemt bijna altijd het advies van de gedragsdeskundige over. Wie ontoerekeningsvatbaar wordt geacht krijgt eerder een maatregel opgelegd – zoals tbs, en wie toerekeningsvatbaar wordt geacht krijgt eerder een straf opgelegd, zoals gevangenisstraf. Hoewel er in de rapportages weinig verschil te zien is met betrekking tot de toerekeningsvatbaarheidsadviezen kregen verdachten met een migratie-achtergrond significant vaker een straf-advies, terwijl mensen zonder migratie-achtergrond vaker een tbs-advies kregen. “Dat zegt misschien toch iets over de manier waarop een verdachte impliciet verantwoordelijk wordt gehouden voor een delict. Hoe dat kan daar heb ik geen verklaring voor gevonden in mijn onderzoek. Maar wellicht speelt etnocentrisme daarbij een rol. Je beoordeelt de ander altijd vanuit je eigen referentiekader.”


Klassenjustitie voorkomen

Het rechtssysteem ligt onder een vergrootglas, en dat is maar goed ook. Hoe meer transparantie er is over de gang van zaken, hoe kleiner de kans op klassenjustitie. Let wel, het is vaak geen kwade wil. Lisa Ansems deed samen met Joep Lindeman onderzoek naar klassenjustitie in Nederland. “Alle rechters en professionals die wij spraken voor ons onderzoek waren ontzettend zelfbewust en kritisch. Maar het blijft mensenwerk.” Laura van Oploo: “Iedereen kijkt van uit zijn of haar eigen blik en je kunt een bias nooit helemaal voorkomen. Maar je kunt wel dingen doen om de kans op ongemerkte vooroordelen zo klein mogelijk te maken. Bijvoorbeeld door professionals te vragen hun observaties en keuzes in rapportages te verantwoorden.” Een ander voorbeeld zijn cultuursensitieve trainingen om professionals bewust te maken van hun eigen blik. Lisa Ansems: “Wat natuurlijk een eerste stap is, is om te zorgen voor een diverser palet aan mensen, van politieagent tot rechter. Niet alleen qua culturele achtergrond maar ook qua sociaaleconomische achtergrond.’ Joep Lindeman beaamt dat, en vult aan: “Rechter blijft natuurlijk een beroep waar je een hoge opleiding voor nodig hebt,wat mij dan positief stemt is dat ik zie dat er recent veel aandacht is voor eerstegeneratie studenten, die als eerste uit hun gezin gaan studeren. Dat zijn de mensen die we nodig hebben. Zij kunnen die brug slaan tussen verschillende werelden.”

Dit was de laatste lezing in de reeks Kansrijk? waarin we kansenongelijkheid in Nederland onderzochten. Kijk ook de andere avonden over klasse, onderwijs en gezondheid terug.

De uitkomst van dat onderzoek naar klassenjustitie van Lisa Ansems en Joep Lindeman vind je hier. Eind dit jaar komt ook een kwantitatieve studie uit, die moet aantonen hoe vaak klassenjustitie voorkomt in Nederland.