Science Café Utrecht
Over doodgaan denken de meeste mensen liever niet na. Het kan pijnlijk zijn om te beseffen dat je je familie en vrienden achterlaat. Maar er is ook een andere oorzaak die voorkomt dat je hierover dagelijks mijmert: het brein beschermt je tegen nadenken over je eigen dood. Dat stelt neurowetenschapper Yair Dor-Ziderman (BIU) in zijn onderzoek dat aankomende maand gepubliceerd wordt.
Het onderzoek van Dor-Ziderman laat zien dat het brein je beschermt tegen de gedachte van doodgaan. Dat werkt zo. Het brein maakt continu voorspellingen over wat er in de toekomst gaat gebeuren. Wanneer de gedachte opkomt dat jijzelf in de toekomst dood zal gaan, gaat het gedeelte in het brein dat toekomstvoorspellingen doet uit. Dat ontdekten Dor-Ziderman en collega’s door middel van breinonderzoek. Ze lieten proefpersonen foto’s zien, terwijl hun hersenactiviteit gemeten werd. Op sommige foto’s zagen ze zichzelf, op sommige foto’s andere mensen. Wanneer er woorden die met de dood te maken hebben bij hun eigen foto kwamen te staan, zoals ‘begrafenis’ of ‘graf’, ging het voorspellingsgedeelte van het brein uit. Bij foto’s van anderen was dat niet het geval.
Evolutionair gezien is dit een handig mechanisme. De realisatie dat jijzelf ook dood gaat kan voor een “existential threat” zorgen. Twijfels en vragen over de zin van het leven als het leven toch eindig is, kunnen het uitvoeren van alledaagse taken in de weg staan. Het is dus voor het brein voordeliger om je eigen dood te negeren. Het resultaat is dat je de dood ziet als iets wat alleen anderen overkomt.
Het ontkennen van je eigen dood mag dan evolutionair voordelig zijn, het zorgt ook voor problemen. We ontkennen iets waar iedereen vroeg of laat mee te maken krijgt. Dor-Zideman stelt dat de hedendaagse maatschappij een “fobie voor de dood” heeft: we komen niet met de dood in aanraking omdat we zieken en stervenden wegstoppen in ziekenhuizen en bejaardentehuizen. Als resultaat hiervan denkt hij dat mensen minder weten over doodgaan en banger zijn op hun sterfbed. Dit is in lijn met het onderzoek van hoogleraar palliatieve zorg en hospicezorg prof. dr. Saskia Teunissen (UMC). Zij onderzoekt de zorg voor patiënten in de laatste levensfase en kwam erachter dat de meeste stervende mensen bang zijn voor twee dingen: bang om dood te gaan, en bang om hier überhaupt over te praten. De angst die zij bij mensen in de laatste levensfase vindt, kan dus door twee dingen verklaard worden: het breinmechanisme dat ontkent dat wijzelf op een dag doodgaan, en het maatschappelijke idee dat de dood een ver-van-mijn-bed-show is waar niet over gepraat mag worden.
Een evolutionair breinmechanisme is niet iets wat we zomaar kunnen veranderen. Hoe we in onze maatschappij omgaan met de dood en of we erover praten is echter wél iets wat door de tijd kan veranderen. Door meer over de dood te praten kunnen we wellicht de angst om dood te gaan verzachten, en focussen op wat we willen doen in ons leven.
Meer weten over de angst om dood te gaan en wat onze maatschappelijke tradities rondom doodgaan zijn? Bekijk dan het Science café over de dood.