In kaart gebracht
We weten op dit moment minder van het blauwe deel van onze planeet dan van de Maan, Mars en zelfs van Venus. En dat terwijl we ons allemaal realiseren hoe belangrijk de oceanen voor ons zijn. Niet alleen vormen ze een bron van zuurstof en voedsel, ze nemen ook een kwart van alle koolstof op uit onze atmosfeer en huisvesten een enorme hoeveelheid diersoorten. Best gek dus dat we nog niet meer van de oceanen in kaart hebben gebracht.
Intensief én interdisciplinair onderzoek naar de oceanen leert ons deze grote onmetelijke diepte beter begrijpen. En dat is hoognodig, zeker als je bedenkt dat we als mensheid op het punt staan de diepzee te exploiteren voor eigen gebruik. We weten op dit moment nog onvoldoende om de gevolgen van zeemijnbouw te voorspellen. Reden genoeg voor marinegeoloog dr. Furu Mienis (NIOZ) om de geheimen van de diepzee te ontrafelen. Want met slechts 7% bekend terrein onder het wateroppervlak, valt er nog genoeg te ontdekken.
VAN LOODLIJN NAAR MULTI-BEAM
De fascinatie voor de oceanen gaat al ver terug. Waar vroeger de diepte van zeeën nog werd gemeten met een geautomatiseerde loodlijn, hebben technologische ontwikkelingen ervoor gezorgd dat we nu veel efficiënter te werk kunnen gaan. Tegenwoordig is bijna ieder schip uitgerust met een echolood, een instrument dat diepte meet met geluid. De tijd die een geluidsgolf erover doet om te worden teruggekaatst, zegt iets over de afstand van het wateroppervlak tot de zeebodem. Tot vijftig jaar geleden zonden schepen slechts één geluidsgolf uit. Zo ontstonden de eerste contourkaarten van de zeebodem. Nu kunnen schepen honderden geluidsbundels tegelijkertijd uitzenden en dit leidt tot veel gedetailleerdere bodemkaarten met een resolutie tot wel 25 bij 25 meter. Met behulp van onderwaterrobots en zelfs bemande onderzeeërs vullen onderzoekers de laatste details in.
DE WERELD ONDER WATER
Met de technieken van nu hebben onderzoekers al 20% van de diepzeebodem gedetailleerd in kaart gebracht. En hoe meer onderzoek er gedaan wordt, hoe meer we erachter komen dat de zeebodem verre van saai en leeg is. Integendeel, de oceanen bevatten grootse structuren, spons- en koraalriffen, scheepswrakken en vooral veel leven. Mienis legt uit dat veel van de structuren die zich onder water bevinden overeenkomen met die op land. Bijvoorbeeld de enorme kloven in de Golf van Biskaje voor de westkust van Ierland, die qua grootte en structuur lijken op de Grand Canyon. Ook zijn er vulkanen, diepzeekanalen en bergketens met een hoogte van wel 1500 meter.
Rondom deze structuren is veel leven te vinden, al zijn de leefomstandigheden ver van ideaal zo diep in de oceaan. Mienis vertelt: “Het is er donker, koud en het is een voedselarme plek. Ecosystemen als koudwaterkoraalriffen spelen hier een belangrijke rol. Ze bieden voedsel of een verblijfplaats voor andere diersoorten. Zij zijn de regenwouden van de diepzee en vormen dan ook een hotspot voor leven.” Naast een bron van leven onder water, zijn deze structuren ook belangrijk voor ons leven op land. De kloven vormen namelijk natuurlijke afvoerputjes voor onder andere koolstoffen. Op deze manier hebben de oceanen zelfs een regulerende functie op ons klimaat. Verstoringen van de zeebodem en het leven in de oceanen zou dus een desastreuze impact op ons eigen leven kunnen hebben.
“THE SCIENCE WE NEED FOR THE OCEAN WE WANT”
Dit is de slogan van The Ocean Decade. De VN stellen dat we de oceanen eerst beter moeten begrijpen voordat we de diepzee op een verantwoorde manier kunnen inzetten voor eigen gebruik. We hebben op dit moment namelijk nog onvoldoende gegevens om voorspellingen te doen over de gevolgen van het winnen van grondstoffen uit de oceanen. Toch is zeemijnbouw een realistisch toekomstperspectief als we als mensheid de energietransitie willen maken naar een duurzame wereld. Een voorbeeld van zo’n gewilde grondstof is mangaan, een metaal dat gebruikt wordt in batterijen en als versteviging van staal. Mangaanknollen komen voor op vier kilometer diepte en vormen daar, net als koraal, structuren waarop en rondom zich veel leven bevindt.
Een kritische noot is dan: wat verstoren we allemaal als we die structuur verwijderen? Mienis stipt hierbij het belang van wetenschappelijk onderzoek nogmaals aan: “hoe meer we weten, hoe beter we kunnen afwegen hoe met dit unieke ecosysteem om te gaan.”